Reizen is afscheid nemen van mensen waar je soms niet meer dan een uur van gehouden hebt
Van de auteur/acteur Dolf de Vries is bij uitgeverij Nijgh & van Ditmar een bundel reísverhalen verschenen: ‘Was die week niet wat kort?’.
Dolf de Vries beschrijft achtereenvolgens bezoeken aan Latijns Amerika, Thailand, Australië en Indonesië en zijn reeds gepubliceerd in NRC/Handelsbald, het Vaderland en de Amigoe di Curaçao.
De eerste reis is gemaakt in mei 1971, de laatste in juni 1974, een vrij groot tijdsverschil, hetgeen tot gevolg heeft dat het één en ander nogal gedateerd is. Dit geldt in het bijzonder voor het bezoek in 1971 aan Santiago dat toen nog gesierd werd door affiches met Al-lende's hoofd en de tekst: ‘Allende informa el pueblo’. Ondanks het feit dat de Vries nog een‘terugblik’ heeft ingevoegd doet het wat ‘vreemd’ aan. Het grootste gedeelte van het boek beslaat een reis door Indonesië, waar Djakerta, Yogyakarta, het toeristische Ball en het rustige Sulawesi worden aangedaan.
De andere reizen duren niet lang, zo besoekt de auteur in enkele dagen in Zuid Amerika: Sao Paulo, Rio de Janeiro, Buenos Aires, Santiago en la Paz. De concrete informatie is dan ook gering. Intrigerend is wel b.v. het feit dat er in la Paz (Bolivia) een ware Che Guavara-cultus is ontstaan. Posters van de querillastrijder hangen zelfs naast de loketten in banken. ‘iedereen vraagt naar Che, dan kunnen wij toch niet doen of hij hier nooit geweest is?’.
Het boek laat zich niet lezen als een reisverslag in de zin van iformatiebiedend, naar als een rijke schakering strek persoonlijke indrukken. ‘Reizen is afscheid nemen van mensen waar je soms niet meer dan een uur van gehouden hebt’ (blz 81) typeert Dolf de Vries. Het werk is dan ook opgebouwd uit vluchtige ontmoetingen met allerlei mensen in steeds veranderende situaties, die hij met een warme belangstelling weet te beschrijven. In enkele woorden, een zin ligt soms een hele wereld verborgen. Wanneer hij b.v. van Sulawesi terugvliegt naar Djakarta worden er in het vliegtuig bij het opstijgen zuurtjes uitgedeeld: ‘De gouverneur van wie we het paleis gezien hebben en die in een glanzende chevrolet met VIP behandeling naar het vliegveld is gebracht, neemt drie snoepjes. Zijn vrouw ook. Haar het gekke is dat ze de snoepjes niet opeten, mevrouw maakt haar tasje open en verbergt de zes snoepjes’.
In zijn -bijna gelijktijdig verschenenbundel gedichten ‘Gedachten in gedichtjes’ heeft Dolf de Vries ook getracht in weinig woorden en zo eenvoudig mogelijk zijn gedachten weer te geven. Subtiel, gevoelig en geestig zou je de gedichten kunnen noemen. Soms krachtig door eenvoud, maar ook gezocht of flauw.
bescheidenheid
geen plaatsje heeft gegund
DOLF DE VRIES: ‘Was die week niet wat kort?’
Nijgh & van Ditmar 129 blz. 16.50 |
|
DOLF DE VRIES: ‘Gedachten in gedichtjes’
Nijgh & van Ditmar 67 blz. 12.50 |