De Parnassus
Tien jaar geleden beet De Brakke Hond voor het eerst. Ondertussen is niet alleen zijn gebit, maar vooral zijn neus voor eigenzinnig, jong talent een begrip geworden in de Nederlandstalige literatuur. Redenen genoeg dus voor de hele Nederlandstalige Parnassus om zich te verdringen in dit feestnummer van tien jaar Brakke Hond. Spijtig genoeg moest er een selectie gemaakt worden en belandden Hugo Klaus, Christine Hemmerechts, Heinrich Mülisch en barones Von Paemel op de lijst der eervol gerefuseerden voor deze literaire olympiade. De redactie beraadt zich of ze de belangwekkend gepolijste bijdrage van Herman De Woninck over het door hem steeds als ‘mijn vrouw’ geciteerde epiteton ornans alsnog zou publiceren in een volgend nummer. Het zoveelste ingezonden werk van subsidiewonder ‘Narre’ Volens, daarentegen, werd resoluut afgewezen. Voor de rest volgt hier een spetterend vuurwerk van hoog-karaatse literatuur uit Noord en Zuid. Van Paul de Kwispelaere tot Leo Plezant, van Charles Ducale tot Luc Gruwez en de Nederlandse minimalen die zich speciaal voor deze gelegenheid nog eens hergroepeerden: allen bedankt voor zoveel onversaagde inzet om het tienjarig jubileum van De Brakke Hond gepast op te luisteren. Een academische zitting is op die manier overbodig geworden!