reld in deze wijde folterkamer hoe ze mij geeselen met hitsende koorden, hoe ze mijn arm lijf doorstriemen, ô mijn arm lijf!...
Mijne beulen zijn naakt en hun meester is de drift, die op een rooden zetel zit in den deemstersten hoek....
Zeg een woord, ô blanke Kristus, wijl wij u de Gods-macht gaven, zeg een woord, ô blanke God, en lam zullen hangen hun armen, lam hun armen....
* * *
O bloênde Kristus, dien wij, menschen, schiepen tot een blanken God, zie door het venster van de wereld in deze wijde folterkamer hoe ze mij kronen met pijnende doornen, hoe ze mijn arm hoofd doorspietsen, ô mijn arm hoofd!...
Mijne beulen zijn purper gekleed en hun meester is de Trots, die opeen pauwensterrigen zetel zit in den lichtsten hoek....
Zeg een woord, o bloênde Kristus, wijl wij u de Gods-macht gaven, zeg een woord, ô blanke God, en blind zullen staren hun oogen, blind hun oogen.
* * *
O bloênde Kristus, dien wij, menschen, schiepen tot een blanken God, zie door het venster