De Brakke Hond. Jaargang 8(1991)– [tijdschrift] Brakke Hond, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Piëdestal Elly de Waard dunnende schaduw van oktober in de bomen, of de stad een overdaad aan luchtigs had. Ik haast mij langs de smalle band van haar trottoir, waar het blad zich al verzameld heeft, tot waar die afbuigt in de ruimte van een plein en ik een brasserie in ga. Mijn koffie schuimt in gouden randen en dampt zijn geuren. Ik zie mijzelf in de weerspiegeling van het glanzend apparaat verkleuren, als de stoom van nieuwe espresso mijn gezicht beslaat, dat [pagina 35] [p. 35] bijna onophoudelijk op de ingang is gericht. Weldra zullen de glazen deuren haar immers binnensluizen uit de straat! Weldra zal haar aanwezigheid de hele ruimte vullen en opbeuren! [pagina 36] [p. 36] o het wachten viel mij zwaar, het wachten op haar! De straat golfde over haar bruggen en de tram werd plotseling boven zo'n heuvel over water zichtbaar eerst het dak, dan het gevaarte zelf werd ik gewaar. Al zuchtend en bellend kwam zij tot stilstand op de top. Haar deuren lieten een streng van mensen los, die zich ontrafelde tot een, tot haar. Mijn hart sprong op [pagina 37] [p. 37] thee en een omstrengeling het water kabbelt in een kring over de muur een duizeling bevangenheid van het middaguur. En teder door de bloese schijnen de dunne lijnen, die van de rug naar voren gaan, de teugels die de borsten leiden. Van zo nabije ogen had ik niet terug [pagina 38] [p. 38] Hier rust men zacht, hier op het kerkhof tegen de helling waar het nageslacht de zerken bijhoudt en de paden harkt, ligt men pas goed begraven. Ook in de dood is hier een vergezicht. Vaarwel - het blauwe, blauwe licht dat neerstrijkt uit de verre lucht zal zich aan het saffiere nooit te sluiten blauwe van je ogen willen spiegelen en vergapen. Rust zacht, laat ons zacht rusten, want ook als ik dood ben wil ik altijd bij je slapen [pagina 39] [p. 39] de dagen verglijden onder stormen en worden in stof weggeslagen. Hoe naargeestig jakkeren de winden achter plekken licht aan in het water en hoe vreugdeloos hun fluiten om toppen van de bergen voor zij als honden op willekeurig elke prooi neerduiken. De horizon verschanst zich achter een gevaarte van wolken en slingert haar bliksems naar het stralen van een niet te bedaren zon. - De nachten verdichten zich in dromen van vernedering en afwijzing. Duister bezinksel van andere dagen en een ook toen al in de wind geslagen stormvoorspelling [pagina 40] [p. 40] en in mijn dromen mengen zich de dingen van de dag met dieper liggende herinneringen verbazend amalgaam sommige lagen van de ziel zijn rijker voorraden, bevatten aderen aan herinneringserts of zijn gemakkelijker begaanbaar en het peillood van de slaap reikt daar het verst Vorige Volgende