Lucebert verzamelde gedichten
Deze jubileumuitgave ter gelegenheid van Luceberts 50ste verjaardag en 25-jarig dichterschap vormt voorlopig de kroon op het werk van deze Keizer der Vijftigers. Voor het eerst in de geschiedenis der nederlandse letterkunde treft men, tezamen in één cassette, een verzamelbundel én een wetenschappelijke begeleiding van een dichterlijk oeuvre aan.
Deel I (560 pagina's) bevat alle oorspronkelijke bundels plus een afdeling (oude en nieuwe) ongebundelde gedichten, benevens een register van titels en beginregels, dat zowel naar de inhoud van deel I als naar die van deel II verwijst. In deel II (240 pagina's) - het dokumentaire gedeelte - vindt men een verantwoording, een drukgeschiedenis + variantenapparaat per gedicht, een volledige bibliografie en verschillende registers (op de bibliografie, op vertalingen, geluidsopnamen, muzikale be- en verwerkingen). Voorts bevat deel II reprodukties van een groot aantal ‘tekening-gedichten’ die, samen met de illustraties in deel I, een zijdelingen kijk geven op de kreativiteit van Lucebert als beeldend kunstenaar.
Deze Lucebert-uitgave is samengesteld door een werkgroep onder leiding van C. van de Watering en zal ongetwijfeld een van de opvallendste boekprodukties van het Bezige Bij-fonds in 1974 worden.
De poëzie van de dichter die het ‘volledig leven tot uitdrukking tracht te brengen’, wordt er volledig toegankelijk en bereikbaar door gemaakt. Een werkelijk standaardwerk, dat elke serieuze literatuurliefhebber zal willen bezitten.
‘Hij hoeft niets persoonlijks te zeggen om persoonlijk té zijn. En dat is altijd een kenmerk van grote poëzie’ Jos Panhuijsen. ‘Ik was achttien toen de revolutie begon; voor een deel van mijn generatie heeft de peëzie van Lucebert al het andere voor jaren onleesbaar gemaakt’ Rein Bloem. ‘Het Nederlands ziet er voor iemand die van poëzie houdt anders uit (of liever: laat zich anders aanhoren) sinds Lucebert er in huis gehouden heeft’ Adriaan Morriën.
‘Lucebert's sterkste punt is ongetwijfeld zijn enorme vindingrijkheid op het gebied van de beeldspraak’ J. Bernlef.
Lucebert (pseudoniem van Lubertus Jacobus Swaanswijk), Amsterdam, 1924. Werkte in de 50-er jaren mee aan de experimentele tijdschriften Reflex, Cobra,