Bundel van Bataafsche volks-liedjens
(1794)–Anoniem Bundel van Bataafsche volks-liedjens– Auteursrechtvrij
[pagina 9]
| |
Eerst schrikte ik wel voor dat gerommel,
Maar nu is hij me een blijde trommel:
Ik stap zo vergenoegd van wal,
Als 'k op mijn bruiloft komen zal;
Vivat de zee!
Vivat de zee!
'K ga tot mijn' dood toe meê,
'K ga tot mijn dood toe meê,
| |
2.Een zeeman ziet van elk zig eeren,
Die niet van hersens is beroofd,
Daar hij steeds ruimer winst beloofd;
Wanneer hij slechts mag retourneeren,
Doet hij een' steen in goud verkeeren;
Wat wordt van 't lieve vaderland,
Houdt men de zeevaart niet in stand!
Alles liep dood,
Alles liep dood,
Zo men de havens sloot,
Zo men de havens sloot.
| |
3.Matroosjens zijn des Patriotten,
Zij bouwen 't huisjen van den Staat;
Matroosjen kent geen eigenbaat;
| |
[pagina 10]
| |
Men ziet hem het gevaar bespotten;
Hij is de bloem der Patriotten:
Hij blijft zijn vaderland getrouw,
Verlaat zijn meisjen of zijn vrouw,
'T heil van het Land,
'T heil van het Land,
Is hem veel dierder pand,
Is hem veel dierder pand.
| |
4.Aan boord is ook wat erg te peezen,
Maar werken moet men overal,
En 'k weet dat 'k eeuwig rusten zal,
Als 'k bij den lieven God zal weezen,
Des kan ook 't werken niet doen vreezen:
Ik werk aan boord voor 't vaderland,
Dat blijft door zeevaardij in stand;
Vivat de zee!
Vivat de zee!
'K ga tot mijn' dood toe meê;
'K ga tot mijn' dood toe meê.
| |
5.Vaart wel dan braave Batavieren!
Doet als Matroosjen, werk en waak;
De lieve vrijheid blijve uw baak,
| |
[pagina 11]
| |
Zij zal u eens met lauren cieren,
Vaart wel mijn waarde Batavieren!
Als ik bij u eens wederkeer,
Vindt men welligt geen dwingland meer;
God geeve u vreê!
Met deeze beê,
Ga ik gerust naar zee,
Ga ik gerust naar zee.
|
|