Engelse kroniek
James Brockway
Even voordat ik wilde aanvangen over twee romans van de Ierse schrijfster Jennifer Johnston te schrijven, las ik het ‘real-life’ verhaal van Anne Maguire, een Ierse huisvrouw en moeder. En daar literatuur niet alleen, zoals sommigen ons willen doen geloven, met literatuur, maar ook met leven te maken heeft, was het goed dat mijn oog eerst op dat stukje over deze Ierse martelares viel.
Tegen het einde van janauri pleegde Anne Maguire op 34-jarige leeftijd zelfmoord door polsen en hals door te snijden met een vleesmes. Zij was niet onbekend, want op 10 augustus 1976 raakte zij zwaar gewond bij een ongeluk in de stad Belfast met een auto waarin enkele vluchtende terroristen zaten. Van haar vier kinderen werden er drie bij hetzelfde ongeluk gedood. Haar zuster en Betty Williams, die dit alles zag gebeuren, stichtten kort daarna de ‘Peace People Movement’, in een poging een eind te maken aan de geweldpleging tussen Rooms-Katholieken en Protestanten in Noord-Ierland. In 1976 werd aan deze beweging de Nobelprijs voor de Vrede toegekend.
In 1977 vertrok Anne Maguire met haar man en het kind, dat het ongeluk had overleefd, naar Nieuw-Zeeland. Hoewel zij daar nog een dochter kreeg, bracht deze verhuizing geen oplossing: de ene zenuwinstorting volgde op de andere, totdat zij met haar gezin naar Belfast terugkeerde. Ook dit bracht geen oplossing, onder andere omdat de geweldpleging en moordpartijen - zoals we allen weten - doorgingen. In januari van dit jaar beroofde Anne Maguire zich van een leven, dat onleefbaar was geworden.
‘Er zijn honderden van dergelijke gevallen in Noord-Ierland, waarvan men nooit wat verneemt,’ gaf een vrouw die bij de begrafenis van Anne Maguire aanwezig was, als kommentaar. ‘Het zijn altijd weduwen of moeders.’
Wat heeft dit met literatuur te maken? Nu, hoewel het leven geen literatuur is (behalve dan voor een paar happy souls) is het omgekeerde wel waar: literatuur is wel het leven: zij komt uit het leven voort, dat zij verrijkt en verdiept. Wat heeft dit alles met de romans van Jennifer Johnston te maken? Het volgende.
Van deze schrijfster, dochter van een bekende vader, zijn tot dusver vijf romans verschenen: The Captains and the Kings, The Gates, How Many Miles to Jerusalem? Shadows on our Skin (1977) en The Old Jest (1979).
Hiervan heb ik alleen de laatste twee gelezen en wel in omgekeerde orde van verschijning. The Old Jest speelt in de eerste jaren van het Interbellum, in het begin van de jaren twintig, toen men al vocht voor de politieke identiteit van Ierland. Een terrorist die zich in een hut op het strand buiten Dublin schuil houdt, speelt hierin een leidende rol - de rol eigenlijk van een catalysator. Hij wordt geholpen door een weinig vermoedend jong meisje van achttien, totdat hij door Engelse soldaten gepakt en gedood wordt. Voor de jonge vrouw betekent dit een eerste confrontatie met dood door geweld; tevens het vernietigen van een droomwereld.
De roman gaat echter ook over iets anders - over het uitsterven van het oude Ierland van grote landhuizen en arme boerderijen - men is onder het lezen steeds de sfeer gewaar van De Kersentuin van Anton Tsjechov.
Deze vergelijking met het werk van een grootmeester als Tsjechov is niet lichtzinnig. Leefden wij niet in een tijdperk, waarin het kulturele leven op een absurde en vulgaire wijze door vulgaire en absurde televisieomroepen wordt gedomineerd, vervormd en ondermijnd; het tijdperk van de André van Duyns, Mies Bouwmans en de Willem Ruysen (om over de Simon van Collems maar liever te zwijgen), dan zou het belang en de kwaliteit van een roman als The Old Jest (de titel komt van Turgeniew) meteen voor een ieder evident zijn. Men zou zelfs bij machte zijn te beseffen dat zo'n boek ook over een van de grote thema's van de literatuur (en tevens van het leven) gaat. Namelijk over de vergankelijkheid. In de roman Shadows on our Skin is het verband met de ‘real-life’ story van Anne Maguire nog duidelijker zichtbaar. Want, hoewel de hoofdfiguur in dit boek (zoals trouwens ook in The Old Jest) een naïeveling is, speelt op de achtergrond alweer de Ierse politiek een rol en nu, in onze tijd.
Er zijn in deze magnifieke ‘kleine’ roman niet alleen sterk realistisch beschreven scènes, waarin militaire razzia's in volkswijken plaatsvinden, maar de misère in Noord-Ierland wordt ook gezien door de ogen en reakties van een vrouw en moeder - de moeder van de reeds genoemde naïeveling: in dit geval een jongen uit een volksgezin in Londonderry, die gedichten schrijft en op een schooljuffrouw verliefd raakt.
De vrouw die het extra-moeilijk in het leven heeft omdat haar man een nietsnut en hypochonder is die overdag in bed blijft liggen, terwijl zij uit werken gaat en die zijn miserabele existentie wil excuseren door het steeds weer over zijn heldendaden tijdens de Ierse opstand jaren tevoren te hebben, is een realiste. Het doden en vernielen van de terroristen wekt in haar een grote verachting. Als haar man en zonen de arrestatie en het gevangen nemen van enkele terroristen en hun medewerkers betreuren, dan reageert zij met de woorden: ‘If you go on creating destruction, you ask for what you get’. En als haar oudste zoon, die uit Engeland is teruggekeerd en die clandestien, als chauffeur, voor de terroristen werkt, aan haar vraagt: ‘Are you against the whole movement?’