Braga: dichterlijke mengelingen. 1844
(1844)– [tijdschrift] Braga– AuteursrechtvrijI. Op! Op!Op rijmelaars, rabbelaars,
Op zeezieke babbelaars,
't Loopt alles ons meê.
Op Swanenburgiculi!
Publiek of privaat-genie!
Hier hebje de zee, -
Verguldsel op sneê.
Hier hebben de luchtjes
Prixfixe hun zuchtjes, -
De zetting van Spin.
Van wangen en blikken,
Van hangen en stikken -
Daar zitje wat in
En nergens een zin!
Hier kunnen de glansen
Per se niet dan dansen, -
Komt dansen we meê.
Wat vreugd! om geladen
In nonsens te baden -
En onder de thee
Te rijmen op zee!
| |
II. De stervende Dichter.Snel vloog mijn penne rond, -
Sneller mijn inkt....
Groot was mijn schrijfinstinct -
Maar - ongezond.
'k Sterf en - 't verrast me niet!
'k Zing nog een laatste lied
Uit de karaf -
Één been in 't graf.
Ziet hoe Aurore thands
Bleekt van de pijn!
| |
[pagina 39]
| |
Waar zal de weêrga zijn
Van mijn kadans?
Kroonlooze Fuhri! vlugt...
Hoort ge geen plaat-gezucht?
't Roept om een lier!
't Raakt me geen zier.
Schrei niet zoo, lezeres!
't Roert me te zeer.
Troost u: er gaan er meer
Met me op de flesch.
Na dit nog een koeplet
Dat er de kroon op zet: -
Lammer product
Is nooit gedrukt!
Broeder! hoe fronst ge zoo,
Wordt het u bang?
Volgt uw verbeelding noô?
Vroomt u me zang?
Neen! want me borrelpraat
Houdt zoo perfect de maat,
Dat je er een punt
Aan zuigen kunt.
|
|