Bzzlletin. Jaargang 8
(1979-1980)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 98]
| ||||||||||
Ons Amerika
| ||||||||||
[pagina 99]
| ||||||||||
de onbruikbare geleerdheid en de natuur. De natuurmens is goed, en respecteert en beloont mensen met meer ontwikkeling dan hij, zolang deze geen misbruik maken van zijn respect om hem te benadelen of hem te beledigen door hem links te laten liggen. Want dat vergeeft de natuurmens niet en hij is bereid met geweld het respect te heroveren van degene die zijn gevoelens krenkt of zijn belangen schaadt. Dankzij hun overeenkomst met deze versmade natuurlijke elementen zijn de tirannen van Amerika aan de macht gekomen; en zij zijn gevallen zodra zij deze verraden hadden. Met de tirannieën hebben de republieken geboet voor hun onvermogen de ware elementen van het land te leren kennen, daarvan de bestuursvormen af te leiden en ermee te regeren. Regeren over een nieuw volk betekent scheppen. Bij volkeren, samengesteld uit ontwikkelde en onontwikkelde elementen, zullen de onontwikkelde regeren door hun gewoonte om daar waar de ontwikkelde elementen de kunst van het regeren niet leren twijfelgevallen met geweld te lijf te gaan en op te lossen. De onontwikkelde massa is traag en bedeesd in zaken die met intelligentie te maken hebben en wil goed geregeerd worden; maar als de regering haar kwetst, schut zij deze van zich af en regeert zelf. Hoe kunnen er ooit regeerders van de universiteiten afkomen als er in Amerika geen universiteit bestaat waar de grondbeginselen van de regeerkunst onderwezen worden, d.w.z. de analyse van de specifieke elementen van de Amerikaanse volkeren. Om daarachter te komen trekken de jongeren de wereld in met Franse- of Yankeebrillen op en zij streven ernaar een volk te regeren dat zij niet kennen. Er zou niemand tot de politieke loopbaan toegelaten moeten worden die de grondbeginselen van de politiek niet kent. Bij wedstrijden moet de prijs niet naar de beste ode gaan maar naar de beste studie over de factoren van het land waarin men leeft. In de krant, in de collegezaal, op de academie, moet men de nadruk leggen op de studie van de wezenlijke factoren van het land. Ze te kennen is voldoende, zonder blinddoek of omhaal van woorden; want wanneer opzettelijk of uit vergeetachtigheid een deel van de waarheid wordt achtergehouden, komt men op den duur door de waarheid die ontbrak ten val. Want zij groeit wanneer ze verwaarloosd wordt en gooit wat zonder haar ontstaat omver. Het probleem oplossen nadat men zijn elementen heeft leren kennen is gemakkelijker dan het op te lossen zonder ze te kennen. De natuurmens komt, verontwaardigd en sterk, en gooit de opeengehoopte rechtspraak uit de boeken omver, omdat ze niet wordt uitgeoefend in overeenstemming met de duidelijk zichtbare behoeften van het land. Kennen is oplossen. Het land kennen en het overeenkomstig die kennis regeren is de enige manier om het van tirannieën te bevrijden. De Europese universiteit moet plaats maken voor de Amerikaanse universiteit. De geschiedenis van Amerika, vanaf de Inca's tot nu toe, moet zo geleerd worden dat men haar op zijn duimpje kent, ook al zou de geschiedenis van de archonten van Griekenland er niet aan te pas komen. Ons Griekenland verdient de voorkeur boven het Griekenland dat niet het onze is. Dat hebben wij harder nodig. Nationale politici moeten exotische politici vervangen. Laten we de wereld op onze republieken enten; maar de stam moet die van onze republieken zijn. En laat de overwonnen schoolfrik zwijgen; want er is geen vaderland waarin de mens trotser kan zijn dan in onze smartelijke Amerikaanse republieken. Met onze voeten in de rozenkrans, een blank hoofd en een indiaans en creools geverfd lichaam kwamen wij onverschrokken op de wereld der naties. Met het vaandel van de Heilige Maagd trekken we er nu opuit om de vrijheid te veroveren. Een priester, een paar luitenants en een vrouw stichten in Mexico de republiek op de schouders van de indianen. Een Spaanse kanunnik geeft, beschermd door zijn priestergewaad, onderwijs in de Franse vrijheid aan enige veelbelovende aankomende studenten, die later de generaal van Spanje als leider van Centraal Amerika tegen Spanje inzetten. Met gewoonten van een monarchie en met de Zon als moederborst begonnen de Venezolanen in het noorden volkeren te stichten en de Argentijnen in het zuiden. Toen de twee helden op elkaar stootten en het continent begon te trillen, maakte er één, en niet de kleinste, rechtsomkeert. En omdat heldenmoed in vredestijd schaarser is, aangezien hij dan minder roemrijk is dan in oorlogstijd; omdat het voor de mens gemakkelijker is eervol te sterven dan ordelijk te denken; omdat men beter kan regeren met geëxalteerde en eensgezinde gevoelens dan na de strijd leiding geven aan uiteenlopende, arrogante, exotische of ambitieuze gedachten; omdat de krachten, opgerold in het weggemoffelde heldendicht, met de hun eigen katachtige behoedzaamheid en met de druk van de werkelijkheid het gebouw ondermijnden dat in de ruwe en karakteristieke streken van ons mesties Amerika, bij de volkeren met blote benen en een kazak uit Parijs, de vlag had gehesen van de volkeren, gevoed met regeersap, tijdens de onafgebroken toepassing van de rede en de vrijheid; of omdat de hiërarchische opbouw van de koloniën de democratische organisatie van de Republiek in de weg stond, of omdat de hoofdsteden met hun keurig gestrikte das het platteland met zijn rijlaarzen buiten lieten staan, of omdat de verlossers met hun bijbelwijsheid niet begrepen dat de revolutie die zegevierde met de ziel van het land, los van de stem van de heiland, ook samen met die ziel moest regeren en niet tegen of zonder haar; - dáárom begon Amerika te lijden en lijdt het nog steeds, vermoeid door het aanpassen van tegenstrijdige en vijandige elementen, geërfd van een despotisch en verdorven kolonisator, aan geïmporteerde ideeën en vormen die door hun gebrek aan plaatselijke realiteit het logisch regeren vertraagd hebben. Het continent, gedurende drie eeuwen ontwricht door een gezag dat het recht van de mens op het gebruiken van zijn verstand niet erkende, vormde een regering met het verstand als basis, zonder daarbij aandacht of gehoor te schenken aan de onwetenden die het hadden geholpen om op eigen benen te gaan staan; het verstand van allen wat de zaken van allen betreft en niet het universitaire verstand van een enkeling boven het boerenverstand van anderen. Het probleem van de onafhankelijkheid was niet de verandering van vormen maar de verandering van geest. Met de onderdrukten zou men gemene zaak moeten maken om het systeem te waarborgen, dat tegengesteld is aan de gezagsbelangen en -gewoonten van de onderdrukkers. De tijger, verschrikt door het geweervuur, keert 's nachts terug naar de plaats van de prooi. Hij sterft terwijl zijn ogen vlammen schieten en met zijn klauwen in de lucht. Men hoort hem niet aankomen want hij komt op fluwelen klauwen. Als de prooi wakker wordt, heeft ze de tijger al bovenop zich liggen. De kolonie bleef voortleven in de republiek, en ons Amerika is bezig om zijn grote dwalingen te boven te komen - de hoogmoed van de voornaamste steden, de blinde zege van de geminachte boeren, de overmatige import van vreemde ideeën en formules, de onbillijke en lompe minachting voor het inheemse ras - met behulp van de superieure kracht, bemest met het benodigde bloed van de republiek die strijdt tegen de kolonie. De tijger wacht | ||||||||||
[pagina 100]
| ||||||||||
achter elke boom, ineengedoken in elke hoek. Hij zal sterven met zijn klauwen in de lucht terwijl zijn ogen vlammen schieten. Maar ‘deze landen zullen hun moeilijkheden te boven komen’, zoals de Argentijn RivadaviaGa naar eind6. aankondigde, die zich in ruwe tijden aan fijne manieren bezondigde; bij de machete past geen zijden schede en men kan in het land dat met de lans gewonnen werd de lans ook niet achter zich werpen, omdat hij dan kwaad wordt en bij de deur van het Congres van IturbideGa naar eind7. gaat staan ‘opdat ze de blonde tot keizer maken’. Deze landen zullen hun moeilijkheden te boven komen, want in de geest van matiging die door de serene harmonie van de Natuur in het continent van het licht schijnt te heersen, en door de invloed van de kritische lectuur die in Europa de speculatieve lectuur van de falanstèreGa naar eind8., waarvan de vorige generatie doortrokken was heeft opgevolgd, wordt in Amerika in deze werkelijke tijden de werkelijke mens geboren. Wij waren een droombeeld, met de borst van een atleet, de handen van een fat en het voorhoofd van een kind. Wij waren een masker, met de kniebroek uit Engeland, het vest uit Parijs, het jack uit Noord-Amerika en de muts uit Spanje. De indiaan liep sprakeloos om ons heen en ging de bergen in, naar de hoogste top, om zijn kinderen te dopen. Bespied zong de neger 's nachts de muziek van zijn hart, alleen en onbekend, tussen de golven en de wilde dieren. De boer, de schepper, keerde zich blind van verontwaardiging tegen de op hem neerkijkende stad, tegen zijn schepping. Wij waren kousebanden en toga's, in landen die ter wereld kwamen met touwschoenen aan hun voeten en een hoofddoek om. Het zou in de aard van de zaak hebben gelegen om met de liefde van het hart en de durf van de stichters de hoofddoek met de toga te verbroederen; om de indiaan vrij te maken; om voldoende plaats in te ruimen voor de neger; om de vrijheid aan te passen aan het lichaam van hen die in opstand kwamen en in naam van die vrijheid de overwinning behaalden. Wij bleven zitten met de rechter, de generaal, de geletterde en de geestelijke. De engelachtige jeugd wierp, als op de armen van een octopus gezeten, haar hoofd met een kroon van wolken omhoog naar de Hemel, waarna het met steriele glorie terugviel. Het natuurlijke volk vertrapte, gedreven door zijn instinct en blind door de triomf, de gouden scepter. Noch het Europese boek, noch het Yankeeboek, gaven de sleutel tot het Spaansamerikaanse raadsel. Men probeerde het met haat en het ging de landen van jaar tot jaar slechter. Moe van de nutteloze haat, van het verzet van het boek tegen de lans, van de rede tegen de kerkkandelaar, van de stad tegen het platteland, van het onmogelijke imperium van de stedelijke kasten, verdeeld over de natuurlijke, woelige of trage natie, begint men het bijna onbewust met liefde te proberen. De volkeren staan op en begroeten elkaar. ‘Hoe zijn wij?’, vragen ze elkaar; en zij zullen elkaar zeggen hoe ze zijn. Wanneer er zich in Cojímar een probleem voordoet, dan gaat men de oplossing niet in Danzig zoeken. Het colbert komt nog uit Frankrijk, maar het denken begint Amerikaans te worden. De jongeren van Amerika stropen hun mouwen tot de ellebogen op, steken hun handen diep in het deeg en laten het rijzen met het gist van hun zweet. Ze begrijpen dat er te veel geïmiteerd wordt en dat hun redding in het scheppen ligt. Scheppen is het wachtwoord van deze generatie. Wijn van banaan; en ook al blijkt die zuur te zijn, het is onze wijn! Men begrijpt dat de regeringsvormen van een land zich moeten aanpassen aan zijn natuurlijke elementen; dat de absolute ideeën in relatieve vormen gegoten moeten worden, | ||||||||||
[pagina 101]
| ||||||||||
willen ze niet door een formele fout vallen; dat de vrijheid, om levensvatbaar te zijn, oprecht en volledig moet zijn; dat de republiek sterft als zij haar armen niet voor iedereen opent en samen met iedereen verder gaat. De tijger sluipt zowel van binnenuit als van buitenaf door de spleet. Op bevel van de generaal richt de cavallerie zich tijdens de mars naar de pas van de infanteristen. Want als hij de infanteristen achterlaat, wordt zijn cavallerie omsingeld door de vijand. Strategie is politiek. De volkeren moeten steeds kritiek op elkaar leveren, want kritiek is gezond; maar wel vanuit één gemoed en één geest. Afdalen tot de ongelukkigen en ze opheffen in je armen! Het natuurlijke bloed dat kookt en klotst door de aderen van het land stuwen! Rechtop, met de vrolijke ogen van werkers, groeten de nieuwe, Amerikaanse mensen elkaar van volk tot volk. De natuurlijke staatslieden komen voort uit de directe studie van de Natuur. Zij lezen om toe te passen en niet om te copiëren. Zij lezen om de moeilijkheden in hun oorsprong. De redenaars beginnen sober te worden. De toneelschrijvers voeren de inheemse karakters ten tonele. De academies bespreken levensvatbare thema's. De poëzie knipt zijn lange haren à la ZorrillaGa naar eind9. af en hangt zijn kleurige vest aan de roemrijke boom. Het proza, flonkerend en gezuiverd, zit vol ideeën. De regeerders in de indianenrepublieken leren indiaans. Amerika zal zich redden uit al zijn gevaren. Op sommige republieken ligt de octopus te slapen. Andere beginnen volgens de wet van het evenwicht in dolle en bewonderenswaardige vaart naar zee te rennen om de verloren eeuwen terug te winnen. Weer andere vergeten dat JuárezGa naar eind10. rondreed in een koets getrokken door muilezels en nemen een wagen voortgestuwd door de wind met een zeepbel als koetsier; het gif dat luxe heet, deze vijand van de vrijheid, bederft de lichtzinnige en opent de poort voor het buitenland. En weer andere louteren hun viriele karakter met de epische geest van de bedreigde onafhankelijkheid. Nog weer andere kweken tijdens de rooftochten in het buurland het krijgsvolk dat henzelf kan verslinden. Maar misschien loopt ons Amerika nog een ander gevaar, dat niet uit hemzelf voortkomt maar uit het verschil in afkomst, methodes en belangen tussen de twee continentale factoren, want het uur is nabij waarop een ondernemend en krachtig volk, dat ons Amerika niet kent, en het minacht, intieme relaties komt opeisen. En aangezien viriele volkeren, die zichzelf op eigen kracht gemaakt hebben met behulp van het geweer en de wet, enkel en alleen maar houden van viriele volkeren; aangezien het uur van de mateloosheid en de eerzucht, waarvan Noord-Amerika zich misschien bevrijdt doordat de zuiverste elementen van zijn bloed de overhand krijgen, of waarin de wraakzuchtige en inhalige massa's, de traditie van de veroveringen en het belang van een handige caudillo hem zouden kunnen storten, nog niet zo nabij is, zelfs in de ogen van de meest schichtige figuur, dat hij tijd besteedt aan het voortdurende en bescheiden laten blijken van de eigen trots waarmee hij dat uur het hoofd zou kunnen bieden en het zou kunnen afwenden; aangezien zijn decorum van een republiek ten overstaan van de oplettende volkeren van het Universum op Noord-Amerika werkt als een rem, die nog niet de kinderlijke uitdaging, de duidelijk tentoongespreide arrogantie of de moorddadige tweestrijd van ons Amerika hoeft weg te nemen, is het de dringende plicht van ons Amerika zichzelf te leren hoe het is, één in ziel en doelstelling, snelle overwinnaar van een verstikkend verleden, slechts bevlekt met de bloedige mest die door de strijd met de ruïnes aan onze handen ontrukt wordt, en met het bloed van de aderen die onze meesters vol gaten voor ons achterlieten. De minachting van het geweldige buurland, dat ons Amerika niet kent, vormt het grootste gevaar; en het wordt tijd - want de dag van het bezoek is nabij - dat het buurland ons leert kennen, opdat het ons niet minacht. Misschien zou het er anders uit onwetendheid toe komen zijn zinnen op ons te zetten. Zodra het ons zou kennen, zou het daarentegen uit respect zijn handen van ons aftrekken. Men moet vertrouwen hebben in het goede in de mens en het slechte in hem wantrouwen. Men moet het goede de gelegenheid geven zich te openbaren en over het slechte te zegevieren. Zo niet, dan zegeviert het slechte. De volkeren moeten een schandpaal hebben voor wie hen tot zinloze haatgevoelens aanzet; en een andere voor wie hen niet op tijd de waarheid zegt. Er is geen rassenhaat, want er zijn geen rassen. De zwakke en ziekelijke denkers, de denkers van bij de lamp, rijgen de rassen aaneen en rakelen ze op uit boeken, rassen die de rechtvaardige reiziger en de hartelijke waarnemer tevergeefs zoeken in de rechtvaardigheid van de Natuur, waar de universele identiteit van de mens in het oog springt in de zegevierende liefde en de onstuimige begeerte. De ziel stroomt, gelijk en eeuwig, uit de lichamen die verschillen van vorm en kleur. Wie de tegenstellingen en de rassenhaat voedt en propageert, zondigt tegen de Mensheid. Maar in de mengelmoes der volkeren hopen zich in de nabijheid van andere, verschillende volkeren bijzondere en actieve karaktereigenschappen op, wat ideeën en gewoontes, uitbreiding en verwerving, ijdelheid en gierigheid betreft, die uit de latente staat van nationale zorgen in een periode van interne wanorde of van overhaaste bundeling van karaktereigenschappen van het land zouden kunnen veranderen in een ernstige bedreiging voor de geïsoleerde en zwakke buurlanden, die door het sterke land vergankelijk en minderwaardig worden verklaard. Denken is dienen. Men moet ook niet uit dorpse antipathie een aangeboren en fatale slechtheid bij het blonde volk van het continent veronderstellen, omdat het onze taal niet spreekt, en het huis niet ziet zoals wij het zien, noch op ons lijkt wat zijn politieke gebreken betreft, die van de onze verschillen; ook heeft het niet veel op met de opvliegende en donkerblonde mensen, noch kijkt het met milde blik vanaf zijn nog lang niet zekere hoogte naar hen die minder begunstigd door de Geschiedenis stap voor stap heldhaftig de weg van de republieken beklimmen; noch moet men de duidelijke gegevens van het probleem verborgen houden, dat voor de vrede der eeuwen opgelost kan worden met de juiste studie en de stilzwijgende en dringende vereniging van de continentale ziel. Want reeds klinkt de eensgezinde hymne; de huidige generatie draagt het nijvere Amerika op zijn schouders over de weg, begaanbaar gemaakt door hun voortreffelijke voorouders; vanaf de Río Bravo tot aan de Straat van Magallanes strooide de Grote SemíGa naar eind11., gezeten op de rug van de Condor, het zaad van het nieuwe Amerika uit over de romantische naties van het continent en over de smartelijke eilanden in de zee!
(Gepubliceerd in Mexico, 30 januari 1891) | ||||||||||
[pagina 102]
| ||||||||||
José Martí
Vertaald door werkgroep RU Leiden:
|
|