Braga: dichterlijke mengelingen. 1844(1844)– [tijdschrift] Braga– Auteursrechtvrij Vorige Volgende O Jacob! O Jacob, o dichter, o wonder! Gij anders zoo geestig nu zouteloos? fij! Waarom hangt uw vlerkjen zoo lam aan uw zij, En 't pruilende lipjen naar onder? Hield Robjen niet op u te plagen? Vond Noman uw dicht niet in orde me vrind? Of sloegen de Muzen uw zang in den wind, - Op Dautzenberg de oogen geslagen? Of is 't omdat Willem de Tweede Verdienste vergat, ja, roĕklōōs dorst bestaan, Niet eens zelfs U ridder van 't Leeuwtjen te slaan..... Van Someren prijkt er wel mede! Zal ik uw verdrietjes genezen? Laat Willem niet zien, wat een smart het u geeft; - Hij waande dan dat ge om het lintjen maar schreeft - En man-lief! dat mag niet zoo wezen. Blijf net zoo met hem als voordezen. Wees lustig, - cacheer dat hij 't hartjen u grieft, Dan komt hij nog eenmaal en vraagt als-je-blieft Of Doyer geen ridder wil wezen? Vorige Volgende