werkwijze van “Bild”. De fotograaf die in Hannover de foto's had gemaakt tijdens de televisie-opnamen, werd eerst uitgenodigd voor een etentje om te kijken in hoeverre hij te koop was. Toen ze zagen dat ze niet met een “Bild”-fotograaf te doen hadden, kreeg de man een tijdje later een telefoontje van een internationaal persbureau: of ze de wereldrechten konden kopen. Dat was natuurlijk heel interessant voor hem en hij vroeg wat ze betaalden. Het antwoord was dat geld geen rol speelde, dat hij op zo'n 50.000 gulden kon rekenen. En toen werd het hem plotseling duidelijk. Hij vroeg wat die rechten precies inhielden, of dat ook betekende dat die foto's niet meer gepubliceerd konden worden, in portefeuille gehouden. Inderdaad, was het antwoord. Toen wist die fotograaf dat “Bild” het langs een andere weg had geprobeerd.’
Hoe hebben de andere Duitse kranten op de ‘Bild’-actie gereageerd?
‘Springer heeft natuurlijk zijn hulptroepen. Dat zijn er nogal wat, maar die zijn niet zo interessant, “Bayernkurier”, “Rheinischer Merkur” en zo. En toen Raddatz in “Die Zeit” scherp stelling nam tegen Springer, volgde er kort daarna een hoofdartikel van de Nato-specialist Theo Sommer, waarin ik in de mangel werd genomen. De CDU-vleugel oefent druk uit. Bij “Stern” is het hetzelfde, redacteuren die over mij willen schrijven, krijgen steeds minder de kans. De vakbondspers doet het daarentegen weer heel goed. Er is een belangrijk onderscheid tussen bijvoorbeeld “Bild” en de “Frankfurter Allgemeine Zeitung”. “Bild” is voor de dommen, bij “Bild” worden de lezers voor primitief gehouden, daar kijken ze enorm op de lezer neer. Maar bij de FAZ ligt dat heel anders. Dat is tenslotte het lijfblad van het grootkapitaal. In het culturele deel wordt “Bild” kritisch geanalyseerd, daarin wordt de lezer niet voor dom gehouden. De FAZ-lezers hebben zo'n rotsvast maatschappelijk standpunt, die zouden het niet pikken als ze niet exact geïnformeerd werden. Die moeten precies weten hoe laat het is, om zich te wapenen. De FAZ functioneert dus heel anders.’
Het Springer-concern voert een hele reeks processen tegen jou en jouw uitgever. Was het niet meer voor de hand liggend als Springer had geprobeerd het boek als geheel, in één klap, te laten verbieden?
‘Dat is de vraag. Hun taktiek komt neer op een uitputtingsslag met hetzelfde resultaat. Eerst zijn ze begonnen om feitjes te bestrijden, om bepaalde fragmenten in het boek te laten verbieden. Dat betekende dat elke nieuwe druk van het boek een beetje anders werd. Dat heeft twee belangrijke voordelen: het boek wordt er veel duurder door, de productiekosten dus, en ten tweede zijn er de proceskosten die telkens terugkomen. Toch is dit de minst gevaarlijke kant van de zaak, want voor elke geschrapte passage heb ik vijf andere.’
‘Die processen, dat is een hoofdstuk apart. Daar wordt een stuk klassejustitie geschreven. Mijn advocaat, die echt een conservatieve liberaal is, begrijpt er zelf niets meer van en spreekt van klassejustitie.’
‘De rechter is een rechtse CDU-man, die heeft van begin af aan zijn betrokkenheid duidelijk laten merken. Hij houdt het boek voor een schandaal, het had volgens hem nooit mogen verschijnen. Dat heeft hij voor het begin van het eerste proces tegen mijn advocaat gezegd.’
‘Die gaan zo ver dat ik tijdens de zitting een geestelijke terrorist word genoemd. Dat wat ik doe hetzelfde is als wat de Bubackmoordenaars doen. Dat wordt letterlijk zo gezegd.’
‘Die zijn ook voor een klassemaatschappij. “Bild” voor de arbeiders, de “FAZ” voor hun, zodat ze goed geïnformeerd zijn. En wat ik heb geschreven en daar nu door de Springer-advocaten wordt geciteerd, dat past niet in dat beeld. Wat bij “Bild” gebeurt, hoort niet thuis in de openbaarheid. Dat brengt de bestaande orde in gevaar.’
‘Wat Springer vervolgens heeft gedaan, is beweren dat door bepaalde stukken in het boek de privé-sfeer wordt aangetast. Van ‘Bild’, van de chef-redacteur die in het boek Schwindmann heet. En daarmee is het ze gelukt dat een flink aantal passages uit het boek geschrapt moesten worden.
Als de privé-sfeer van ‘Bild’ wordt aangetast, komt het dus op de methode aan. Een aantasting van jouw werkwijze.
‘Precies. Maar let op, als ze dat principe op “Bild” toepassen, zou die krant niet meer mogen verschijnen. Omdat “Bild” voortdurend, maar heel willekeurig de privé-sfeer van afzonderlijke mensen aantast, binnendringt in de privé-sfeer van enkelingen. Ik heb geen afzonderlijke persoon genomen, ik heb een nieuwsfabriek van binnen onderzocht. En wanneer dat niet meer mogelijk is, weet ik niet meer wat je wel kunt doen. Als dit zo door gaat, kan ik mijn werk niet meer doen. Dat zou voor mij een beroepsverbod betekenen. Ook wat Kisch vroeger deed, is dan voortaan verboden. Ik kan dan niet meer in een fabriek werken om er over te schrijven.’
‘Trouwens, het is iemand die in vaste dienst is, een arbeider bijvoorbeeld, al op andere gronden verboden over zijn werk te schrijven. Dat is dan vaak opgenomen in het arbeidscontract. Daarom is het juist zo belangrijk dat journalisten dat kunnen overnemen. Die functie wordt nu aangetast.’
Veronderstel dat het zover komt. Kun je jouw methode eigenlijk veranderen? Wat ga je dan doen?
‘Dat weet ik ook nog niet. Ik ben een driftmatige werker, ik kan niet anders dan mijzelf in een situatie plaatsen, zelf alles aan den lijve ondervinden, om erover te kunnen schrijven.’
‘Misschien dat ik mijn boeken eerst in het buitenland laat verschijnen, en dat hier alleen maar roofdrukken te krijgen zijn. Of misschien moet ik met een pseudoniem gaan werken, zodat ik juridisch helemaal niet meer besta.’