Braga: dichterlijke mengelingen. 1844(1844)– [tijdschrift] Braga– Auteursrechtvrij Vorige Volgende O! (Niet vertaald.) Veel zoeter nog dan 't zacht en aai-ziek windesuizen, Dat over 't blaauw azuur van Cosmoos watren stoeit, Is 't zaligend gevoel, dat mij door de open sluizen Van 't achttienjarig hart, bij uwen aanblik, vloeit. Geen stoflijk coloriet kan dat gevoel u malen, U, uit wier englenoog me een hemel tegenloeg, Die door Uw wenkbraawslag mij hoop in 't hart deed stralen En proeven van een heil, waar lang mijn ziel naar joeg. Want Liefde!... ze is mijn zon, mijn sfinx, mijn pyramide? Op vunzen letterroem noch heldenlauwer tuk, Wil ik ze op 't altaar van Uw lip ten offer bieden: Ja, Gij zijt al mijn roem, mijn lauwer, mijn geluk! Mijn diepdoorvlijmde borst gelijkt een chambre-obscure; Mijn hart een kwikplaat door Daguerres kunst bereid: En daar de Zon der Liefde op U haar stralen spreidt, Schept ze in mijn hart Uw beeld, dat eeuwig daarin dure! Vorige Volgende