Bunker Hill. Jaargang 3 (nrs. 9-12)



[pagina 23]
Alfred Schaffer ~ Snapshots En hier lig je te luisteren naar het hout dat iedere nacht, volgens een ijzeren wet, in dwingende ritmes dendert langs de stad, hout dat je ruikt als het nat is of bloedt. En hier ben je te licht bevonden en onthaald op een ochtend in de schaduwrijke bossen. Niets komt nog vanzelf als je haast afwezig bent en alles moet vergeten, met dat hondenweer, alsof je onder water was.
[pagina 24]
Bij neon Daar ligt de nachtelijke kaart van licht en vlees, vanuit een auto bezien. Een grote ster erboven. In de hoofdstraat steken mensen over die tot hier zijn voortgeplant, ogen op scherp, sterke geuren om hen heen - katten in het donker. In de natte straat waar ik weer eens word verleid, overhandigt men geschenken aan elkaar.
[pagina 25]
Brief van de laatste keizer ‘Clowns to the left of me, jokers to the right’ en hier zit ik, doodshoofd in de hand. Nieuwe kleding, onderdanen, ze passen mij maar maatloos. Liever soepel soufflerend verdoe ik mij met dit gaafste beeld, want niet langer vermoed ik dat men met mij worstelt, mij amper nastaart, noch - Laat ik volstaan in deze tijd. Rest mij niets dan verder te verblijven met enkele gelijksoortige gedachten boven een waakvlam.