Kritisch Akkoord 1974
In Kritisch akkoord 1974 zijn dertien bijdragen opgenomen, zoals gebruikelijk gekozen uit noord- en zuidnederlandse literaire tijdschriften verschenen in de loop van 1973.
Als rode draad door de keuze van de teksten loopt -aldus de redaktie- de ‘prikkelende uitspraak’. Of zij (Wim Hazeu, Willem G. van Maanen, Lieve Scheer en Willie Verhegghe) hierin geslaagd is, valt te betwijfelen. Van meer belang lijkt mij echter het feit dat in Kritische akkoord 1974 een aantal bijdragen zijn opgenomen, waarvan nu een groter publiek kan kennisnemen. Het is voor velen ondoenlijk om alle literaire tijdschriften bij te houden. De eerste twee artikelen behoren tot de interessantste van de verzameling: Marcel Janssens over ‘wegwijzers in de Nederlandse kritiek’ (Ons Erfdeel, jg. 16 nr. 4) en ‘literatuur en lectuur’ door Jacques Kruithof (Raam 96 -enigszins herzien-).
Kruithof tracht in zijn opstel verheldering te brengen in het probleem hoe lectuur en literatuur zich van elkaar onderscheiden. Janssens geeft een overzicht van de situatie van de Nederlandse literaire kritiek en literatuurstudie in de afgelopen tien jaar.
Opgenomen is ook het pleidooi dat Willem Frederik Hermans op 20 maart 1952 voor de Amsterdamse arrondissementsrechtbank hield, n.a.v. de beschuldiging de katholieke bevolkingsgroep in Nederland te hebben beledigd in zijn roman ‘Ik heb altijd gelijk’, waarvan Podium destijds een voorpublikatie had. Deze rede van Hermans is nooit eerder in drukvorm verschenen en werd in het Hollands Maandblad jg. 15 nr. 306/307 voor het eerst gepubliceerd. De gehele affaire wordt door Rob Delvigne nog eens uitvoerig toegelicht.
Verder zijn nog artikelen opgenomen waarin een onderzoek wordt gepleegd naar de waarheid van de door Jef Geeraerts in Gangreen 2 beschreven feiten en zijn Jacob Groot (‘uren met A. Roland Holst’) en J.H.W. Veenstra (‘bij Jany over de vloer’) bij de vijfentachtigjarige dichter op bezoek geweest.
Het feit dat Guido Gezelle in het Engels en Willem Elschot in het Russisch vertaald werden wordt besproken, Albert Bontridder en Erik van Ruysbeek worden geintervieuwd en Jan Voorhoeve schrijft over de resten van oude slavenliteratuur in het huidige Suriname.
KRITISCH AKKOORD 1974
Manteau 160 blz. 15.90 |