De Brakke Hond. Jaargang 8(1991)– [tijdschrift] Brakke Hond, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] Charles Ducal Gedichten Impasse Zo vond de vrouw haar man, de dichter: gehurkt in het bad, het hoofd geklemd tussen de knieën, alleen met zichzelf, het oude vlees, de verschrompelde stichter van haar geluk. Zij zag hoe gebogen, hoe naakt en menselijk buiten de taal. De warmte wolkte, vrede zong uit de kraan. Dit, dacht zij, kon hij dit maar verwoorden... Hij zag haar niet, rook zijn zweet, keek naar zijn lid in het stijgende water. Het water was heter dan hij kon verdragen. Hij haatte. De vrouw had hij lief. [pagina 110] [p. 110] Mary-Lou Met haar voor het huis van Permeke. In het gazon stond een vrouw, naakt, te zwaar, te lichamelijk om aan te spreken. Zij keek naar het beeld, ik naar haar, de strenge rok, het jak, de kousen, naar het beeld dat zij van zich schept, onwerkelijke borsten en billen, koud hart. ‘Mooi’ zei ze, ‘mooi, net echt.’ Toen zij doorliep, bleef ik staan kijken, zag hoe het lichaam verdween, zag steen. Ik streelde zacht mijn hand langs haar dijen, stiekem. Ik was gelukkig alleen. [pagina 111] [p. 111] Uitgesteld Wees gerust, als ik sterf zal wel blijken of ik je lief heb gehad. Jij, de laatste naar wie ik zal kijken, de laatste die mij ontsnapt. Dan dwing ik je oor naar mijn mond voor iets dat ik had moeten schrijven, een zekerheid in gereutel vermomd. Wees gerust, jij zal de slotzin krijgen. Het zal ontroerend zijn, een echt einde, een poging die alles herstelt. Je bent mijn vrouw. Het zal wel blijken, al wordt het een leven lang uitgesteld. Vorige Volgende