Jan Elburg als docent
Zestig leerlingen van de dag- en veertig van de avondopleiding aan de Rietveld Academie, bijna twintig jaar lang...misschien kennen wel zo'n tweeduizend mensen Jan G. Elburg als leraar. Ook in die kwaliteit bewonder ik hem. Omdat hij zichzelf is gebleven en de houding van de studenten ten opzichte van de docenten totaal is veranderd. Eerst was je zo'n god-de-vader, wiens woorden met een grote gretigheid werden ingedronken en met spanning wachtten zij je mening af. Vandaag ben je een vogel die het al of niet heeft ‘gemaakt’ en zo nu en dan lekker staat te ego-trippen. Nu mag de braafheid van de Academieleerlingen niet worden onderschat en desondanks flippen een aantal docenten; én studenten ook natuurlijk. Die leraren kun je alleen niet kwijt. Ze blijven zitten tot hun pensioen. Er is geen behoorlijke afvloeiingsregeling. Sommigen zijn maatschappelijk gezien afhankelijk van dit baantje. Verschrikkelijk, verschrikkelijk. Niet voor Jan Elburg. Waarschijnlijk omdat het vak dat hij geeft,
‘technieken’ hem wezenlijk interesseert en zijn humor en zelfspot hem hoedt voor gewichtigdoenerij. Omdat hij als dichter en tekstschrijver op een professionele manier werkt, waardoor zijn teksten fijn zijn om te lezen en aanspreken, ‘anspruchsvoll’ zijn. Dit zijn louter beweringen van iemand die zijn collega's met een zekere skepsis gadeslaat. Hij en ik waren altijd een half uurtje vóór de lessen op de avondschool begonnen, op school. Vaak zaten we dan in de kamer van de toenmalige directeur, de architect Jan Rietveld, meestal in gezelschap van Pieter de Hoogh, leraar bouwkunde. Beiden zaten ze vol verwachting te wachten wat voor geestigheden nu weer de mond van Jan Elburg zouden verlaten; onverschillig of die iets over schoensmeer, de smaak van wijn of het lezen van kranten te berde bracht, ze vielen van de ene lach in de andere. De beste bon mots kunnen nietszeggend worden als A. ze vertelt, bij Jan Elburg kunnen schijnbaar gewone woorden plotseling iets krijgen waardoor je lacht of denkt Hee.... Dat is knap. Niets is zo moeilijk als aan verwachtingen voldoen. En 't wordt onmogelijk als je grappig móet zijn.
Ik heb nooit een les van hem bijgewoond. Uit de reacties van de studenten maak ik op, dat hij niet de autoriteit uithangt, maar als vanzelfsprekend is. En leerlingen, hoe eigengereid of zelfstandig ze ook lijken, ze zoeken wat met een vervelend woord ‘gezag’ wordt genoemd. Dat kan je, als docent, onzeker maken. Dat zal met Jan ook wel het geval zijn. Zijn kracht is misschien dat hij er rustig voor uit komt. Overigens merkt de klas het onmiddellijk wanneer je je niet wezenlijk voor ze interesseert, dat kun je niet veinzen. Kortom, zoals ik me het stel tijdens de koffie in de docentenkamer herinner: de geflipte schilder, de mislukte vormgever, de man die eigenlijk dominee of priester had moeten worden, naast de lui die echt met iets bezig zijn en dat uitstralen zoals Dick ten Hoedt, Theo Blom, Jan Rietveld, Jurriaan Schrofer, Harry Scheltens (het zijn er meer dan ik dacht) Piet Zimmermann, Peter Doebele, Jos Houweling, Kees Nieuwenhuyzen en....Jan Elburg. Met hen en nog enkelen zou je een heel nieuwe academie moeten opzetten. Ik zal wel een paar namen vergeten hebben, van der Land bijvoorbeeld, maar 12 van de 80 is precies 15 procent. De rest kijkt naar Elburg als naar iemand die eigenlijk niet hoort te bestaan. Een dichter, vast niet bij je dochter of echtgenote te vertrouwen, een Vijftiger, ook al van die rare mensen zoals die Schierhuis, Campert en Kouwena.
Gelukkig durven ze het niet uit te spreken, die gast blijkt nog aardig bekend te zijn. Als dichter, tekstschrijver en als docent is Jan Elburg vaak primus onder weinige pares. De honden blaffen, de karavaan trekt voorbij.
jan willem holsbergen