Het buitengewoon zwaren regt of de justitie
(ca. 1828)–Anoniem Buitengewoon zwaren regt of de justitie, Het– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
De vier gebroeders Jouret, geboortig van het dorp Rouse, galeegen tusschen Oudenarde en Doornik, met nog twee mede gezellen, waren het hoofd eener uitgestrekte bende, in de schrik van een groot gedeelte der Brabandsche Provinciën, hunne menigvuldige geweldige inbraken en diefstallen, verzeld met de verschrik, kelyke mishandelingen, geweldenuyen en bedreigingen, waren van zoodanigen aarddat men verbaast moet staan, hoe het mohelyk is dat den mensch tot zoodanigen boosaardige wanbedryven en mishandelingen jegens zyne onschuldige Natuurgenoten in staat is. Eindelyk is het de vigelantie der Polietie gelukt deze monsters der menschheid in hande te krygen. Alle berigte wegens hunne snoodheden door het Hof van Assises te Gend, ingewonnen en hun alle hier van overtuigd, en beleden hebbende, heeft bovengemeld Geregtshof, hun alle gevonnist om te Rousse met de koorden te worden gestraft dat er de dood na volgt.
Aanspraak en Vermaning van den Heer President van het Hof van Assises te Gend.
Heden heb ik weer een der hertgrie- | |
[pagina 3]
| |
vendste pligten moeten vervullen, die my en ieder waldenkend mensch het hart doen bloeden, hun heb ik ter dood moeten veroordelen, menschen! ja onzen Natuurgenooten, welke geene menschen maar monsters zyn geworden; ach zy hadden ook in deugd en godsdienst, het zieraad der maatschappy kunne zyn, en nu wat zyn zy?... Monsters in menschelyke gedaantens! O! gy ongelukkige wat hebt gy gedaan? En wat was uw voornemen? Bedenk dat er een God is, die weldra voor zyne regtbank roept, bereid uw alle voor de Eeuwigheid! God geest dat de uw toegeroepen Leeraars mogen verootmoedigen om met een opregt berouw te sterven. | |
GebedBarmhartige God en Vader! gy die de oor zaken van onze boosaardige wanbedryven kent maar al te laat beseffeu wy, Uwe regtmatige gramschap welke wy alle hebben verdiend vol verlangen smeken wy U, dat gy hun zegend welke wy hebben gevloekt en mishandeld. Berouw vol willen wy niet wanhopen aan uwe genade, want met een vast geloof hoop en liefde zal ons ook deelachtig worden, het zoenoffer uwes lieven zoon Jezus Christus, Amen. |
|