Johan Polak
Ter inleiding Jan Siebelink
Wanneer is Jan Siebelink voor het eerst de lichtkring der letteren binnengegaan? Dat ogenblik viel - zou het toeval zijn geweest? - samen met het begin van onze vriendschap. Siebelink had het voornemen opgevat een van de beroemdste boeken uit de vorige eeuw te vertalen: het zogeheten breviarium van de decadentie, de roman A Rebours van J.K. Huysmans. Geen geringe opgave!
Misschien heeft het de aanzet betekend tot zijn eigen schrijverschap. Boven de eerste tijdschriftpublikatie welke van Siebelinks hand verscheen, had de redactie geschreven: ‘Huysmans rides again’. Hoe had de argeloze lezer toen kunnen vermoeden dat deze vroege schetsen gevolgd zouden worden door een reeks romans, verhalen en vraaggesprekken met andere schrijvers? Het is tenslotte niet Huysmans gebleken die het schrijven van Jan Siebelink blijvend zou beïnvloeden. De decadente stroming van de negentiende eeuw heeft niet meer dan een flink aantal sporen in zijn tot nu toe gepubliceerde werk achtergelaten. Siebelink mag wel geboeid zijn geweest door het literaire verschijnsel decadentie, maar een hedendaags decadent is hij niet geworden en het is trouwens de vraag of een van onze andere hedendaagse auteurs onder deze noemer kan worden gebracht. Zelfs Geerten Meijsing (voorheen Joyce & Co), aanvankelijk de meest vooraanstaande gegadigde voor de titel ‘decadent’, heeft zich in een volstrekt andere richting ontwikkeld.
Op vele plaatsen in het proza-debuut van Jan Siebelink - Nachtschade is zijn eerste boek - komt de lezer Huysmans tegen. De geobsedeerde beschrijving van bloemen en planten met sterk op de genitaliën gelijkende vormen, is ontleend aan Tegen de Keer, zoals Siebelink de Nederlandse uitgaven van A Rebours getiteld heeft. Ook de grote plaats die de prostitutie en de zelfbevrediging in de verhalen innemen, is typisch voor de tweede helft van de negentiende eeuw. Er zullen vast niet minder prostituanten rondlopen in onze tijd, maar de vorige eeuw was vol van het verschijnsel als zodanig, Baudelaire even zo goed als Rimbaud, Toulouse-Lautrec niet minder dan zijn Engelse tijdgenoten. De vraag dringt zich op waarom?
foto: Gerrit Serné
Johan Polak en Jan Siebelink, t.v.-opnamen in Amstelhotel, n.a.v. de verboden Huysmanstentoonstelling in Schiedam