Bzzlletin. Jaargang 6
(1977-1978)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 73]
| |
Du Perrons invloed op Ter Braak
| |
[pagina 74]
| |
wilde dat Ter Braak die bewondering overwon, want zoals we in brief 440 lezen, vond Du Perron dat de overwonnen invloed een bevestiging van je zelfstandigheid is. ‘Passieve’ bewondering levert een epigoon op; verwerking van die bewondering een zelfstandig schrijver.
Boven v.l.n.r.: E. Bouws, Maurice Roelants, J. Greshoff, E. du Perron, M. ter Braak.
In The anxiety of influence bouwt Bloom een theorie op over invloed, die niet van toepassing is op Ter Braak. Bloom gaat ervan uit dat bewondering agressie opwekt en dat juist die agressie literatuur oplevert. Hij volgt hierbij nauwgezet het Freudiaanse model. Het woord ‘agressie’ is een te eenzijdige benoeming van zeer verschillende, uiteenlopende reactiesGa naar eind1. Bloom laat geen keus tussen ‘agressie’ en ‘onderwerping’ (= epigonisme), terwijl het overwinnen van een invloed bij Ter Braak en Du Perron niet anders behoefde te betekenen dan een terugvinden van jezelf, vermeerderd met de rijkdom die is verkregen door het verwerken van de invloed. ‘Zoals iedere vriendschap van karakter verandert (het overwicht van de vriend verdwijnt langzaam voor de vertrouwelijkheid, de verschillen beginnen nieuwe vriendschappen in andere richtingen te bevorderen), zo verandert ook mijn verhouding tot Nietzsche; hij charmeert mij niet langer als de oneindig meerdere, als ik hem opsla ken ik hem (ook aan zijn grenzen) en ik weet, dat ook hij mij eens nauwelijks meer zal verrassen’, schrijft Ter Braak in ‘Nietzsche contra Freud’ (Politicus zonder partij, p. 88). Ter Braak heeft een bevrijdende invloed van Du Perron's persoonlijkheid ondergaan, maar hij stelde zich voor, dat de bodem rijp was. In de Briefwisseling heb ik bij Ter Braak geen sporen van agressie gevonden. Hij heeft de invloed aanvaard, verwerkt en overwonnen en is uitgegroeid tot een zelfstandig schrijver, die wel met zijn problemen worstelde, niet met zijn grote voorbeelden in het begin van de jaren dertig: Nietzsche en Du Perron.
Rechts: Du Perron (r) en Ter Braak
Du Perron schreef dat Ter Braak andere vrienden (en vijanden) verdiende dan Holland hem geven kon. Du Perron vond namelijk dat je je vrienden en vijanden moet overwinnen. Hij heeft dat zelf ook geprobeerd. Hij is zich blijven ‘afzetten’ tegen Malraux en later ook tegen Ter Braak.
Gomperts onderzoekt in zijn belangwekkend essay ‘Ter Braak’ in De schok der herkenning hoofdzakelijk de invloed die Ter Braak van Nietzsche heeft ondergaan. Hij komt tot de conclusie, dat Ter Braak Nietzsche verkeerd heeft geïnterpreteerd: ‘Ter Braaks vriend, die hij Nietzsche noemde, was dus eigenlijk iemand die op Nietzsche leek, maar die Ter Braak was’. Gomperts vindt dat het misverstand over Nietzsche bijzonder vruchtbaar voor Ter Braak is geweest. Bij mijn onderzoek naar de invloed die van Du Perron op Ter Braak heeft plaats gehad, meen ik, dat die invloed niet op een misverstand berustte. Evenmin dat Ter Braak Du Perron zijn vriend noemde, maar zichzelf bedoelde. Ter Braak, voor en na de ontmoeting met Du Perron, is veranderd door de bewondering die hij voor Du Perron had, waarbij opvalt hoezeer hij de verschillen tussen hen erkende en aanvaardde. | |
[pagina 75]
| |
Dat Ter Braak in het begin van de vriendschap zich de mindere voelde van Du Perron blijkt onder andere uit het feit dat hij zichzelf niet als gelijkwaardige tegenstander naar voren wilde brengen in de brieven over Les Liaisons Dangereuses van Laclos. Ter Braak stelde voor om hun bespiegelingen over Les Liaisons uit te werken tot een dialoog; maar dan wel onder Du Perron's naam, want hij vond, dat de hele positieve kant van Du Perron was. Na de eerste vijf jaar van de vriendschap vond er een verandering plaats. Het verschil tussen de invloed die Du Perron op Dumay en op Politicus zonder partij heeft gehad, is groot. Ter Braak had zich intussen ontwikkeld als schrijver en weerlegde de kritiek van Du Perron op Politicus zonder partij. Op intellectueel niveau waren ze toch al elkaars. gelijken en literair was Ter Braak gegroeid. Tijdens en na het schrijven van Land van herkomst had Ter Braak een grote bewondering voor Du Perron. Hij vond het werk subliem. Door zijn reacties zien we weer even een bewonderende Ter Braak, maar uit het verloop van de briefwisseling blijkt dat Ter Braak ‘volgroeid’ is. De reacties van Du Perron van de laatste vijf jaar zijn dikwijls agressief. Je zou je af kunnen vragen of de ‘zelfstandigheid’ van Ter Braak hem dan toch dwars zou zitten. Ik geloof echter en ik meen, dat de Briefwisseling daar voldoende bewijs voor geeft, dat Du Perron in grote persoonlijke moeilijkheden zat (denk bijvoorbeeld aan de erfeniskwestie en de moeite die het hem kostte om geschikt werk te vinden). Hij raakte in deze jaren soms gedemoraliseerd en kon niet goed tegen de moeilijkheden op. Zijn reacties zijn voor een belangrijk deel uit zijn persoonlijke omstandigheden te verklaren, waarbij zijn, ook van die jaren daterende, slechte gezondheidstoestand niet dient te worden vergeten. Toch lijkt het er in die laatste jaren wel eens op alsof Du Perron zich machteloos voelde tegenover de intellectuele vermogens van zijn vriend.
De invloed die de pérsoon Du Perron op Ter Braak heeft gehad, is gedeeltelijk aantoonbaar in het werk van Ter Braak. Hij schreef hier in brief 68 zelf over: ‘Ik heb een bevrijdende invloed van je persoonlijkheid ondergaan, die Marsman terecht ook in mijn stijl en toon ontdekt’. Ter Braak was verontwaardigd over Dr. Menno ter Braak, Reinaert uit Eibergen, van Max B. Teipe en Johan van der Woude, omdat zij bij de ‘zoo minutieus opgesomde invloeden’ Du Perron niet noemdenGa naar eind2. Dit is tekenend voor het gebrek aan ‘agressie’ in Ter Braak's houding ten opzichte van zijn vriend: hij deed nooit een poging Du Perron's invloed op hem te ontkennen of te verkleinen; hij zag die invloed ook door anderen graag erkend. Het was een royaliteit die het zelfbewustzijn van Ter Braak aangaf: hij had veel aan Du Perron te danken, maar afgezien misschien van hun allereerste vriendschapsperiode, was hij nooit Du Perron's vazal. |