namelijk ruim 12 uur en is daarmee ongetwijfeld de meest komplete dokumentaire over het China van nu. Twaalf uur film is een onmogelijke hoeveelheid voor een normaal bioskoop-roulement. Het eksperiment dat men in Parijs heeft aangedurfd, zal dan ook nooit in Nederland vertoond worden.
Vier bioskopen in het Quartier Latin draaien ieder een afzonderlijk deel uit de film en men kan zodoende zelf de delen in een aantal dagen tot een geheel komponeren. ‘Hoe Yukong bergen verzette’ is de titel van de film, ontleend aan een oude Chinese legende over een grijsaard die met zijn zoon een grote berg wil verzetten. Als hij op een gegeven moment de juiste mentaliteit toont door er vanuit te gaan dat hij er generaties lang over kan doen om zijn doel te bereiken, wordt hij door engelen uit de hemel geholpen en is de klus zo voor elkaar.
Ivens begrijpen kun je alleen, wanneer je wat meer weet over zijn politieke denkbeelden. Films als Borinage, Spaanse Aarde, Indonesia Calling, The 400 Million, Le Ciel, La Terre, Le Peuple et ses Fusils en al die anderen krijgen daardoor meer inhoud. In onderstaand interview praat Ivens over zijn politieke ideeën en richt zich daarbij met name op Spanje.
JORIS IVENS AAN HET WOORD
Het is natuurlijk een voordeel als je van een oudere generatie bent. Ik heb zelf altijd mijn filmkunst en mijn filmtechniek, mijn ambacht zou je kunnen zeggen, in dienst van de strijd gesteld. Voortdurend heb ik gezien dat de dingen die ik film, onderdelen van een doorgaande strijd zijn en dat er nooit een héél ding verloren wordt. Zoals toen ik in China kwam in '38. Het halve land was door de Japanners bezet en de andere helft was voor een groot gedeelte in handen van Tsjang Kai Tsjek, die eigenlijk de hele burgerlijke, konservatieve macht in handen had. En dan, ver weg in het noorden, lag Jin Nan met een hele kleine groep van mensen rondom Mao Tse Toeng, generaal Tsjoe Té en Tsjoe en Lai, die eigenlijk heel bescheiden aan de gang waren. Maar in een historisch perspektief, dacht ik toen al ‘die zijn verbonden met wat het Chinese volk werkelijk wil, dus die zullen op de lange duur gaan winnen’.
In Spanje ook. Het heeft daar veel langer geduurd en het is ook erg moeilijk om in de historie bepaalde nederlagen te plaatsen. Je moet ze herkennen, je moet niet zeggen ‘dat is toch eigenlijk een overwinning’. Dat is flauwekul natuurlijk. Je moet erkennen dat het een nederlaag is. Maar toch moet je ook voelen: hoe is die nederlaag, hoe ligt dat. Het heeft te maken met wat er in Europa gebeurde. Een opkomend fascisme met twee enorme machtsfaktoren: Duitsland en (hoewel in mindere mate) Italië, die toch geleidelijk ‘zuurstof’ aan die meneer Franco gaven. Dat gevecht van ons en van de hele progressieve wereld in Spanje, werd door sommigen gezien als een soort romantische geschiedenis en anderen zeiden: ‘Het geeft niets, je verliest toch.’ Dan was er nog een derde groep, die geloof ik het historische perspektief en de historische waarheid heeft, die stelde dat op een gegeven ogenblik het fascisme toch gestraft wordt door de wil en de mogelijkheden van het volk.
En dat is hetzelfde wat ik bijvoorbeeld in ‘Borinage’ had, een film die ik gemaakt heb in '32. Het was ook een staking die door de arbeiders verloren werd in die tijd. Wat ik met die film heb willen zeggen is dat een verloren staking niet altijd een verlies op langere termijn is. Je kunt drie verliezen lijden en dialektisch kunnen ze op een gegeven ogenblik je overwinning worden. Kijk maar eens naar Rusland in 1905. Grote stakingen en een gewelddadig neerslaan daarvan. In 1911 nog een keer. Het heeft toch het Russische volk en de Russische partij niet moe gemaakt, niet hopeloos. In 1917 is er een revolutie gelukt. Door mijn werk zit er voor mij een langer vertrouwen of een historische lijn in, waardoor ik de dingen niet alleen in de direkte aktualiteit zie, maar in z'n komen vanuit het verleden en z'n gaan naar een toekomst.
Er zijn heel veel latente revolutionaire krachten op het ogenblik in Spanje, want de oorlog is niet verloren gegaan in '36. Dat was een etappe in de strijd. Het heeft heel lang geduurd, langer dan iedereen ooit gedacht had. Het fascistisch regime gaat nu zelfs nog door. Maar aanhoudend is van het ene geslacht op het andere (dat is nu al het tweede of bijna het derde geslacht) de wil voor vrijheid en onafhankelijkheid overgegaan.
Juist de progressieve groeperingen in Spanje, ook de kleinere en ook de marxistisch-leninistische groepen, de socialistische en kommunistische partij en zo moeten op een gegeven moment toch een eenheid vormen, die het mogelijk maakt om het fascisme te verslaan. Want je kunt niet met kleine, alleen revolutionaire groepen revolutie maken, je moet zorgen dat je erom heen in elk geval een soort atmosfeer hebt en een wil, niet van de meerderheid, maar van een groot deel van de werkende bevolking, die de avant-garde werkelijk steunt en daarmee een zekere eenheid vormt.
Ik geloof dat er op het ogenblik in Spanje nieuwe kansen zijn. Hoe die zich ontwikkelen, dat kun je niet weten. Dat ligt niet aan ons, dat ligt aan het Spaanse volk en aan de organisaties die er omheen liggen en hoe zij zich groeperen kunnen. Hoe meer eenheid hoe groter de kans om een flinke slag te slaan. Hoever die slag kan gaan, God, dat weet ik ook niet.
Allerlei faktoren spelen er een rol. Het is zeker gekompliceerder dan in mijn tijd. De ekonomische zaken, de EEG, de NATO, de Amerikaanse invloed, Portugal. Alles heeft er op het ogenblik mee te maken. Ik geloof niet dat je kunt zeggen: ‘Morgen moet er een gewapende opstand in Spanje komen’. Ik weet niet of het op het ogenblik dat moment is, maar ik geloof toch in het algemeen, als een nieuwe situatie geboren moet worden en je werkt naar het socialisme toe met als verder doel het kommunisme, dat voor mij op een bepaald ogenblik toch de wapens bijna de hoofdfaktor zijn. Op één gegeven ogenblik. Dat is het verschil tussen mensen die revolutionair denken en mensen die alleen in evolutie denken (nog meer stemmen en nog meer stemmen, dan komen we in het parlement en dan hebben we de meerderheid). Van de andere kant is dat zoiets als met een zieke in bed liggen. Het kapitalisme is zo ziek dat als je er mee in bed gaat liggen en zelf ben je gezond, je misschien