of de versnipperaar - dat kon mij niet veel schelen. Ik was schrijver bij de gratie van zowel mijn arbeid als van mijn gedrukte boek en voor de rest zoeken ze het maar uit, dacht ik.
Ik kan mij niet voorstellen dat dat goed kon aflopen.
Je zegt het. Mijn eerste uitgever, Orion/Descle uit Brugge, ging failliet en bij Standaard Uitgeverij in Antwerpen - waar mijn roman Negenenvijftig uitkwam - zag mijn toekomst er ook niet bijster florissant uit. Ze hadden daar bij Standaard Uitgeverij, voorzover ik weet, het niet eens nodig gevonden om mijn boek in hun aanbieding op te nemen. Ik denk dat ze Negenenvijftig gepubliceerd hebben om er vanaf te zijn. Veel meer dan negenenvijftig exemplaren waren er van Negenenvijftig dan ook niet verkocht, toen ik hun het manuscript van een nieuw boek (De razernij der winderige dagen) voorlegde. Ze hadden nog, zo lieten ze me weten.
En toen?
Ik moest daar allemaal niet te veel van wakker liggen, zo probeerde Daniël Robberechts mij te sussen. Een stencilmachine kost niet zo heel veel, zei hij. En met een stencilmachine, zei hij, word jij zelf weer helemaal de baas over je eigen product. Daniël wist waarover hij het had. Onuitgegeven manuscripten, daar kon Daniël ook van meepraten. Welja, dacht ik, stencilen is een misschien geen slecht idee. En het bespaart een mens toch ook een hoop ambras en gedoe. En zo, zonder lezers en zonder uitgever, ging ik weer monter aan de slag. Ik schreef en ik schreef maar door en mijn gestencilde manuscripten deelde ik uit aan mijn vrienden.
De jaren zeventig, mag ik veronderstellen? De gestencilde revolutie?
Reken maar van yes! Maar wat ook kon (Georges Ad belde mij daaromtrent) was op de volgende manier: uw dingens in lood laten zetten en daar vijfhonderd exemplaren van laten aanmaken voor Pink Edition & Productions van Robert Lowet de Wotrenge. Die laatste was een Antwerpenaar met veel geld die daar zijn liefhebberij van gemaakt had, wist Ad ook nog te melden.
Ik zie het al voor me. Gebonden. Gedrukt op papier van Van Gelder. Stijflinnen omslag. De hele oplage genummerd van 1 tot 500.
Precies. En zo geschiedde ook. Maar al degenen die een exemplaar bezitten van Het jaar van het dorp (die titel heeft het boek tegen mijn zin gekregen) zouden moeten weten dat het per ongeluk is dat ze dat boek in hun bezit hebben gekregen, want eigenlijk waren alle vijfhonderd exemplaren van het begin af aan bestemd voor eeuwig te worden opgesla-