treffend door hun ongewonen, nu soms vreemd aandoenden eenvoud, impressies waaruit als de bitterheid en de Weltschmerz van een Laforgue uit opklinken, gedichten sober van lijn, breed van gedachte en innig van gevoel.
Hoe gaarne hadden zijn vrienden de belanglooze taak op zich genomen, zijn verspreid en nagelaten werk te verzamelen en als een blijvend aandenken in het licht te zenden! Het mocht niet zijn, helaas! Sinds langs voelde Buyens zich door de ziekte ondermijnd. Vooraleer voor goed te gaan liggen, sloot hij zich op en vernietigde bijna al zijn onuitgegeven werk. Men heeft na zijn dood slechts eenige kleine fragmenten, verspreide versregels en nota's teruggevonden. Van den ganschen Jonker Storms, van den Slag in 't Water, van den Koorknaap (waarvan in De Boomgaard een fragment werd opgenomen), van gedeeltelijk afgewerkte tooneelspelen in verzen, blijft niets meer over. Buiten zijn in tijdschriften verschenen werk (De Vlaamse School, De Arbeid, Alvoorder, Nieuwe Arbeid, De Vlaamse Gids, De Boomgaard) kent men van hem slechts een aantal prachtig gestyleerde brieven. Hij was tevens correspondent van het Algemeen Handelsblad van Amsterdam en van het Nederlandsche weekblad Het Theater.
Het is ons vreemd en treurig te moede bij het neerschrijven dezer woorden. Nooit hebben wij er aan gedacht dat de dood nu reeds een onzer mede kon nemen. In schoonen, jeugdigen overmoed hebben wij zij aan zij gestaan in den soms zeer onverkwikkelijken strijd ter verwezenlijking onzer droomen, en wij staren nu, verbijsterd en gekwetst, op de leegte die de dood met brutaal en onverwacht gebaar maakte nevens ons. Met diepe treurnis hebben wij den makker zien heengaan, die tot ons kwam in de blijde tijden toen wij nog meenden de menschen en