De Brakke Hond. Jaargang 9



[pagina 96]
Michael Tophoff ode aan a.r.-h. ‘de gezangen van de ouderwordende dichter’ waarover gaan die en wie moet ze lezen voor mijn part ben jij het vermits je valt voor goud en laurier en de harp niet versmaadt noch de fijne producties gekaft in saffraan of is het de bijziend expert van het weekblad die alles al weet zichzelf onaantastbaar citerend met zijn hooghartige pen ik denk dat er niemand is want goud en laurier zijn uit de mode vraagt niet om harpen - in het dorp wijst men hem na hij is al wat dovig en loopt slecht aan de lijn van de kalende hond op weg naar de post bevend reikt hij een stapel gedichten aan geverfd permanent maar zegt het meisje wat moet ik ermee er staat geen adres op