De Boomgaard. Jaargang 2(1911)– [tijdschrift] Boomgaard, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] Nachtliedje. Een eeuwigheid hangt in de lucht nu vroom-stil liefde spreken mag, en men daarbij niet zinnend zucht: komt morgen weer een dag? Hoe taant aan fulpen horizon het licht der stad in matten schijn! Ach, ik vermoedde niet dat kon een nacht zoo heerlijk zijn. Niets schemert nog van licht of vuur, niets klinkt van stem- of klankgegons... Bestaat niet sedert dat één uur iets eeuwig tusschen ons? Jan van Nijlen. Vorige Volgende