Bzzlletin. Jaargang 17(1987-1988)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Lida Lobo Gedicht Hemels juweel Zacht, mild en duister daalt de avond over Lissabon, Lisboa Het water van de Tago wordt zwart en traag warmte van dag en zon hangt nog loom over de haven strak spant de avondhemel van begin tot einder blauw, paars Onbegrijpelijk, ongelooflijk dat zij daar plotseling staat aan het uitspansel, dat heel Portugal omvat bij het tuimelen in de nacht. Dit is zij dus: Venus. Zij straalt zij straalt met vijf fel geslepen diamanten als een hemels juweel, een schitterend diadeem en zij kantelt haar gelaat haar sereen gezicht naar ons naar Lissabons haven naar die laatste punt van donkerend Europa. Onbeweeglijk staart zij naar beneden staart zij naar botenlichtjes op het water naar de autolampen op de wegen naar het kruisen en kriskrassen het toeteren en roepen het remmen en rijden en zij denkt... Zij denkt: wat doen zij daar toch allemaal op aarde? Onmerkbaar maar beslist glijdt zij langs de purperen nachthemel zij buigt nog eens: een laatste groet dan blust zij knisperend haar vuur in de golvende oceaan De nacht glijdt langs de oevers van de Tago die klokkend kabbelt naar een nieuwe dag van een bestaan, dat eeuwig is oneindig Vorige Volgende