gegaan dan in Bewegingen van heimwee, dat je één keer kunt herlezen - dan weet je het wel. Tamara's lunapark kun je vaker herlezen en je kunt steeds weer andere dingen ontdekken. Ik zoek nu naar een balans tussen die twee.
In je stijl streef je wel een grote mate van eenvoud na.
Mijn beelden probeer ik zo helder mogelijk neer te zetten. Geen ingewikkelde zinnen.
Heb je een hekel aan iets wat al te duidelijk ‘literair’ is?
Wel wanneer je ziet dat de schrijver echt z'n best heeft gedaan op z'n zinnen. Er zijn schrijvers die zo virtuoos zijn dat het lijkt alsof het ze heel makkelijk afgaat. Dat vind ik prachtig. Ze staan als het ware boven de materie. Maar er zijn ook schrijvers die krampachtig proberen een literaire stijl te hebben. Dat vind ik niks. De inspanning mag niet zichtbaar zijn. Het moet vanzelfsprekend lijken. Ook in virtuositeit.
Wat zijn voor jou voorbeelden geweest?
Een echt voorbeled heb ik nooit gehad. Geen Nederlandse schrijver in elk geval. Bordewijk bevalt me erg. Eenvoudig taalgebruik, maar hele sterke beelden die je altijd bijblijven. Elsschot; ik vind z'n boeken vervelend, maar de beelden die hij oproept zijn glashelder. Ook eenvoudig taalgebruik.
Komt je tweede boek dat ideaal meer na dan je eerste?
Er is een verandering van stijl te bespeuren, maar ik weet niet precies welke. Aanvankelijk dacht ik, toen ik Tamara's lunapark herlas, hé, de zinnen zijn korter, scherper, helderder. Maar naarmate ik verder kwam vond ik het toch minder. Toch heb ik nu pas, bij het schrijven van mijn volgende roman, het gevoel dat ik die eenvoud echt benader. De beelden zijn voor mij belangrijker dan de poëzie in de zinnen. Poëzie in taal vind ik ook prachtig, maar ik denk niet dat daar mijn talent in ligt. Ik ben daar ook veel te lui voor. Ik zoek niet steeds nieuwe woorden. Ik schrijf geen gedichten, ik ben niet urenlang bezig met één zin. Misschien ga ik dat later doen. Nu ben ik er te onrustig voor. Wellicht teveel gedreven.
Tamara's lunapark eindigt met een hoofdstuk acht, dat oningevuld blijft.
De acht is een getal uit de Kaballa. Het symboliseert het begin en het einde. Het getal van de dood en de wedergeboorte. Je weet niet of de hoofdpersoon aan het einde inderdaad slaappillen met jenever heeft ingenomen, zoals eerder gesuggereerd wordt. Het oningevulde laatste hoofdstuk is een uitnodiging aan de lezer om weer opnieuw te beginnen met het lezen van de roman, of om de roman achterstevoren te gaan lezen. De acht symboliseert een ander bestaan, een ander soort bewustzijn, waarin hij terecht is gekomen. De lezer kan zelf invullne wat hij wil.
Je ontkomt niet aan het idee dat je boeken een autobiografische inslag hebben. Je hoofdpersonen zitten zo vaak in tehuizen dat je sterke vermoedens over een tehuisverleden van de schrijver krijgt.
Ik moest de hoofdpersoon in Tamara's lunapark een achtergrond meegeven. Hoe kwam het dat hij aan achtervolgingswaanzin leed? Zo ben ik bij mezelf terecht gekomen. Ik kon eigenlijk niets anders verzinnen. Het schrijven van dit boek had ook een inzichtgevende psychotherapeutische werking voor me. Ik kwam op een gegeven moment mezelf tegen, toen ik hoofdstuk vier had geschreven. Daarin zitten twee stellen, waaronder de hoofdpersoon, te praten bij een zwembad. Leo Sanders, de hoofdpersoon, vermoedt dan een complot. Victor, José en Lora zouden in zijn gedachten een plan hebben gesmeed om Lora zwanger te laten worden van hem, zodat ze een leefgemeenschap kunnen beginnen. Ik werd me bewust van mijn eigen angst om kinderen te verwekken. Op dat punt aangekomen, halverwege de roman, kon ik niet meer om mezelf heen. Toen heb ik die sprong gemaakt naar de ruïne van dat tehuis, en zo ben ik langzamerhand m'n eigen verleden ingedoken, al bleef ik dat sterk romantiseren. Ik wilde aanvankelijk een roman schrijven die geen autobiografische inslag had, om mezelf te bewijzen dat ik iets kon schrijven dat niets met mezelf te maken had, en heb daarin gefaald.
En dat had meteen consequenties voor je tweede roman.
Het was een soort schaamte die ik moest overwinnen. Die heb ik overwonnen door Bewegingen van heimwee te schrijven. Nu ben ik zover dat ik zonder het schaamrood op de kaken autobiografisch kan putten, ik zou wel gek zijn als ik over dingen ging schrijven die ik nog nooit heb meegemaakt.