Dolf Verroen maar weer eens over prentenboeken
Dolf Verroen
Soms heb ik het gevoel dat het prentenboek een over de hoofden van kinderen heen vervaardigd snobartikel gaat worden - iets voor verzamelaars en kinderen van een bepaald soort ouders, welke soort dat dan ook mag zijn. Teksten die het gemiddelde kind niets zeggen, doordat het uitgangspunt te extreem, te exclusief of te volwassen is. Maar toch - en het spijt me dat ik mezelf hiermee in zekere zin tegenspreek - zijn dat meestal de aardigste prentenboeken, beter dan middelmatige coprodukties waarvan zowel tekst als tekeningen geheel en al vrijblijvend zijn.
Uitgeverij Helmond heeft nu twee prentenboeken uitgegeven die werkelijk voor ieder kind geschikt zijn. En dat komt in de eerste plaats misschien wel omdat er geen tekst bij is. Onze kleuterwereld buiten en Onze kleuterwereld binnen werden gemaakt door Michael en Ann Ricketts. Je treft er alles in aan wat je naar aanleiding van de titels mag verwachten. Binnen geeft allerlei situaties en overzichten binnen: in de supermarkt, de klas, het zwembad, het circus, de garage, de hal van het vliegveld en de gymzaal. Door de opzet krijgen kleuters en kleine kinderen werkelijk ook een overzicht. Bijzonder aardig en instruktief is ook dat naast de prent een marge is aangebracht met voorwerpen die op de situatie betrekking hebben. Bij het zwembad vind je dus bijvoorbeeld de zwemband, douche, springplank (enzovoort) met het woord er onder. Bijzonder leuk. De opzet is zo situationeel gedaan dat kinderen of ouders zonder fantasie er vrij snel een verhaal in kunnen ontdekken, terwijl degenen die dat willen (en daartoe in staat zijn) er steeds weer andere verhalen bij kunnen bedenken. Een knappe opzet. Ook al omdat deze (goed uitgevoerde) boeken door het ontbreken van de tekst zeker veel te bieden zullen hebben aan zwakbegaafde kinderen - waar toch al bijna niets voor is - terwijl intelligente kinderen er nog een heleboel meer uit kunnen halen dan de gewone middelmootkinderen. Want in bijna alle platen zitten aardige grapjes verstopt, zoals de olifant (in de dierentuin) die de oppasser natspuit, of de auto met caravan (op het kampeerterrein) die bij het wegrijden de appelboom ramt of de monteur (in de garage) die zijn slang verkeerd richt, enzovoort. Werkelijk bijzonder kostelijke, prententieloze boeken, die de kinderen volgens mij heel lang zullen boeien en daardoor jarenlang meegaan.
Het eveneens door Helmond uitgegeven en door Peter Spier geschreven en geillustreerde Blikken Betje is een prentenboek waarin äe tekst een grote rol speelt. Blikken Betje is de geschiedenis van de eerste auto en hoe de nazaten van dit monster de bewoonde wereld gaan overwoekeren. Voor kinderen en degenen die in een auto meer zien dan alleen een vervoermiddel; achterin zijn modeltekeningen (?) opgenomen van de motor van een Ford Model T Touring-car uit 1909. Een leuk geschreven verhaal voor meisjes en jongens die het begin van autoziekte hebben. Het werd zeer boeiend door M. Meijs in het Nederlands naverteld.
Fred en Tom en de gouden berg, een stevig uitgevoerd prentenboek met kleurenplaten van Wili Baum en tekst van Ernst A. Ekker, is een eveneens door Helmond uitgegeven goudzoekersverhaal. Voor kleine kinderen misschien zelfs wel spannend. Een western in miniatuur. Aardig gedaan.
titelpagina
Bij Bruna verscheen De tijger Trip, een in versjes vertelde geschiedenis over twee tijgers die een avontuurlijke reis maken. De versjes die door Ef Leonard werden vertaald, zijn best aardig, maar ondanks het feit dat ze niet met goedkope rijmelarij in elkaar zijn gerammeld, konden ze mij niet erg boeien. Ik ken de oorspronkelijke tekst niet en ik kan dus ook niet zeggen of ze door de vertaling veel verloren hebben. Maar het geheel vind ik middelmatig en weinig spannend. Het accent van dit prentenboek valt voor mij dan ook op de aardige, oorspronkelijke kleurenplaten van Nicola Bayley.
Veel spiritueler (en daardoor boeiender) zijn de versjes van Robert Gernhard in het prentenboek Ik zie ik zie wat jij niet hoort, die werden vertaald door Willem Wilmink. Ook van deze versjes ken ik het oorspronkelijke niet, maar ze moeten werkelijk uitstekend vertaald zijn. Levendig, vol vondsten. Geweldig. Ook de platen van Almut Gernhardt zijn subliem.
Eveneens door Bruna uitgegeven is De regendruppel van Maria Wiesenkamp met aardige, frisse tekeningen van Angela de Vrede. Het verhaal speelt zich af in een waterdruppel en ofschoon er weinig bezwaren kunnen worden gemaakt tegen de verteltrant, is het mij te zoet, te weinig