Dostojevski op kousevoeten
Margaretha Ferguson
Volg een heilige niet verder dan zijn deur, zeggen ze wel eens. Voor vele mensen van een vorige generatie is het een enorme desillusie geweest toen ze uit een betrouwbare biografie moesten vernemen dat de brave Charles Dickens een maîtresse had gehad die hij niet eens erg goed behandelde. Wat een ontluistering! Waar had dat nou voor nodig! En al die andere onthullingen over vereerde schrijvers tegenwoordig, het blijken zowaar gewone mensen te zijn of te zijn geweest, en daar kunnen bepaalde lezers blijkbaar niet tegen. Dit is beslist een generatie-verschijnsel, want tegenwoordig zorgen ‘de media’, en hier vooral de televisie, er toch wel voor dat de kloof tussen kunstenaar en publiek, tussen gezagsdrager en burger, zoveel mogelijk wordt verkleind. Dit proces wordt vooral geleid in de richting van het verkleinen, het banaliseren, het dichtbijbrengen van wat vroeger verheven werd geacht of een verheven plaats innam.
Nu kun je beslist niet zeggen dat de herinneringen van de tweede vrouw van Dostojevski, Anna Grigòrjevna Dostojèvskaja-Snitkina, de figuur Dostojevski naar beneden halen of ontluisteren, integendeel. Deze vrouw, die zo'n vijftien jaar met Dostojevski getrouwd is geweest en met hem zeer bewogen jaren heeft doorleefd, had af en toe wel een kritische kijk op haar man maar zij bleef hem onwankelbaar liefhebben en vereren. Maar de Dostojevski zoals hij zich manifesteert in zijn boeken komt er naar mijn gevoel niet uit. Dit ligt ongetwijfeld aan de visie van de liefhebbende Anna Grigòrjevna die, ondanks haar trouw, haar inzicht, haar moed, toch die is van een conventionele persoonlijkheid die zich uitdrukt in conventionele taal en conventionele beelden.
Maar goed, iedereen heeft recht op zijn eigen Dostojevski, en de Herinneringen van Dostojevskaja zijn natuurlijk onmisbaar voor iedere Dostojevski-lezer. Anna Grigòrjevna heeft gelukkig ontzaglijk veel onthouden, waarschijnlijk wel zo ongeveer alles wat zij met haar man heeft doorgemaakt, want hij was voor haar het medium waardoor zij werkelijk bestond. Niet dat zij een doetje was of hem in alles toegaf, zij hield haar eigen oordelen en gevoelsleven, maar zij stelde dat alles toch in dienst van haar grote held. Of zij hem werkelijk begrepen, doorgrond heeft in zijn enorme spanningen, zijn enorme diepgang, waag ik te betwijfelen. Het voornaamste in dit boek is dat het ons een kolossale hoeveelheid gegevens verschaft omtrent de persoonlijke ervaringen van Dostojevski in de jaren 1867 tot aan zijn dood in 1881. Die ervaringen zijn stormachtig genoeg: schulden, schulden, de hartstocht van het spelen die hij op een bepaald moment voorgoed bedwingt, laster, spot, roem, censuur, enzovoorts. De Herinneringen van Anna Grigòrjevna zou je eigenlijk het best kunnen beschouwen als een waardevolle bron van ruw materiaal, waarmee de Dostojevskiliefhebber het best zelf aan het werk kan gaan zonder zich al te veel te storen aan de huiselijke toon waarop ons dit materiaal ter beschikking wordt gesteld. (De goedverzorgde Nederlandse uitgave bevat naast de omvangrijke tekst van Anna Grigòrjevna een overzicht: Hoofdmomenten uit het leven van F.M. Dostojevski, alsmede een naamlijst van alle in de Herinneringen voorkomende Russische persoonsnamen met een korte biografische notitie.
In zijn Verantwoording vertelt vertaler Charles Timmer een en ander over de merkwaardige lotgevallen van Anna Grigòrjevna' Herinneringen. Pas in 1971 is hiervan in de Sovjetunie de eerste volledige en betrouwbare versie gepubliceerd. Eerdere publicaties gingen mank aan eigenmachtige verdraaiingen, bekortingen en toevoegingen van de toenmalige redacteur, de tekst was niet betrouwbaar gedateerd, enz. enz.
‘Het is opvallend,’ aldus Charles Timmer, ‘dat ondanks het feit, dat Dostojevski in de Sovjetunie zovele jaren een “persona non grata” is geweest, de Dostojevskistudie vanaf het begin van de revolutie van 1917, weliswaar met inzinkingen