Robert-Henk Zuidinga
Taal in Letteren
Een van de mooiste titels in mijn boekenkast vind ik Good Morning, Midnight (1939), een kleine roman van de Engelse schrijfster Jean Rhys. Die titel is de beginregel van een gedicht uit 1862 van de Amerikaanse dichteres Emily Dickinson (1830-1886):
Good Morning - Midnight -
Sunshine was a sweet place -
But Morn - didn't want me - Now -
The Hills - have a way - then
That puts the Heart - abroad
You - are not so fair - Midnight -
But - please take a little Girl -
Ook in de Nederlandse letteren zijn titels te vinden die ontleend zijn aan poëzie en proza, en vaak niet van de minsten. Zo is de roman Wie nu geen huis heeft (1974) van Maartje Luccioni een ondubbelzinnige verwijzing naar het gedicht ‘Herbsttag’ van Rainer Maria Rilke, waarvan de laatste vijf van de twaalf regels luiden:
Wer jetzt kein Haus hat, baut sich keines mehr.
Wer jetzt allein ist, wird es lange bleiben,
wird wachen, lesen, lange Briefe schreiben
und wird in den Alleen hin und her
unruhig wandern, wenn die Blätter treiben.
Ischa Meijers Brief aan mijn moeder zou niet zo geheten hebben zonder Kafka's Brief an den Vater (1919) en Doeschka Meijsings roman Vuur en zijde (1992) niet, als H. Marsmans ‘Paradise Regained’ niet was begonnen met
De zon en de zee springen bliksemend open:
langs blauwe bergen van de morgen
scheert de wind als een antilope
Renate Rubinstein was voor haar in 1970 verschenen bundel Hedendaags feminisme schatplichtig aan Carry van Bruggens Hedendaags Fetisjisme (1925), dat, al doet de titel misschien anders vermoeden, essays over taal bevat. En voor de bloemlezingen met humoristisch proza die ikzelf samenstelde onder de titel Licht Letterland ben ik natuurlijk dank verschuldigd aan Tjeempie! of Liesje in Luiletterland (1968) van Remco Campert of, zoals de eerste uitgave vermeldde, Remko Kampert.
Misschien het mooiste, maar in elk geval het bekendste voorbeeld in het Nederlands taalgebied is de titel van Gerard Kornelis van het Reve's tweede brievenbundel, Nader tot U (1969). Het bevat, na vijf brieven, dertig gedichten, bijeengebracht als ‘Nader tot U (Geestelijke Liederen)’. Het op twee na laatste daarvan is