de houding van de tricoteuses die onder de guillotine zaten te breien in de hoop weer een kop te zien vallen.
Het is mij in mijn lange leven opgevallen dat de wereldverbeteraars in hun eigen omgeving soms keiharde en ongevariëerde lieden zijn. Dat is de reden waarom ik een zeker wantrouwen tegen hen koester. Een wantrouwen dat bij deze Conferentie voedsel heeft gekregen.
Het verwijderen, het uitwijzen van gevaarlijke medemensen uit een maatschappij behoort niet uit te lopen op persoonlijke gevoelens van bevrediging en overwinning. Dan kan men zich gaan afvragen of die verwijderaars wel beter zijn dan de verwijderden.
En tot slot - is er reden om trots te zijn en zich triomfantelijk te voelen? Nee immers. Wij leven in een land waarin men zeggen kan wat men lekker vindt, drukken mag wat men lekker vindt en waar niemand om welke overtuiging dan ook tot eenzame opsluiting of erger veroordeeld wordt. Dat wij landen waar dit niet zo is helpen is onze simpele plicht. Doe die dan, houd je koest en klop je niet op je borst.
Clara Eggink
Bestuurslid.
Ik wil graag met nadruk verklaren dat ik het met deze principiële stellingname van Clara Eggink volkomen eens ben.
Ik zou er bovendien aan willen toevoegen dat deze PEN-conferentie op mij meer de indruk van een padvindersbijeenkomst dan van een schrijvers-conferentie heeft gemaakt. Maar ik vrees wel dat de internationale bestuursleden meer overeenkomst met zakenlieden dan met padvinders vertonen: in de beste hotels logerend, de uiterste eisen aan onze welvaartsmaatschappij stellend en dan de mond vol over solidariteit, de derde wereld en schrijvers in nood...Woorden zijn inderdaad gemakkelijker dan daden. Hoeveel schrijvers in nood zouden door het aan deze conferentie uitgegeven geld uit de nood zijn geweest? Het lijkt me allemaal een kwestie van links denken en rechts doen.
Dolf Verroen