[Nummer 31]
De verteller Terlouw
door Dolf Verroen
Het heeft mij altijd een beetje verbaasd dat iemand zoveel jaren kernfysicus kan zijn, kamerlid wordt en dan (met zoveel succes nog wel!) boeken gaat schrijven, omdat hij zijn kinderen 's avonds zelfverzonnen verhaaltjes zat te vertellen. Het doet mij een beetje denken aan die vrouw uit het door Hitchcock verfilmde You can't take it with you, die toneelstukken was gaan schrijven omdat er eens een schrijfmachine verkeerd bij haar bezorgd was (en uiteraard niet meer opgehaald). Uit de vijf van de zes boeken die Jan Terlouw geschreven heeft, is mij echter duidelijk gebleken dat hij in de eerste plaats een verteller is. En een goed verteller! Zo eentje die niet schrijft met inkt, maar met een soort stijfsel dat aan je ogen blij t plakken tot je het laatste woord, desnoods diep in de nacht, gelezen hebt. Het spijt me dan ook verschrikkelijk dat ik zijn eerste boek Avonturen met mijn oom Willibrord (zo dit de juiste titel is) niet heb gelezen en ik ben blij dat de uitgever (Van Holkema en Warendorf) zo vriendelijk is geweest cm mij het laatste archiefexemplaar te lenen van Terlouws tweede, eveneens uitverkochte, boek Bij ons in Caddum. Ik hoop dat dit gauw herdrukt zal worden, want het is een verrukkelijk boek. Voor mij een soort ontdekking, want het riep bij mij herinneringen op aan de boeken van kievit, Abcoude, de Vletter. Het zet in mijn gevoel een traditie voort, juist als jongensboek, want dat is het op en top. En dan niet door een benauwend rollenpatroon, maar door die typisch vertrouwde jongensboekensfeer van vroeger, die je (ik althans) in het werkelijke leven niet kende. De wereld in die boeken was eenvoudig en overzichtelijk. Ieder had er zijn eigen plaats. De volwassenen waren in wezen niet belangrijker dan de kinderen en vormden ook geen bedreiging. Er was in die verhalen geen sprake van een ziekelijk heldendom maar wel van gewone riddelijkheid - iets dat, als het ware, voor iedereen
bereikbaar was. Misschien dat ze daarom ook zo op je fantasie werteten.
Dat doet het verhaal van Terlouw ook. Caddum is een rustig Veluws dorp waarin enkele jongens allerlei avonturen beleven. Die avonturen op zichzelf zijn misschien niet zo gewoon - ze koment een gekidnapt kind op het spoor - maar ze worden met behulp van eigen kracht opgelost, door eigen initiatief en fouten dus, en niet door middel van stonpzinnig geweld of schreeuwerige moed. De jongens worden gedreven door nieuwsgierigheid, zuch naar avontuur en riddelijkheid.
Het traditionele in dit verhaal- als ik het zo karakteriseren mag - wordt niet alleen bepaald door deze dorpse sfeer die zo'n grote vertrouwdheid heeft, maar ook door het feit dat er aan Jan Terlouw een onderwijzer verloren is gegaan. Hij laat (gelukkig) de kans niet voorbij gaan cm (duidelijk en boeiend) uit te leggen hoe een merrie gedekt wordt en hoe dat allemaal werkt bij de hengst, hoe een zeug wordt verlost en op welke wijze landbouwmachines werken. Opvallend scherpzinnig en indringend zijn zijn karakterbeschrijvingen, die er niet om liegen, maar desondanks mild blijven. Een mooi voorbeeld hiervan vind ik de opmerking die de ik-figuur over het bezorgde karakter van zijn moeder maakt: ‘Als het aan haar lag liep ik nu nog op handen en voeten de trap op.’
JAN TERLOUW
Bij ons in Caddum is een pretentieloos boek, maar ik geef er de voorkeur aan boven zijn laatste, in 1973 bij Lemniscaat verschenen boek Briefgeheim dat wel even pretentieloos en mintens zo boeiend is - je leest het in één adem uit - maar veel minder authentiek. Het is een vlot en dikwijls amusant verteld spionnageverhaal dat een nogal banale kant krijgt omdat Jan Terlouw de problemen er in als verteller uitgebreid vermeldt, maar ze nergens uitwerkt. (Een gebrek van de meeste ‘geboren’ vertellers, waardoor het soortelijk gewicht van het vertelde nogal eens te wensen overlaat.) Toch zijn de problemen in Briefgeheim bepaald niet gering: ouders die een slecht huwelijk hebben en een dochter die haar vader van moord verdenkt. Nee, behalve het spionnagecomplot, wordt er in dit boek eigenlijk niets opgehelderd - wel opgelost, maar dat is zogenaamd en doet alleen het verhaal lekkerder lopen - en als je er gevoelig voor bent,