[Nummer 198]
Voorwoord
In 1966 trad de 21-jarige Jules A. Deelder voor het eerst op tijdens de inmiddels beroemd geworden Poëzie-avond in Carré. Het was voor iedereen meteen duidelijk: die jongen hàd het. Zonder zich te laten imponeren door de aanwezigheid van gevestigde reputaties zette hij vanaf het begin zijn eigen toon, en sindsdien heeft hij niet anders meer geklonken. Alleen de snelheid heeft hij in de loop der jaren steeds verder opgevoerd.
Ruim vijfentwintig jaar later is J.A. Deelder de bekendste aucteur in de Nederlandse letteren. De acteur Deelder brengt zijn teksten op het podium ten gehore voor veelal uitverkochte zalen, de auteur Deelder behoort tot de best verkochte schrijvers van De Bezige Bij.
Maar ondanks zijn aantoonbare invloed op een nieuwe generatie schrijvers heeft Deelder altijd op gespannen voet gestaan met de literaire kritiek. Hoort hij nu bij de Nederlandse literatuur of niet? Voor de één is dat een uitgemaakte zaak, voor de ander nog altijd een open vraag. Voor ons een mooie aanleiding om zijn oeuvre tegen het licht te houden met een themanummer onder gastredactie van Henk Blanken.
De redactie