De mens is nog altijd een geheim. Over de nieuwe bundel novellen van Rudolf Geel: bitter & zoet
Margaretha Ferguson
Ook het laatste verhaal uit Bitter en Zoet waaraan de nieuwe novellenbundel van Rudolf Geel zijn naam ontleent blijft tot het einde toe plezierig leesbaar, al is het naar mijn idee het minst geslaagde van de drie. De kracht van Geels talent ligt vooral in zijn formulering. Zijn zinnen zijn heel precies en helder gebouwd, geen woord teveel, tegelijkertijd hebben ze iets afstandelijks waardoor je als lezer het gevoel krijgt dat het wezenlijke tussen de regels staat. Louter door dit gespannene en altijd licht-ironische gaat er van de tekst een soort uitdaging uit: wat wil de schrijver werkelijk mededelen? Wat suggereert hij als de werkelijkheid van de door hen beschreven personages die stuk voor stuk schuilgaan achter een strenggerantsoeneerd aantal alledaags aandoende bijzonderheden?
In het verhaal Bitter en Zoet wordt deze techniek van de vorm duidelijks zichtbaar als kenmerkend voor de verhouding van de ikfiguur, een Nederlandse journalist tegenover zijn object, het Nederlandse, tot internationale roem opgeklommen filmsterretje Angie Hoffman. De journalist schetst de biografie van het door hem hevig begeerde en een tijdlang ook lichamelijk in bezit genomen meisje aan de hand van zijn eigen ervaringen met haar, aangevuld door citaten uit krantenartikelen, interviews, een door een zekere Mona Robbins vervaardigde levensbeschrijving. Het is in dit verhaal goed te zien dat Rudolf Geel opzettelijk gebruikmaakt van alle clichees die in zo'n geval worden neergeschreven. Ook de zg. diepergravende analyses van ‘Robbins’ blijven geheel en al in het taaljargon van pseudo-highbrow gemeenplaatsen. Dat is door Rudolf Geel heel bekwaam en knap en met een fijn oor gedaan, maar wanneer men dit alles onderbrengt in een kort verhaal met literaire pretentie moet het geheel zich op een gegeven moment, al is het alleen maar in de laatste zin, toch ontmaskeren als een product met een dubbele bodem, de schrijver moet toch aankomen met een echte onthulling.
Dat gebeurt niet. Daardoor blijft Bitter en Zoet uiteindelijk steken in die gemeenplaatsen. Wel zit het verhaal vol fijne cynische fragmenten, zoals: ‘Steeds was (Angie) alles waarvan je dacht dat de wereld het voor jou in petto had. Maar de wereld beloofde het alleen maar. En in het tenietdoen van de belofte ontstond alle haat, welke evenzeer haar deel was als de liefde van haar trouwste minnaars, die alles hadden aangeraakt behalve haar.’
Angie Hoffman blijft een geheim, zowel voor de ik-figuur uit het verhaal als voor de lezer. Ondoorgrond blijven ook personages en relaties in de twee andere verhalen: Een plechtige onthulling en Met langzame slagen. Maar in deze verhalen gaat Rudolf Geel subtieler te werk. Zijn taalgebruik is beeldend en geladen. In Een plechtige onthulling vertelt hij hoe een gezin, bestaande uit vader en moeder, volwassen zoon en volwassen dochter, zich opmaken om de onthulling bij te wonen van het borstbeeld van hun op achttienjarige leeftijd omgekomen zoon en broer Paultje. Paultje was een wonderkind, dat door zijn schilderijen voor zijn dood al wereldberoemd en miljonair was. Een wezenlijke pointe heeft het verhaal niet. De wezenlijke onthullingen waar qualitate qua de vorm van het korte verhaal de lezer op voorbereidt, vinden we van begin tot eind in deze met behulp van flash-backs geschreven vertelling, waar een enkele geestige zinsnede, een cynisch commentaar, een korte uitbarsting van werkelijk gevoel de lezer een steeds opnieuw opflitsend inzicht schenkt in een diepere en zeer aangrijpende realiteit.
Met langzame slagen beschrijft het psychologische raadsel dat het mislukte huwelijk van zijn ouders de ikfiguur stelt. Hoewel men ook hier kan genieten van beknopte en pittige formuleringen laat de schrijver zich, vooral tegen het einde, iets meer dan in de andere verhalen gaan in een onstuitbaar doorbrekende weemoed. Een mooie bundel van een auteur met oen geheel eigen stem, waarvoor Tessa Fagel een beeldschoon omslag heeft gemaakt.
RUDOLF GEEL: ‘Bitter en Zoet’.
de Bezige Bij 168 blz. 17,50 |