Bzzlletin. Jaargang 7
(1978-1979)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 101]
| |
Over de Profundis o.a.
| |
[pagina 102]
| |
maken plaats voor verbittering en inkeer tot zijn provinciale oorsprong: het vermaledijde Vlaanderen. In de wereldstad Berlijn had hij wel verwante zielen ontmoet, maar ze hadden hem niet als hun evenknie erkend. Portret uit de tijd dat De profundis gepubliceerd werd (najaar 1925).
De profundis
Wij zijn de overwonnenen
op de zuiderstrook der lage landen langs de zee
De zee was ons niet goed
Meer misdeeld is de zuiderstrook (Vlaanderen) dus dan de noorderstrook van diezelfde lage landen langs de zee, die zijn grootheid dankte aan de goedheid van de zee. Soms is een plant ons goed nog
en dieren
Ik meen daarmee buiten de paarden
schepershonden van Mechelen of Groenendaal
die na de schilders de roem van Vlaanderen
over de grenzen dragen
Herkennen zij in ons hun maats
der volle maat
van slagen
Zien paardenogen aan wier staren
het denken om het leed verglijdt
in de verte
de ster die ons niet begeleidt
Het groteske is subliem geworden tot tragikomiek - honden, paarden en wereldberoemde schilders in een adem genoemd. Schijnbaar onbeholpen, ontroerend, verglijden onafgemaakte zinnen in elkaar. Om de geraniën die aan de vensters onzer hoeven God roepen
met haar meekraplakken stemmen
schokt de stilte en het verstarren
Een banaler en kwalijker riekende bloem dan die van de geranium is ten plattelande nauwelijks te vinden. Maar er is ook nauwelijks een zo puur, een zo strijdvaardig rood in alle grauwheid van oude boerderijen, als het kraplakrood waarmee de geranium bloeit. En daarom is hij de stem waarmee de hoeven God roepen en zijn het niet de droeve klokken van de dorpskerktorens die dit doen, wat je denken zou, als je alleen afging op de sombere schilderijen van Constant Permeke bij voorbeeld. |
|