Over de auteurs:
Sevtap Baycili (1968) studeerde filosofie aan de Universiteit van Istanbul en verhuisde negen jaar geleden naar Nederland. In 1998 publiceerde zij haar debuutroman, De Markov-keten, en in 1999 De Nachtmerrie van de Allochtoon. In het najaar van 2001 zal haar derde roman verschijnen, met als werktitel Ei. Binnenkort debuteert ze in haar moedertaal - Turks - met gedichten.
Snezana Bukal (1957) werd geboren in Belgrado. Sinds 1992 woont hij in Nederland. Zijn verhalen werden vertaald in het Nederlands, Frans, Engels en Sloveens. Hij publiceerde o.a. de roman Eerste sneeuw, en de verhalenbundels Het vliegend hert en Sporen van aanwezigheid.
Jo Govaerts (1972) is slaviste, antropologe en reizigster. Ze publiceerde de poëziebundels Hanne Ton, De Twijfelaar, Waarje naar zit te kijken en Apenjaren. Ook vertaalde ze Szymborska uit het Pools en schreef reisverhalen: Tatarstan. Een twijfelland aan de Volga. In de herfst van 2001 verschijnt haar nieuwe reisverhaal bij De Bezige Bij.
Peter Hoomans (1973) woont en werkt in Amsterdam.
Peter ten Hoopen (1944) bracht een derde van zijn volwassen leven buiten Nederland door, de helft daarvan in Azië. Hij publiceerde de romans Een gestolen leven, De laatste vriend, De Priesterrecruut en De trancekaravaan, en de verhalenbundel De liefdeskever. Zijn meest recente publicatie is King Acid, een als new journalism geschreven geschiedenis van Amsterdam in de psychedelische jaren zestig.