Bzzlletin. Jaargang 11
(1982-1983)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 51]
| |
Gerard de Vries
| |
De romans van ScottTussen 1814, Scott was toen 43, en 1832, het jaar waarin hij overleed, werden de Waverley-romans geschreven, bijna dertig | |
[pagina 52]
| |
in totaal. In de eerste vijf jaren schreef hij negen romans, die zich alle in Schotland afspelen. Met Ivanhoe kwam een (voorlopig) einde aan de Schotse romans. Scott vreesde dat verzadigingsverschijnselen bij zijn lezers hem uit de gunst van zijn publiek zouden doen geraken. (Hij schrijft dat met evenzoveel woorden in de Inleiding). Onder deze negen Schotse romans treft men zijn beste werk aan. Sterker nog, met uitzondering van The Black Dwarf worden elk van deze romans op verschillende plaatsen als zijn belangrijkste werk aangemerkt.Ga naar eindnoot4. De waardering voor zijn latere werken, met name Redgauntlet, dateert van jongere datum. Dit boek heeft, opvallend genoeg, dezelfde achtergrond als het vroegere werk, namelijk een bepaalde episode uit de Schotse geschiedenis. Hier zullen we ons beperken tot opmerkingen over een vijftal, Waverley, Guy Mannering, The Antiquary, Old Mortality en Rob Roy. De andere vier boeken passen om uiteenlopende redenen niet in het patroon dat zich in deze werken als gemeenschappelijk aftekent. Daarnaast zal ook naar Ivanhoe, Scott's meest populaire werk, worden verwezen. Scott's hoofdpersonen zijn meestal gerecruteerd uit de bezittende klasse en hebben naast landgoederen veelal ook de beschikking over uitgebreide, adellijke stambomen. Het zijn keurige, welopgevoede, huwbare jongelui, die aan het einde van het verhaal, dan inmiddels gelukkig getrouwd, met niet geringe verwondering op hun avonturen terugkijken. Andere standen zijn echter eveneens ruim voorhanden: pachters, landarbeiders, soldaten, predikanten, bedienden, zigeuners en zwervers. Opvallend is dat maatschappelijke randfiguren zoals de zigeunerin Meg Merriles, de zwerver Eddie Ochiltree en de veedief Donald Bean een sleutelrol vervullen of een beslissende invloed hebben op de loop der gebeurtenissen. Opvallend is ook, we komen hierop nog terug, dat de vele bijfiguren die de romans bevolken veel beter uit de verf komen dan de hoofdfiguren. Maarten 't Hart wijst in zijn enthousiasmerende artikel over Scott op Dandie Dinmont en Dominie SampsonGa naar eindnoot5., maar elke roman heeft van dergelijke onvergetelijke figuren. Dat Scott niet aan deze opzet gebonden was blijkt uit The Antiquary, dat geheel wordt beheerst door de steeds weer opnieuw overrompelende figuur van Monkbarns.
Niet alleen de hoofdfiguren, maar ook de intriges van Scott zijn tamelijk zwak. De intrige van Rob Roy, als die er al is, bestaat uit het gegeven dat het zakenvermogen van de vader van Frank, de hoofdpersoon, wordt bedreigd, maar waaruit die bedreiging bestaat wordt niet precies duidelijk. Eigenlijk doet het er ook niet toe. Scott's oogmerk was ‘description of scenery and manners’ en de intrige moest hem de gelegenheid bieden om dit als een boeiende aaneenschakeling te kunnen presenteren. ‘I cannot form a plot’Ga naar eindnoot6. zijn zijn eigen woorden. Met Scott's uitgebreide kennis van de geschiedenis van zijn land is het dan voor de hand liggend dat hij de gebeurtenissen hieruit gebruikt als intrige. Misschien is het wel zo dat Scott's romans alleen maar om deze min of meer toevallige reden ‘historische’ romans zijn. Van de hier besproken romans hebben er twee geen historische achtergrond; de plot is hier gebaseerd op de verloren erfgenaam. Scott zelf steekt overigens de draak met zijn beroerde intriges, waarvan hij in het geval van Old Mortality in een uiterst plagerige epiloog de losse einden vastknoopt.Ga naar eindnoot7. Het vreemde is dat ondanks deze zwakke plekken Scott's romans nooit het gevoel opleveren dat men de draad van het verhaal is kwijtgeraakt. Integendeel de romans geven de indruk van een zeer hechte structuur waarvan alle hoofdstukken onmisbare bouwstenen zijn. De zwakke plot verhindert niet dat Scott zijn verhaal van een zeer boeiende compositie voorziet. Het zijn boeken die, ware het niet dat zulks door de omvang onmogelijk is, men in één adem uitleest.
Een van de verklaringen hiervoor zijn de vaak uiterst gedetailleerde voorvallen die zozeer tot de verbeelding spreken dat men het gevoel krijgt het tafereel zelf mee te maken. The Antiquary bijvoorbeeld opent met een schitterende passage waarin Monkbarns zich bladzijden lang beklaagt over het feit dat de postwagen een kwartiertje te laat is. Men zou zich eens moeten afvragen wat men in een dergelijk geval meer te bieden heeft dan ‘altijd hetzelfde liedje’ of ‘waar blijft dat ding’. Guy Mannering.
Andere passages, de thuiskomst van Henry Morton na de schutterswedstrijd en na zijn buitenlands verblijf, de pogingen van Waverley om vanuit zijn bedstee een kijkje te nemen in de hut waar hij wordt gevangen gehouden, zijn zo goed beschreven dat men de indruk krijgt dat alleen de werkelijkheid en niet de fantasie er de bron van kan zijn.
Veelgeprezen zijn ook de beschrijvingen van de veldslagen die Scott ons biedt. Vergelijkt men de slag bij Drumclog, Bothwell Bridge en Prestopan met bijvoorbeeld de beroemde weergave van de slag bij Waterloo door Stendhal, die de Russische veldtocht onder Napoleon meemaakte, dan valt op dat Scott niet alleen de impressies van de hoofdpersoon beschrijft, maar ook het gehele verloop van de veldslag. Scott's beschrijvingen zijn historisch in hoge mate verantwoord. Hij deed niet alleen een uitgebreid onderzoek naar historische bronnen maar voerde ook gesprekken met overlevenden van de Jacobijnse opstand van 1745, die Waverley tot onderwerp heeft. Wie Scott's Scottish History leest vindt daarin veel materiaal dat in zijn romans is verwerkt zoals bijv. de godsdienstfanaten uit Old Mortality die zich met een opmerkelijk enthousiasme naar de pijnbank begaven. Een andere goede reden om Scott te lezen zijn de humoristische ingrediënten. Talloze figuren, de onvolprezen Monkbarns voorop, bezorgen de lezer het grootste genoegen. Lady Bellen- | |
[pagina 53]
| |
den, om er slechts een enkele te noemen, weet te pas en te onpas het gesprek te brengen op het ontbijt dat Karel II op haar kasteel nuttigde. Dergelijke komische figuren komen bij Scott's tijdgenoten vaker voor, zoals Mr. Woodhouse in Emma, een man wiens wereld bestaat uit zijn dochter's ‘complexion’, een echte gezondheidsfreak die, zou hij nu geleefd hebben, zijn stokpaardjes ongetwijfeld zou hebben uitgebreid met de zegeningen van zilvervliesrijst en zemelen. Hij moet het echter afleggen tegen Lady Bellenden die met de meest geraffineerde tournures haar bezoekers naar de ontbijttafel ‘leidt’. | |
Enkele karakteristieken van de romans van ScottGelet op de dikke romans die Scott schreef mag men zich verwonderen over het feit dat hij er de vaart in weet te houden. Toch werkt hij niet naar een ontknoping of hoogtepunt toe, waardoor een bepaalde structuur zou kunnen ontstaan. Evenmin geeft hij levensbeschrijvingen zoals in Henry Esmond waarin de levensfasen de compositie van de roman bepalen. Maar al is er niet sprake van één climax, aan hoogtepunten is er geen gebrek. Old Mortality lijkt middenin een verhaal te beginnen en Guy Mannering is een opeenstapeling van actie. Tempo en dynamiek maken de romans van Scott juist zo enorm leesbaar. Rob Roy en vooral Waverley kennen wel een aanloop. Waverley begint pas goed na de helft van het boek wanneer de gelijknamige hoofdpersoon door toedoen van zijn onbetrouwbare gidsGa naar eindnoot8. in een regeringsgezind dorp terecht komt. De ophanden zijnde Jacobijnse opstand en het feit dat Waverley het beneden zijn waardigheid acht om zichzelf bekend te maken, veroorzaken de nodige argwaan. De smid van het dorp, voor het oog van de toegelopen dorpsbevolking tot het uiterste getergd door zijn vrouw (‘gekleed alsof haar kleren er met een hooivork op waren gegooid’) tracht zijn gezicht te redden door Waverley met een gloeiende staaf te lijf te gaan. Uit zelfverdediging schiet Waverley de smid neer, naar later blijkt zonder dodelijke afloop, en vanaf dat moment wordt Edward steeds meer in een positie gebracht die hem geen andere keus laat dan zich bij de Jacobijnen aan te sluiten. Het lijkt wel of Scott met deze uitgebreide introductie heeft willen volstaan en dergelijke aanlopen voor andere romans overbodig achtte. Het volgende boek begint op het moment dat de hoofdpersoon zich reeds naar Schotland heeft begeven. De komst van een buitenstaander temidden van de Schotse samenleving is volgens de Calders een essentieel kenmerk van de Waverley-romans.Ga naar eindnoot9. Op de achtergrond lijkt echter een dieper krachtenveld te bewegen.
Hierboven is erop gewezen dat Scott bepaald episoden uit de Schotse geschiedenis koos om daaruit een intrige af te leiden. Bij Scott zal men tevergeefs zoeken naar materiële belangentegenstellingen, internationale conflicten, klassestrijd, liefdesrelaties of psychologische ontwikkelingen waarop het merendeel van de romanliteratuur is gebaseerd. Bij Scott's ‘novels of action’ gaat het om vrij genuanceerde verschillen in opvatting, denkbeeld of overtuiging van staatkundige of religieuze aard. Men moet zich nogal wat moeite getroosten om de achtergronden van de Jacobijnse opstand (1745) of het verzet der Nonconformisten (1679) te achterhalen.
Enige kennis van deze zaken is overigens in het geheel geen voorwaarde om Scott's romans naar waarde te schatten; Scott maakt voldoende duidelijk dat het gaat om kwesties waarin geen partij het alleenrecht heeft op gelijk of ongelijk. Evenmin loopt het onderscheid parallel met het verschil tussen arm en rijk, jong en oud, Schot of Engelsman. De Jacobijnse opstand was geen Schotse aangelegenheid; de meeste Schotten waren tegen de pretendent, vele Engelsen steunden de zaak. Het verschil in opvatting treft men zelfs aan binnen een feodale gemeenschap als die van Lady Bellenden en zelfs binnen een familie. Binnen Scott's eigen familie waren de opvattingen over de Hanovers en de Stuarts ook niet eensgezind. De bruid van Lammermoor.
Zoals Scott die periodes uit de geschiedenis kiest waar nuances uitgroeiden tot bloedige conflicten, zo verstond Scott als geen ander de kunst om persoonlijke tegenstellingen uit kleine verschillen af te leiden. Voorvallen die objectief gezien nauwelijks tot commentaar aanleiding geven, nemen tegen de achtergrond van tegengestelde meningen of vooringenomenheden de meest dramatische vormen aan. Waverley's vakantie in de Hooglanden leidt er langs verschillende wegen uiteindelijk toe dat hij met de doodstraf wordt bedreigd. Scott's gave om ogenschijnlijk eenduidige feiten zodanig te interpreteren dat de meest contrasterende uitkomsten worden verkregen is werkelijk indrukwekkend en komt het sterkst naar voren in de vele verhoren die de hoofdpersonen worden afgenomen. Telkens weer worden onze helden, waarvan de lezer weet dat zij vrijuit behoren te gaan, schuldig bevonden. Met veel overtuigingskracht en subtiliteit worden de gegevens zo gerangschikt dat ze passen in het beeld dat men zich reeds heeft gevormd. Van kwade opzet is daarbij in het geheel geen sprake en evenmin van opzettelijke vooringenomenheid die niet door argumenten kan worden weggenomen. De spanning die door het ‘enerzijds-anderzijds’ wordt opgeroepen is dan ook ten enen male onvergelijkbaar met de tegenstellingen die men bijvoorbeeld aantreft in The Warden van Trollope. Waar bij Scott steeds de bereidheid aanwezig is om zijn mening voor een betere te ruilen, zijn bij Trollope de diverse meningen steeds de enige juiste. Waar bij Scott tegenstellingen ontstaan in een dynamisch spel van interpretatie, bestaan de verschillen bij Trollope dankzij de afwezigheid van elke intellec- | |
[pagina 54]
| |
tuele inspanning van de kant der opponenten. De uiteenlopende beoordeling van feiten en personen wordt nog verscherpt door de onverschilligheid en neutraliteit die de hoofdpersonen kenmerken. Daardoor wordt identificatie met één van de partijen niet opgewekt en kan de lezer zich verplaatsen in de verschillende visies die hem worden voorgehouden. | |
De hoofdpersonenDe hoofdpersonen van Scott, het moet gezegd worden, komen niet erg uit de verf. Elke koetsier, tuinman, boer of visser wordt door Scott met enkele doeltreffende pennestreken tot leven gebracht, maar de helden van Scott blijven nog vager en onduidelijker dan een willekeurige supporter op een volle tribune. Hun gedrag wordt volledig beheerst door hun eergevoel; verplichtingen die hun stand en afkomst hun opleggen vormen een overheersende verklaring van hun handelen. Daarnaast bezitten ze een aan roekeloosheid grenzende moed, zijn volkomen betrouwbaar en recht door zee. Henry Morton, Henry Brown, Frank, Edward en Lovel lopen over van deze en andere deugden en lijken daarom broers, om niet te zeggen een eeneiige vijfling. En ondanks dat zij vele avonturen meemaken en allen na veel tegenslagen het meisje hunner dromen huwen, leren we de hoofdpersonen niet beter kennen, mogelijk met Edward als uitzondering die in de eerste helft van Waverley zo'n totaal nietszeggende indruk maakt dat zijn optreden verderop, hoe voorzichtig ook, de indruk van een metamorfose achterlaat. Scott's eigen oordeel is niet gunstiger, integendeel; ‘the heroe is a sneaking piece of imbecility’ schrijft hij in een brief in hetzelfde jaar waarin Waverley verschijnt.Ga naar eindnoot10.
Deze kleurloze hoofdpersonen passen bij uitstek in het krachtenveld dat in het voorafgaande werd geschetst. Met eer als belangrijkste en universele gedragscode kan immers zowel de zaak van de ene als van de andere partij worden gediend. Kiezen is er ook nooit bij, partijdigheid wordt door de omstandigheden opgedrongen. Heeft men zich eenmaal achter een partij geschaard, dan blijft de twijfel leven. De onpartijdigheid die ondanks de meest vergaande (uiterlijke) loyaliteit op de achtergrond blijft bestaan breekt de hoofdpersonen ook voortdurend op. De min of meer toevallige, niet op overtuiging gebaseerde betrokkenheid maakt dat men niet echt als bondgenoot wordt geaccepteerd. Frank, Henry Morton en Edward worden beurtelings door de Engelsen en de Schotten, de elkaar bestrijdende partijen, gevangen genomen. Het klassebewustzijn is eveneens een garantie van onpartijdigheid, Henry Morton en Edward, beiden hogelijk geprezen voor hun zeer moedige gedrag tijdens de verschillende veldslagen, redden respectievelijk Lord Evandale en Kolonel Talbot, die deel uitmaken van het vijandelijke leger, uit handen van hun medestanders om geen andere reden dan dat het gentlemen zijn als zijzelf. Scott's hoofdpersonen doen denken aan schakers: wit en zwart bestrijden elkaar maar de spelers wisselen na elke partij van kleur. | |
Goed en kwaadIn Scott's wereld vormt de maatschappelijke bovenlaag, de adel, een verzameling van lieden waarin men niet gemakkelijk teleurgesteld kan raken. De meest onaangename karaktertrekken die men er kan aantreffen zijn die van ijdelheid, koppigheid of strengheid. Het onderscheid goed en kwaad bestaat in de romans niet, omdat het kwaad ontbreekt. Het is zeer moeilijk zich een andere schrijver voor de geest te halen waarin de sympathie zo eerlijk over de partijen is verdeeld. Wanneer Scott in zijn inleiding van Waverley ter historische ‘verantwoording’ van de redding van Kolonel Talbot een dergelijk voorval tijdens de slag van Preston aanhaalt, geeft hij tevens de namen van de betrokkenen: ‘as it is equally honorable to the memory of both parties’. Het zal geen toelichting meer behoeven dat met dit citaat een centraal thema is gesignaleerd. Eer en maatschappelijk aanzien zijn de essentiële waarden in Scott's romans. De meest dramatische hoogtepunten zijn dan ook niet de veldslagen, dat lijken meer intermezzo's die als entertainment worden geboden, maar de situaties waarin iemands waardigheid in het geding is. Als Lovel en Brown zich in levensgevaar bevinden is dat een bedreiging die in het niet valt bij de ernst van de situaties waarin hun identiteit als gentleman door omstandigheden niet kan worden aangetoond.
Bekijkt men tegen deze achtergrond de relatieve ‘mislukkingen’ als Ivanhoe en The Black Dwarf dan valt op dat de genoemde thema's hier ontbreken. In Ivanhoe loopt de scheidingslijn tussen de bestrijdende partijen, de Normandiërs en de Saksen, zeer nauwkeurig parallel aan die van goed en kwaad. Alle Saksen zijn blanke pitten, hoe ruw hun bolsters ook zijn, terwijl de Normandiërs, naar elke maatstaf gemeten, ronduit boeven zijn, gespecialiseerd in aanranding, marteling, ontvoering en doodslag. Ivanhoe, uit het goede hout gesneden, heeft geen keuzemogelijkheid en het subtiele, intelligente spel met twee partijen die beide het gelijk aan hun kant hebben is in zo'n opzet uitgesloten. De spanning moet dan ontleend worden aan de actie, die overigens in de vorm van toernooien en kasteelbestormingen volop aanwezig is. Ivanhoe heeft daardoor alleen maar een ‘buitenkant’ die de roman erg overzichtelijk maakt en daarmee zeer geschikt voor bewerking tot kinderlectuur. Zo bezien is niet het verschil in historische fase, de jongste geschiedenis van Schotland enerzijds en de Engelse middeleeuwen anderzijds, de wezenlijke stap die Scott maakt, maar het verschil dat hij aanbrengt tussen de partijen. In tegenstelling tot het eerdergenoemde citaat uit Waverley kan men wijzen op de passage uit de inleiding van Ivanhoe waarin Scott het ‘contrast betwixt the Saxons, ... and the Normans’ tot centraal thema neemt. Het vreemde is dat deze tegenstelling historisch niet verantwoord isGa naar eindnoot11., maar wordt ontleend aan een Schotse tragedie uit 1783. Reden temeer voor de stelling dat Scott niet gezien moet worden als schrijver van historische romans. En als dit juist is, blijft het een raadsel waarom Scott is afgestapt van zijn vertrouwde thema's en koos voor een verhaal dat, hoe voortreffelijk ook, zo weinig beslag legde op zijn talenten. | |
KlassemaatschappijKunnen de hoofdpersonen hun loyaliteit aan verschillende partijen verbinden, de lagere standen, in elk geval die van feodale gemeenschappen, zijn, door de plek waar ze worden geboren, gebonden aan de opvattingen van hun heer.Ga naar eindnoot12. De loyaliteit aan de landeigenaren zit bij Scott nog veel dieper dan die van de landheren zelf, die toch immers min of meer vrijwillig zelf partij kunnen kiezen. De trouw en volgzaamheid gaan zelfs nog verder dan de grenzen van de fantasie, zo krijgt men de indruk. Eddie Ochiltree bijv. uit The Antiquary, die elk bezit verafschuwt omdat het zijn kwaliteit als zwerver die van gunsten leeft, bedreigt, zet zich ten eerste in om Sir Wardour aan zijn ‘onverdiende’ centen te helpen. De meester-knecht relatie wordt beheerst door een familie Bellamy-achtige sfeer waarbij beide kanten om het hardst de weldaden van de standenmaatschappij illustreren. Vergeleken met bijv. dood op het slagveld (het veld van eer) moet de klassestrijd in de ogen van Scott een veel ernstiger voorval vormen. Als in het tweede decennium van de 19e eeuw in Engeland protesten van de arbeidersklasse uitbreken is dit allerminst naar de smaak van Scott. Integendeel, zelf probeerde hij op zijn imposante landgoed de omstandigheden van de oude landadel te herscheppen. Men kan er zijn verbazing over uitspreken dat Marx, een groot bewonderaar van Scott, in Old Mortality de krachten prijst waartegen het | |
[pagina 55]
| |
feodalisme niet opgewassen bleek en tegelijkertijd de bewijzen van feodale trouw op een individueler niveau klaarblijkelijk negeert. Een verbazing die men mogelijk kan wegnemen met de vaststelling dat in de sociale wetenschappen alleen baanbrekende theorieën mogelijk zijn op een abstract macro-niveau. Ofschoon de standenmaatschappij een onwrikbaar gegeven vormt in de romans van Scott lijkt dat geen enkele reden te vormen om deze heden ten dage ongelezen te laten. Frodo en Sam die de heer-knecht verhouding zo fraai opvullen, heeft de populariteit van The Lord of the Rings ook niet in de weg gestaan. Bij Scott neemt de ondergeschiktheid nergens de vorm aan van onderdanigheid of serviliteit. Integendeel, bij het dienen van zijn eer of zijn heer lijkt de eer een zodanig strenge gedragscode te impliceren als een heer praktisch nooit kan opleggen. De verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag van de vermogende klasse reduceert elk optreden tot uniform gedrag omdat het ideaal van de aristocratie tot conformeren dwingt. Het dienen van een heer daarentegen neemt een belangrijk stuk verantwoordelijkheid weg waardoor ruimte ontstaat voor de meest uiteenlopende karaktertrekken en levensvormen. ‘Nobody has created a greater number of admirably types’ schrijft Leslie Stephen, maar voegt eraan toe dat ze in de meeste gevallen niet onder de hoofdfiguren worden aangetroffen. | |
Schreef Scott historische romans?Alleen al op semantische gronden moet deze vraag met ja worden beantwoord, omdat het gaat om romans die zich in het verleden van de schrijver afspelen. Stelt men aan historische romans de eis dat ze op de eerste plaats het verleden verbeelden, dan vallen Scott's romans niet onder deze categorie. Centraal staat immers de hoofdpersoon die, niet zozeer gehinderd door uitgesproken persoonlijke opvattingen maar des te meer door invloeden van buitenaf, zich een weg zoekt naar ‘the rank in society which (his) family and situations entitle (him) to fill’.Ga naar eindnoot13. Historische gebeurtenissen, hoe nauwkeurig ook, zoals in het geval van Waverley en Old Mortality, vormen slechts een achtergrond. Men kan immers met de beste wil Waverley ondanks de ondertitel ‘Tis Sixty Years Since’ niet zien als een roman waarin de Jacobijnse opstand van 1745 wordt behandeld. Het einde van de opstand, de slag van Culloden en de moordpartijen die erop volgden vormen er zo'n wezenlijk bestanddeel van en hebben de verhouding tussen Schotland en Engeland zozeer beïnvloed dat het weglaten ervan elke aanspraak op historische volledigheid uitsluit. Het happy-end dat Scott ons aan het einde van Waverley voorschotelt, met de verbroedering tussen de Schotten en de Engelsen, staat ook haaks op de gevoelens die hij zelf moet hebben gehad over deze periode.Ga naar eindnoot14. Overigens laat Scott er in zijn inleiding ook geen enkel misverstand over bestaan dat de gebeurtenissen van 1745 hem een geschikte gelegenheid lijken om ‘the characters and passions of the actors’ uit te werken. De periode die hij kiest is ondergeschikt want ‘the deepruling impulse is the same’ en niemand dan Scott heeft meer recht van spreken in dit opzicht omdat hij zoveel uiteenlopende episoden uit de geschiedenis heeft benut. | |
Waarom wordt Scott niet meer gelezen?Over deze vraag heb ik lang nagedacht maar zonder dat dit tot een bevredigend antwoord heeft geleid. Ik zie namelijk uitsluitend redenen om Scott wel te lezen. Het antwoord op de vraag kan nauwelijks in algemene termen gegeven worden: dat zijn boeken erg dik zijn en gedateerd geldt ook voor boeken van talloze andere schrijvers die wel gelezen worden. Wellicht ligt het aan zijn stijl, die zeker eisen stelt aan de lezer, maar als we vaststellen dat Scott moeilijk weerstand kan bieden aan de verleiding om aan een zin de zoveelste fraaie bijzin toe te voegen, hoe moeten we dan de belangstelling voor een gekwalificeerd woordstapelaar als Proust uitleggen. Bovendien is de literaire stijl waarvan Scott zich bedient voor iedereen die gevoelig is voor ‘the beauty of felicitous expression’Ga naar eindnoot15. evengoed een extra reden om hem te lezen. Abbotsford. Scott's buiten, door hemzelf gebouwd.
Zonder twijfel speelt het image van schrijver van jongensachtige ridderverhalen hem parten, maar dat is pas enkele decennia terug gaan overheersen. Voor de lezers uit Engeland komt hier het Adam in balling-schap-effect bij. Wie eenmaal in een prematuur stadium gedwongen wordt om door middel van schoolse methode literatuur tot zich te nemen kan daar een forse aversie aan overhouden. Kortom, echte evidente oorzaken lijken niet gemakkelijk aan te wijzen en dat maakt het denkbaar dat een Scottrevival waarvan een klein aantal tere voortekenen waarneembaar zijn, tot de mogelijkheden gaat behoren. | |
VertalingenEr is nog veel meer te vinden in Scott dat de moeite van het vertellen waard is. Wellicht is het goed om de korte beschrijving van enkele karakteristieken af te sluiten met een algemene kenschets. Iedereen die zich heeft verdiept in de persoon van Scott komt tot dezelfde conclusie dat we te doen hebben met een uiterst beminnelijk heer, hoog geprezen om zijn menselijkheid en vriendelijkheid. Deze eigenschappen zijn terug te vinden in zijn boeken en ik ken weinig schrijvers wier werk zo frequent het in het Nederlands zo moeilijk weer te geven woord ‘delightful’ uitlokken. De overdaad aan aardige lieden, de mildheid en waardigheid waarmee de meest onbeduidende personages worden behandeld, de humor en de verdraagzaamheid maken het lezen van zijn beste romans tot wat 't Hart noemt ‘een gebeurtenis’. Als we, zover gekomen, erin geslaagd zijn het enthousiasme voor Scott over te brengen is het tijd voor een waarschuwing. Scott is verkrijgbaar, althans voor een deel, in het Engels, maar het lezen van Scott in de originele taal is verre van eenvoudig. Zijn Schotse romans, aldus Angus en Jenni Calder ‘are thouht incomprehensible by English readers who find Joyce's Ulysses quite easy going’. Met name het antieke Schotse dialect is voor Nederlanders ook met behulp van de in elke uitvoering opgenomen ‘glossary’ slechts moeizaam te volgen. Gelukkig zijn de vertalingen van |
|