De Brakke Hond. Jaargang 9(1992)– [tijdschrift] Brakke Hond, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] Dirk van Eylen Piëdestal Paraplu Grijze regenachtige dag beter weer is denkbaar niet voor begrafenis van vaders Van mijn moeder zie ik alleen de paraplu en druppels daarop door een vochtafstotend middel opbollend tot lenzen zoals vroeger in de tuin water op koolblad de nerven opeens zo duidelijk, poriën, een dondervliegje daarin verdronken leefde voor altijd in een andere wereld. [pagina 14] [p. 14] Het boek der natuur Vanochtend viel het licht anders door het gordijn. Je bent niet echt verrast, je luisterde naar het weerbericht. Toch maar wandelen hoewel je weet je laarzen niet perfekt waterdicht. Voetstappen die je achtervolgen als de eerste man op de maan, je zolen zuigen smeltwater aan. Sneeuw is sneeuw is sneeuw is wat je denkt en tegen beter weten in probeer je te zien wat dichters beweren te zien: zuiverheid, angst voor de dood of erger nog, onbeschreven papier. [pagina 15] [p. 15] Mijn kamer Voor ik mijn kamer betreed kijk ik door het sleutelgat om afwezigheid te bespieden de stoel, de tafel, de toetsen van de schrijfmachine, het bed dat werd beslapen, ongezien. Niet dat ik eenzaam ben of zo - wat mag dat wel zijn? - gewoon nieuwsgierig naar mezelf als ik er dan toch niet ben. [pagina 16] [p. 16] Kamp Ik bouw een kamp met mijn zoon: vier lakens met wasknijpers vast 's nachts slaapt hij daar of doet alsof is bang van de geluiden in het bos vreest schaduwen van de dingen los. ik rook een sigaret in de keuken als naar t.v. kijk ik naar de weerspiegeling van de gloeiende askegel in het raam de radio staat geluidloos aan buurman is dronken de koplampen van zijn wagen duwen schaduwen voor zich uit door de muren van het kamp schimmen schuiven over het gras verschieten in de nacht mijn zoon, ik weet nu waar zonder hem te zien voor Kaspar [pagina 17] [p. 17] Wachten Het lijkt een wedstrijd wel bij de bushalte waar ik ben aangeland in één telefooncel, verlicht, duizenden muggen dansen een zoemende wolk bij mekaar ik draai mijn nummer, mezelf zo ver mogelijk bij de muggen vandaan. Daarna is de man uit Jim's Motel aan de beurt: een t-shirt zonder mouwen, een broeksriem met koperen leeuwekop. Zijn meisje zet zich op de motorkap van hun wagen. Met haar armen om haar knieën geslagen kijkt ze langs hem heen naar waar een onweer licht en dreigt zonder korterbij te komen. Wie het eerst verbinding krijgt wint, zo heb ik het bedacht, verdrijf ik tijd op wacht. [pagina 18] [p. 18] Laatste keer over Broadway lopen en daar met opzet niet aan denken. De maan is niet op, dat scheelt. Je raapt alle lege sigarettepakjes van straat voor nader onderzoek. Ooit zal je hem vinden: de voor het ongeluk geboren lul, de godvergeten klotelul, een pakje Camel als portemonnaie gebruiken en met de laatste sigaret het geld vergeten. Vorige Volgende