houdt. Een zoen is genoeg voor hem. Seks is een allang gepasseerd station maar de lust is er nog. Met die sigaren en dat zakgeld is hij blij. Hij bestelt doordeweeks een taxi, gaat naar de videotheek en daar bekijkt hij op de seksafdeling alle omslagen met plaatjes. Ik heb hem een jaar of twee geleden een videorecorder gegeven. Hij geniet er van. Ik weet niet precies wat hij nog voelt, zo ver wil ik niet gaan, maar dat hij het prettig vindt om een pornofilm te zien geloof ik wel, hoewel we nog nooit samen gekeken hebben. Dat wil ik ook niet. Ik neem weleens zo'n blaadje voor hem mee, geen hardcore, onschuldig spul. Ik wikkel het in een Telegraaf of een Panorama, zodat hij het op tafel kan laten liggen.
Laatst kwam ik van een matinee, een lunch met naspel zal ik maar zeggen, het was in een hotel niet ver van mijn vaders verzorgingshuis vandaan. En toen kreeg ik een opwelling om hem te verrassen op die doordeweekse dag, want anders kom ik alleen in het weekend. Ik had m'n werkkleding nog aan, beetje open, beetje bloot, het is tenslotte zomer. Ik kwam zijn kamer binnen na een korte klop, hij zat daar naar de tv te kijken, niks bijzonders, een quiz of zo.
‘Hallo, pap.’
Hij keek me heel lang en wazig, heel Donald-Sutherlandachtig, aan en hij zei zacht: ‘Weet je wel dat je hele mooie borsten hebt?’ Ik wist niet goed wat ik moest zeggen maar ik zag ineens een treurige grimas over zijn gezicht gaan, alsof voor hem alles totnogtoe vergeefs was geweest, alsof hij nog nooit in zijn leven een mooie vrouw gehad had. Misschien deed ik hem aan mijn moeder denken toen ze jong was.
Er maakte zich iets weeks los in mijn maag dat naar boven probeerde te komen, de tranen stonden achter m'n ogen. En ik weet nog steeds niet precies waarom en misschien doet dat er ook niet toe maar ik bleef hem aankijken en kleedde me toen, helemaal, langzaam, voor hem uit. Hij bleef maar onbeweeglijk en triest naar me kijken, als een dier dat weet dat hij zijn langste tijd gehad heeft. Eerst keek hij lang naar mijn borsten en mijn schaamhaar en toen naar mijn gezicht. Olieachtige tranen kropen langs zijn neus zijn mondhoek in.
Zo, zoals ik was, ben ik bij hem op schoot gaan zitten en ik sloeg mijn armen om hem heen om hem te troosten. Hij omarmde mij ook stevig, ik voelde hoe zijn tranen mijn dijen natmaakten.