Arnold Heumakers
Geachte redactie
Of er van een kwantitatieve toename van autobiografische romans sprake is, zou ik zonder uitputtend onderzoek niet durven beweren. Wél wordt tegenwoordig de indruk gewekt (uw vragen getuigen daarvan), dat veel schrijvers liever teruggrijpen op eigen ervaringen dan een verhaal te verzinnen met fictieve personages. Ook is duidelijk dat zulke autobiografische romans bij het grote publiek in de smaak vallen, getuige het succes van Jan Cremer, Gerard Kornelis van het Reve, Jan Wolkers, Maarten 't Hart, A.F.Th. van der Heijden, Connie Palmen en Adriaan van Dis, om een paar namen te noemen.
Over de literaire kwaliteit van hun romans zegt dit succes niets, en hetzelfde geldt voor de autobiografische inslag. Iedere schrijver maakt gebruik van eigen ervaringen. Het gaat erom hoe je het doet. Er kan een wereld van verschil liggen tussen de ene autobiografische roman en de andere. Waar het op aankomt is in hoeverre zo'n roman een literaire roman is, dat wil zeggen: voorzien van een bredere thematiek en geschreven met stijl en vormkracht. Ontbreekt dit alles, dan houd je niet veel meer over dan een bekentenis, in principe inwisselbaar voor elke andere bekentenis.
De vraag is hooguit waarom zo'n bekentenis dan toch een ‘roman’ wordt genoemd. Waarschijnlijk gebeurt dat om de schrijver in staat te stellen zich zonodig te distantiëren van wat hij geschreven heeft. Of om de familieleden, geliefden, vrienden en kennissen tevreden te stellen, die niet altijd blij zullen zijn zichzelf in de bekentenis van een ander tegen te komen. Bij het gebrek aan literaire kwaliteit voegt zich dan ook nog eens lafheid, al zullen degenen die zich gekrenkt voelen hierin vast geen reden zien de schrijver niet ter verantwoording te roepen voor de manier waarop zij te kijk zijn gezet. Maar dat is een zaak die doorgaans tot de huiskamer beperkt blijft - en dat ook dient te blijven. De lezer of de criticus heeft er, als het hem tenminste in de eerste plaats om literatuur gaat, geen boodschap aan.
Worden zulke lezers en critici zeldzaam? U mag het zeggen. Het is een feit dat veel schrijvers en uitgevers tegenwoordig hun uiterste best doen om juist die persoonlijke, autobiografische kant van een roman te benadrukken, in de wetenschap dat daar het grote publiek op afkomt. Maar een criticus die hierin meegaat en de literatuur als zodanig niet voorop plaatst, is geen knip voor zijn neus waard. Klagen over dit verschijnsel heeft geen zin; het enige wat je kunt doen is zelf het goede voorbeeld geven en je niet aan de waan van de dag onderwerpen. Er verschijnen goede boeken genoeg, die niet op een doorzichtige manier met autobiografische ontboezemingen de massa trachten te gerieven.