de vormgeving. Geen lange geschiedkundige uitweidingen, maar diepgaande historische en culturele factoren levendig en dikwijls geestig belicht in ervaringen van de personages. Men kan bijvoorbeeld zijn hart ophalen bij de boeiende schildering van de man-vrouw-problematiek, zoals die wordt beleefd in uiteenlopende milieus. Vooral de episode die Nino en Ali, gevlucht voor de politieke verwikkelingen in hun land, doorbrengen in een Perzische harem is huiveringwekkend beschreven, en tegelijk om je gek te lachen (als je er als vrouw maar niet hoeft te wonen). Als extreme tegenhanger hiervan beleven we ook een andere episode, terug in Bakoe, waar het echtpaar zich voorbereidt op een carrière temidden van het Europese diplomatendom en ook de tegelijk geavanceerde en stompzinnige eisen die hieraan worden gesteld, aardig baas kan. Briljant is vooral de afstand die de schrijver heeft kunnen nemen van de tegenstellingen en spanningen tussen de twee werelden, waartussen hij ook had kunnen worden fijngemalen. Hij heeft er zich echter boven verheven en maakt de westerse lezer deelgenoot van glashelder doorschouwde en toch allerminst ontluisterde eeuwenoude traditie, denk-, voel-en leefgewoonten.
En evenmin als de schrijver gaan zijn personages Ali en Nino werkelijk ten onder aan de zo verschillende en hun liefde telkens weer bedreigende culturele, religieuze en politieke factoren. Onder alle avonturen door blijven zij zichzelf. In de Perzische harem wordt Ali verondersteld Nino alleen te bezoeken om met haar naar bed te gaan, maar hun ‘volledige’ huwelijksrelatie verandert er geen zier door, samen maken zij grappen om de eunuch die Nino moet bewaken en die tevergeefs in haar mond probeert te kijken om haar gebit te controleren, zoals zijn eunuchentaak hem dat voorschrijft. En wanneer ze in een volgende fase de Europese diplomaten keurig ontvangen hebben in hun Europees ingerichte huis, gaan ze na afloop niet vrijen in het bed maar op de mat daarvoor, waarop Nino zegt: ‘Wat zou mevrouw de majoorse hier wel van zeggen? “Weet Ali Khan niet waar bedden voor dienen? Zou de eerwaarde attaché misschien zo goed willen zijn te besluiten” zich te ontkleden en zijn plaats in te nemen in het huwelijksbed, volgens de algemeen aanvaarde gebruiken in de diplomatieke wereld? Heb je ooit gehoord van een attaché die lag te rollebollen op een tapijt?’
De relatie tussen Ali en Nino blijft ongeschonden, hoewel hun lot uiteindelijk wel wordt bepaald door de tragische oorlogsgebeurtenissen en de bewuste keuze van Ali Khan, zijn land tot het laatst te verdedigen tegen de invasie van de Russen (‘Azer-beidsjan heeft nog maar enkele dagen te leven’), en het besluit, Nino naar Tiflis te laten vertrekken. Heel knap heeft de schrijver hier voelbaar gemaakt hoe het individu intact kan blijven in zijn persoonlijke relaties, ook al hebben de machten van de samenleving tenslotte het laatste woord. Machten waardoor dit individu zich niet passief hoeft te laten overweldigen, maar waartegenover ook zijn dood kan berusten op een bewuste stellingname.
Ali & Nino kan om het heldere bewustzijn van waaruit het geschreven is, en om de vele artistieke kwaliteiten van stijl, compositie, uitbeelding en visie m.i. worden gezien als een ‘tijdloos’ boek. En nog erg fijn om te lezen ook.
KURBAN SAID: ‘Ali & Nino’
vertaling: Else Hoog
de harmonie 272 blz. 14,90 |