Paul Mennes
FFWD
Met een faxbericht van De Brakke Hond in de hand, bel ik een vriend op.
‘Hallo, alles goed?’
‘Gaat wel’ zeg ik. ‘Welk soort literatuur denk jij dat er in de toekomstige context van de eenentwintigste eeuw als klassiek overeind zal blijven?’
‘Djeezes! Is het weer zover? En het is net Baywatch op tv. O, kutkutkutkut... Wat heb je nu weer geslikt? Geen paniek! Heb je al een ziekenwagen gebeld? Ik kom er zo aan. Heb je ook gedronken? Geen paniek!’
‘Je begrijpt het niet. Ik moet een omschrijving vinden van wat klassieke Nederlandse literatuur in het geheel van een multimediale samenleving nog zou kunnen betekenen.’
‘Ok, ok, ik begrijp het. Even de video inschakelen en ik kom er aan. Natuurlijk begrijp ik je wel. We hebben allemaal wel van die momenten maar je mag je écht niet zo laten gaan. Ik ben onderweg. Probeer ondertussen over te geven of zo. Melk met zout drinken. Geen paniek!’
Tien minuten later staat hij bij mij thuis, elf minuten later geeft hij me een lel op mijn neus en vertrekt met slaande deur. Terwijl ik met een zakdoek de bloedneus probeer te stelpen ga ik enigszins uit mijn lood geslagen aan de pc zitten.
Dan zoek ik het maar alleen uit, denk ik, geen bal aan, beetje zoeken in de boekenkast, drie aspirines in één keer binnengooien, lijstje samenstellen met de pendel en het ouijabord in aanslag en klaar.
Ik tuur uren naar mijn scherm tot de nerveus flikkerende