Het Boek. Serie 2. Jaargang 30
(1949-1951)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 123]
| |
Almanach en prognostication door Joannes Sylvius, beide voor 1551
| |
[pagina 124]
| |
ke gevallen altijd mijn troost en toeverlaat - en de druk lag dus buiten ons speciaal jachtveld. Mijn advies is toentertijd geweest, de blaadjes te koop aan te bieden aan de Deventer Athenaeum-Bibliotheek. Of dit geschied is, weet ik niet. Ze zijn er echter niet beland. Deze episode was daarmee weer afgesloten, maar in Maart 1948 nieuwe apparitie van de fragmenten. Thans werden me stukken èn van de Almanach, èn van een Prognostication toegezonden door de heer C.W. Bieling te Amsterdam; een zijner kennissen had ze in een oude band ‘zonder titel’ gevonden. De belangstelling van beiden ging slechts uit naar de vraag, of de drukjes mij bekend waren. Verder werden de bladen allervriendelijkst tot mijn beschikking gesteld. De heer Bieling heeft er duplicaten van behouden, terwijl ik eigenares werd van de rest, de twee ongevouwen vellen van katern B van de Almanach, in triplo, en drie losse blaadjes, met de signaturen Aij., Aiij. en Biij. van de Prognosticatie, of beter gezegd Prognostication, gelijk Sylvius zelf zijn werk betitelt. Ik heb ze nu verdeeld over drie bibliotheken, met dien verstande, dat de Athenaeum-Bibliotheek te Deventer, de stad van Albert Pafraet, het leeuwendeel heeft gekregen, te weten de drie bladen van de Prognostication en twee ongevouwen vellen van de Almanach, terwijl van deze laatste zowel aan de Koninkijke Bibliotheek als aan de Bibliotheek van de Vereeniging ter beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis eveneens ieder twee vellen zijn gegeven. Al zou ik er geen eed op willen doen, het lijkt me in hoge mate waarschijnlijk, dat de fragmenten, indertijd door de heer Jonker vermeld, èn die uit de veiling bij Van Huffel, èn die van de heer Bieling alle dezelfde exemplaren zijn, afkomstig uit de band om het handschrift der Landrechten. Hier volgt een korte beschrijving der beide drukken, ter identificatie van eventuële latere vondsten. Dan, naar ik hopen mag, van volledige exemplaren.
I. Joannes Sylvius, (Almanach voor den jare 1551). Deventer, Alb. Pafraet, (1550). Begin? 9?a (sign. B): Bruynswijck / Rostock / Dantz- || wijck / etc. met den omliggende || landen ... 11?b: Van die verande || ringe der Manen / met den quar || tieren / oeck haren weder en̄ dis- || positien der lucht / doer dat || gantse Iaer. || Ianuarius Hardemaent. || ● Nye maen den .vi. dach Ia- || nuarij / ... 16?b: M. Ioannes Syluius, || Medicus, etc. || Holt anders gheē Almanach of || Prognosticatie voer | |
[pagina 125]
| |
de syne / dā || die alleen Ghedruckt sijnt tho || Deuenter / by Albert || Pafraet. || ☙ || 16o. 8? + 3 bll., A8? B8, goth. en enige rr. lar., 19 rr., rekl., figuren met schijngestalten maan. II. Joannes Sylvius, (Prognostication voor den jare 1551). Z.p. n.j.? (Deventer, Alb. Pafraet, 1550). 1?2a (sign. Aij.): (wye of wyt?) ghy hier naemaels v lijf vnde ghesontheyt ghelooft in v crancheyt. || Neempt in dancke / vnde blijft Gode beuolen. || Ioannes Syluius Philiater. || Dat eerste Capittel. || Van die Astronomicael fundamenten deser Prognostication. || P(hsn.)Rognosticerende die wonderlicke influentien des hemels / vandē || iare na onse Salichmakers gheboorte. M.D. vn̄. Li. Wil ick eerst || vn̄ voer al setten / vn̄ int cort verclaren die principale Astronomi- || cael fundamenten / daer dese mijn Prognosticatiō op gefundeert || is. ... 3a (sign. Aiij.): inder coniunctien deser planeten / dorch der Manen / welck tusschen der Son- || nen ... 7?b (sign. Biij.) r. 43: ... lichtuerdi- || ge aptekers / blide int geselschap / vn̄ der gelijcken sint Reynwt gildebroeders || moeten (reklame) || rest?4o. 3 + 5? bll., A4?B4?, goth., 44 rr., rekl. Het blijken dus niet, gelijk de heer Jonker gemeend heeft, twee verschillende uitgaven van een Almanach, doch twee duidelijk te onderscheiden werken, een Almanach en een Prognostication van dezelfde auteur, te zijn. De taal ervan is een sterk Oostelijk gekleurd Nederlands, met vormen als vnde, tho, olde, dorch, enz. en de boekjes waren klaarblijkelijk mede bestemd voor de verkoop tot ver over de Duitse grens. In de Almanach worden Bruynswijck Rostock en Dantzwijck genoemd, terwijl in de Prognostication bij een maaneclips de berekening gemaakt is naar de meridiaan van Emden. Daar worden verder voorspellingen gegeven voor zeer uiteenliggende streken; Oost- en West-Friesland, Emden, Groningen, Deventer, Zwolle, Kampen, Munster, Westfalen, Brabant, Amsterdam, Gulik en Kleef, Keulen, Lübeck, Hamburg, Bremen, Maagdenburg (‘Meyborch’), Brunswijk, Rostock en Dantzig, ze krijgen alle hun beurt. De gelijke teksttype M75/79 en het rubriekteken met een krul naar links, in beide drukken gebruikt, wijzen er duidelijk op, dat ook de Prognostication, hoewel de naam van de drukker in het bewaarde fragment niet voorkomt, van Albert Pafraet stamt. Bovendien is de initiaal P op bl. 2a me uit andere drukken van hem bekendGa naar voetnoot1. Tot slot blijft de vraag over, wie de medicus of ‘philiater’ Joannes Sylvius was. Het is me niet gelukt deze terecht te brengen. | |
[pagina 126]
| |
In onze beide Nederlandse biografische woordenboeken, Van der Aa en het latere Leidse, komt hij niet voor, ook niet op Jan Bos(ch), ten Bos(ch) of van den Bos(ch) of iets soortgelijks. Wel heeft er omtrent diezelfde tijd een zeer vermaard medicus Johannes Sylvius geleefd, geboortig uit Rijssel, die, na in Leuven gestudeerd te hebben, zich te Valenciennes heeft gevestigd en in 1562 hoogleraar in Douai is geworden († 1576). Een man, die vele medische werken in het Latijn heeft geschreven en wiens levensbericht men o.a. kan vinden in de Biographie nationale.... de BelgiqueGa naar voetnoot1. Doch het komt me hoogst onwaarschijnlijk, zo niet vrijwel ondenkbaar voor, dat deze de samensteller van de Deventer boekjes, in Oost-Nederlands dialect, zou zijn. Dan nog eerder zekere Joh. Bosch of Boschius, bijgenaamd Lenaeus, een Nederlands medicus, die in 1558 professor te Ingolstadt is geworden en die door Jöcher vermeld wordtGa naar voetnoot2. Blijven er dus om de auteur nevelen hangen, het meest ben ik geneigd er een plaatselijke, mogelijk Deventer geneesheer achter te zoeken, wiens naam tot nu toe niet aan het nageslacht was overgeleverd. Ondertussen verheugt het mij ten zeerste, dat de fragmenten na al hun omzwervingen blijvende standplaatsen hebben gevonden. Want, ofschoon ze buiten het gebied der Ned. Bibliographie van 1500 tot 1540 vallen en hun inhoud van primitieve aard is, als laatst bekend drukwerk van Albert Pafraet hebben ze inderdaad enig belang. Vóór men van het bestaan van deze uitgaven wist, werd aangenomen, dat Pafraet in 1548 zijn werkzaamheid had moeten staken, na een gedwongen vertrek uit Deventer. Hij was in moeilijkheden geraakt wegens het drukken van prognosticaties, volgens de Raad van State te Brussel ‘inhebbende scandeloze figuren, ende tendierende tot opruyre ende seditiën, toseggende den oprorigen ondersaten voirspoet ende den ouersten tegenspoet’Ga naar voetnoot3. Thans blijkt, dat hij ook na dit avontuur, zeker tot in de loop van 1550, zijn bedrijf te Deventer heeft uitgeoefend, en, merkwaardigerwijze, zich opnieuw aan een Prognosticatie heeft gewaagd. 's-Gravenhage, April 1948. M.E. Kronenberg. |
|