Wim Hazeu voorzitter Nederlands PEN-centrum
PEN: internationale schrijversclub vecht voor vrijheid van meningsuiting
De P.E.N.(Poets, Editors, Novelists) is een internationale vereniging met tientallen landelijke clubs, verspreid over de gehele wereld. V.S. Pritchett is momenteel internationaal president, als opvolger van Heinrich Böll. Daarvoor waren o.a. president Erich Kästner, Arthur Miller en Victor E. van Vriesland.
De P.E.N. staat het principe voor van de ongehinderde doorstroming van gedachten binnen iedere natie en tussen alle naties onderling. De leden verplichten zich elke vorm van onderdrukking van vrijheid van expressie in het land en de gemeenschap waartoe zij behoren, tegen te gaan. Vandaar dat het Nederlandse PEN-centrum protesteerde tegen het subsidiegesol met Proloog.
De P.E.N,. spreekt zich uit voor een vrije pers en verzet zich tegen willekeurige censuur in vredestijd. Vandaar dat er (en met succes) geprotesteerd is tegen de ter dood veroordeling van een jong Zuid-Koreaans dichter (aan het protest deed ook het Zuid-Koreaanse centrum mee); vandaar dat er momenteel een actie loopt tegen de veroordeling tot 7 jaar gevangenisstraf van de Joegoslavische schrijver Mihallo Mihailov.
Waar schrijvers in nood verkeren, tracht de PEN, binnen net kader van de internationale solidariteit, hen of hun gezinnen te helpen. Dankzij de P.E.N. kreeg de vervolgde Russische auteur Maximov een uitreisvisum naar Parijs. Mede dankzij bemoeienissen van Heinrich Böll kon Solsjenitsyn zijn land verlaten.
Vele akties, financieel gesteund door het Schrijvers in Noodfonds van de PEN (giro 585312, t.n.v. Penningmeester PEN-Nederland, Juffrouw Idastraat 11, Den Haag), vinden plaats om gezinnen van gevangen gezette auteurs te helpen. Vanwege de mogelijkheid dat openbaarmaking van deze feiten deze gezinnen en de schrijvers schade kan berokkenen, vinden deze in het geheim plaats.
De P.E.N. is een organisatie van decennia. Toen in juli 1936 de Spaanse schrijver Federico Garcia Lorca door rechtse Spaanse troepen werd gefusilleerd, nam de P.E.N. op het congres in Parijs een verklaring aan, waarin zijn nagedachtenis werd geeerd en met bewogenheid werd geprotesteerd tegen zijn fusillering. PEN-lid Jef Last vertaalde daarop zijn tragedie in drie aktes en zeven tafereien: ‘De bloedbruiloft’ en publiceerde die in het tijdschrift De Stem, in een tijd dat nog weinigen iets van Garcia Lorca hadden gelezen.
Wat toen gebeurde heeft in latere tijden navolging gevonden. Duitse auteurs die tijdens het opkomend fascisme vluchtten, werden opgevangen. Pablo Neruda werd gesteund, het Chileens bewind van nu wordt becritiseerd. Amerikaans PEN-voorzitter Jerzy Kosinski heeft directe bemoeienissen met de pogingen de veel geplaagde en doodzieke Boekowsky uit de Sowjet-Unie vrij te krijgen, enzovoort, enzovoort.
Binnen Nederlandse verhoudingen maakt de P.E.N. zich druk om de verregaande vertrossing en de gevaren voor de vrijheid van meningsuiting (concentratie dagbladen en uitgevers; concentratie filmdistributie; horizontalisme in de boekhandel, waardoor de potentiële lezer een beperkte informatie krijgt in de boekhandel, ten bate van boeken die een snelle ‘omlooptijd’ hebben, enz.) Wie op de hoogte wil blijven van de PEN-aktiviteiten kan zich abonneren op het gedrukte PEN-kwartaal (f 10,- per jaar; giro en adres als boven) en zijn solidariteit tonen met schrijvers die opkomen voor de vrijheid en zich teweer stellen tegen verdrukking. Wij voelen ons nu verwant met die schrijvers in oorlogstijd (Wereldoorlog II), die illegaal (onder de ogen van Duitsers) bleven schrijven en klandestien publiceren als échte volksvertegenwoordigers.
John Heartfield-Wees maar niet bang, hij is vegetariër, 1936