[Vervolg Het feit dat ik schrijf, tekent mijn optimisme]
vervolg van pagina 36
slechtering van de omstandigheden onmogelijk werd gemaakt. De oorlog brandde in volle hevigheid los. Okigbo voegde zich bij het Biafraanse leger en sneuvelde nog datzelfde jaar. Ook Achebe raakte meer en meer actief betrokken bij de oorlog en werkte met andere schrijvers voor de afscheidingsregering van Biafra.
Na de oorlog publiceert hij een verhalen- en een gedichtenbundel, waarin hij de verstandsverbijsterende waanzin van de oorlog beschrijft, het uiteenvallen van de menselijke waardigheid en de verdoofde vreugde na de strijd:
Na jaren van drukkende dood
en duizelige laatste uren voor de gratie
zijn we blij onze angsten
samen met onze hachelijke overwinningen
te laten vallen in een ondiep graf
en dezelfde droevige weg op te vluchten
recht naar huis naar bezeten brasserij.
In 1974 schreef Chinua Achebe, in verband met het ophalen van pijnlijke herinneringen aan de Biafra-oorlog:
Ik geloof dat in onze situatie het grootste gevaar niet schuilt in het herinneren maar in het vergeten, in het doen alsof slogans de waarheid vertegenwoordigen. Ik geloof dat Nigeria, altijd vatbaar voor zelfbedrog, herinneringen hard nodig heeft.
Sinds het begin van de jaren zeventig redigeert Achebe het literaire tijdschrift Okike ‘waardoor ik nieuwe schrijvers ontdek, ze publiceer en nieuwe, eigen en juiste kritische (literaire) maatstaven creëer’.
Alle boeken van Chinua Achebe verschijnen in de Afrikaanse Bibliotheek (uitg. Corrie Zelen) waarin tol nu de romans Een wereld valt uiteen en Pijl van God opgenomen zijn.