Bzzlletin. Jaargang 18(1988-1989)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] Esther Jansma Gedichten Bevalling Maandagmorgen. Na de pijn van de weeën nu een rode zon; mijn brancard wordt een balkon over een stille stad van nevel. Ik houd met jou mijn adem in, zucht dan. Jij roert je. Het begint. Natuur grijpt in mijn lichaam in met twee vereelte handen. Knijpt. Om ons heen gaan mensen weer bewegen, praten. Eén aait mijn gezicht. Ik word tot brekens toe gebogen poort waar jij doorheen moet naar het licht. [pagina 53] [p. 53] Gesloten Het verhaal in je gezicht had uit mijn armen en mijn adem moeten groeien, maar het is er niet. De melk in mij, de moeder die ik ben - wat moet ik nu? Stiller kan het niet. Ik raak je wangen aan maar vind je niet. Je bent dichtgegaan tot het onherroepelijk bestaan van stenen. Begrafenis Het wit van haar kist valt in wolken uiteen; ze draagt spiegels vandaag, we zijn buiten. Ruimte, wind, geluid van schoenen over grind; we gaan ons kind vrijlaten. Vorige Volgende