Bzzlletin. Jaargang 18(1988-1989)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Marijke van Hooff Gedichten Afstand Tegenover elkaar aan tafel. Een stem steekt aarzelend over, breekt halverwege, wordt weer geschrokken teruggetrokken. Blikken blijven aflandig. Dit is het langzaamste uur van de middag waarin na een lege luwte zwijgen tot orkaansterkte zwelt. Er is noodweer voorspeld. Er is nergens een plek om te schuilen. Vertrek Nog draagt de kamer sporen van aanwezigheid: twee lege glazen, de geur van bloemen door iemand meegebracht die al voorvoelde dat hij de nachten hier voorgoed verspeeld had. Wie achterblijft weet hoeveel vormen leegte kent en hoe het ooit gezegde voortleeft in de dingen. De gladgestreken zelfkant van een bed wordt winters landschap. Men zegt tijd heelt en alles went, maar niet hoe langzaam. Waarom gaat wat er was zo onbekwaam verloren. [pagina 51] [p. 51] Uitzicht Wij kijken over de rivier, zien hoe een schip het midden houdt in ondiep water. Wij liepen vast op dieper gronden. Op deze plek waar wij ooit eerder stonden, lijkt alles zo langzaam voorbij te gaan. Een schip, een vogel, een droom. Vergeefs zoeken wij vroeger in later. De lucht betrekt, het wordt al kouder. Wij slaan een vogel gade op zijn vlucht. Vleugellam en zonder zuiden worden wij beiden eenzaam ouder. Uit: Uiterwaarden, verschijnt najaar 1989 bij BZZTôH Vorige Volgende