De Boomgaard. Jaargang 2(1911)– [tijdschrift] Boomgaard, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 694] [p. 694] De pastorie. Heel rustig ligt de pastorie In koelen schâuw van linden. Er danst een enk'le zonnestraal Over de groene blinden; En als de wind 't loover wiegt, Of uit de linde een vogel vliegt, Dan ruischt er om de pastorie Een zoete melodie. Daar buiten ligt de dooden-tuin Met marmer-witte zerken, Er staat in 't volle middaglicht Een eenzaam man te werken; Hij steekt de spade in den grond En doet z' in 't zonlicht blinken, Het diep gedolven zand is blond, De zonne gaat al zinken. En in het smalle kindergraf Is stuivend goud-gewemel. De graver wischt zijn voorhoofd af En kijkt eens naar den hemel. [pagina 695] [p. 695] Er drijft een wolkje wit voorbij, De hemel is zoo diep en blij En in de verre verte fluit Een vogel alles uit. Heel rustig ligt de pastorie In schemering van linden, De priester leest een litanie, Een vrouwe sluit de blinden. En als de wind 't loover wiegt Of uit de linde een vogel vliegt, Dan ruischt er om de pastorie Een zoete melodie. Nico Oosterbeek. Vorige Volgende