Het Boek. Serie 2. Jaargang 30
(1949-1951)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 43]
| |||||||||
De plattegronden van de stad Rotterdam in de 16de en 17de eeuwOpgedragen aan pater dr. Bonaventura Kruitwagen De wiegedrukken - hoe kan het anders? - hebben mij met pater Kruitwagen in kennis gebracht. In 1929 werd ik bibliothecaris van de Athenaeum-Bibliotheek te Deventer met haar rijke collectie incunabelen. Ik moest op dit voor mij onbekende terrein wat thuis raken. De catalogus van mejuffrouw M.E. Kronenberg, waarin de wiegedrukken van de Athenaeum-Bibliotheek worden beschreven in het gebruikelijke jargon der incunabulisten leerde mij de weg vinden in het labyrinth van de wiegedrukken-litteratuur; Hain, Proctor, Haebler enz. werden mij min of meer bekende namen. IJverig las ik in de gedegen artikelen in ‘Het Boek’, hoewel ik moet bekennen, dat ik vaker greep naar het in de vorm minder geleerde samenvattende artikel van Pater Kruitwagen verschenen in de Handelingen van ‘Letterkunde’Ga naar voetnoot1). Toen mijn belangstelling voor de wiegedrukken eenmaal gewekt was trof ik in het oud-archief van de Gemeente - in een band met gewone ‘ingekomen brieven’ - enige ‘Einblattdrucke’ aan, waarin keizer Maximiliaan I het stadsbestuur van Deventer opriep tot het bijwonen van Rijksdagen en tot het betalen van bijdragen voor zijn veldtochten. Dit was de aanleiding tot mijn eerste - en naar ik vrees tevens laatste! - artikel over wiegedrukkenGa naar voetnoot2). Natuurlijk zond ik een overdruk aan pater Kruitwagen toe. Prompt kreeg ik een brief terug, die na enige vriendelijkheden en loftuitingen een flink aantal terechtwijzingen bevatte. ‘Laat altijd Uw overdrukken dezelfde paginering geven als het oorspronkelijke artikel, haal Uw bronnen altijd aan met begin- en eindbladzijde en jaar van verschijnen’ enz. | |||||||||
[pagina 44]
| |||||||||
enz. Die brief heb ik altijd zuinig bewaard en de wijze raadgevingen steeds opgevolgd, ook toen mijn studies het terrein van de wiegedrukken verlieten en ik meer op het gebied van de oude kartografie terecht kwam, waar overigens dezelfde eisen van bibliografische nauwkeurigheid gelden. Na dit eerste schriftelijke contact volgden spoedig bezoeken van mij aan Rotterdam, waar ik de gast was in de pastorie van de - helaas in 1940 verwoeste - St. Rosalia-kerk. Hierbij ontdekten wij een nieuw gemeenschappelijk veld van belangstelling, n.l. de geschiedenis en in het bijzonder de topografische ontwikkeling van ons beider geboortestad Rotterdam. Pater Kruitwagen bleek over moderne verkeersproblemen van Rotterdam zijn eigen denkbeelden te hebben! En nu mijn eigen studie door de loop van de omstandigheden zich met de oude kartografie van onze Nederlandse steden is gaan bezig houden, meende ik als hulde aan Pater Kruitwagen geen beter onderwerp te kunnen kiezen dan de oude kaarten van Rotterdam.
Onze Nederlandse steden, waaronder wij verstaan plaatsen met eigen stadsrecht, van de omgeving afgescheiden door eigen versterkingen, muren, poorten en omwallingen, zijn niet zo erg oud. De oudste bewaard gebleven stadsbrief - echt of onecht! - is die van Zutphen van 1190. De Hollandse steden kregen allen pas na 1200 stadsrecht, Amsterdam pas in 1300, Rotterdam eerst in 1328. Afbeeldingen uit de eerste eeuwen van het bestaan van die steden zijn niet tot ons gekomen. Waarschijnlijk hebben zij niet bestaan. In de middeleeuwse maatschappij had men nog geen behoefte aan kaarten en afbeeldingen en bovendien (het was een wisselwerking!) waren er geen kartografen, schilders of tekenaars, die afbeeldingen van steden maakten. Het ‘Gezicht op de Stad Utrecht in de vijftiende eeuw volgens een gedeeltelijk vergane muurschildering uit dien tijd, ontdekt in de St. Jacobskerk anno MDCCCLXXXII’, waarvan Antoon Derkinderen een copie schilderdeGa naar voetnoot1), is voorzover ik weet, de oudste bewaard gebleven afbeelding van een Noord-Nederlandse stad. Italië was ons in dit opzicht vooruit. Van Rome, Florence, Venetië, Verona en andere steden bestaan verscheidene afbeeldingen uit de 15de eeuw, waarbij men soms de stad ziet, zoals | |||||||||
[pagina 45]
| |||||||||
zij zich voor de naderende reiziger vertoont (wij spreken dan van een ‘prospect’), soms als plattegrond, waarbij vaak de gebouwen in ‘opstand’ zijn getekendGa naar voetnoot1), terwijl de ‘vogelvluchtafbeeldingen’, waar men de stad schuin van boven aanschouwt een tussenvorm zijn. Het oudste voorbeeld van een Noord-Nederlandse stad in vogelvlucht gezien is de vermaarde afbeelding van Amsterdam door Cornelis AnthoniszGa naar voetnoot2), welk stuk een navolging schijnt te zijn van een vogelvluchtafbeelding van Venetië vervaardigd door Jacopo dei BarbariGa naar voetnoot3). Een enige jaren geleden te voorschijn gekomen houtsnede met afbeelding van de stad Deventer van omstreeks 1550Ga naar voetnoot4) vertoont gelijkenis met een soortgelijk gezicht op Keulen. Van Keulen bestaan vrij veel afbeeldingen uit de eerste helft van de 16de eeuwGa naar voetnoot5), zodat, gezien de commerciële en culturele betrekkingen met het oosten van ons land - Keulen en Deventer waren beide Hanze-steden! - ook langs deze weg de mode om afbeeldingen van steden te maken ons land kan hebben bereikt. De voornaamste invloed kwam echter uit het zuiden, uit AntwerpenGa naar voetnoot6). Toen Guicciardini voor zijn beschrijving der Nederlanden platen van steden verzamelde vond hij voor zijn eerste uitgave in 1567 een groot aantal afbeeldingen van Zuid-Nederlandse steden - Brussel, Brugge, Gent, Mechelen, Antwerpen enz. - maar bitter weinig van het Noorden. Begrijpelijk als wij denken aan de vele connecties van Brugge, later van Antwerpen met Spanje en Italië en aan de vroegere ontwikkeling van de Zuidelijke gewesten. De bevrijding van Holland in 1572, de Spaanse furie in Antwerpen in 1576 en de verovering van die stad in 1585 door Parma, waarna de sluiting van de Schelde volgde, die meer dan twee eeuwen zou duren, verplaatste het | |||||||||
[pagina 46]
| |||||||||
overwicht naar de Noordelijke gewesten, in het bijzonder naar Holland. Amsterdam werd het centrum van de Hollandse kartografie, dat niet alleen voor de Nederlanden, maar voor de gehele wereld kaarten en atlassen leverde. Alle factoren werkten samen om het maken van kaarten en afbeeldingen van onze steden te bevorderen. Amsterdam, maar eveneens Rotterdam, 's Gravenhage, Leiden, Haarlem, Groningen en Harlingen, om geen andere steden te noemen, gingen een bloeiperiode tegemoet. De bevolking nam toe, de steden werden uitgebreid, nieuwe havens werden gegraven. De stedentrots, aangewakkerd door onderlinge wedijver, deed elke stad naar een mooie afbeelding in kaart en prent verlangen. Uit Brabant en Vlaanderen, vooral uit Antwerpen, waren vele kaartmakers (landmeters, graveurs, tekenaars) naar het noorden gekomen, die ertoe bijdroegen de kartografie tot bloei te brengen. Bij dit alles stond Amsterdam aan de spits. Over de plattegronden van die stad alleen is een boek geschrevenGa naar voetnoot1). Hoogtepunt was na de afbeelding van Cornelis Anthonisz, die de stad uit de dagen van Karel V weergeeft, de kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode (1625) uit de periode, toen de grote stadsuitbreidingen in volle gang waren. Rotterdam neemt een meer bescheiden plaats in. Toch loont het de moeite de Maasstad als voorbeeld voor de ontwikkeling van de Hollandse stadskartografie in beschouwing te nemen. Een overzicht met beschrijving van de kaarten uit de 16de en 17de eeuw stelt ons in staat de groei van de stad te volgen. Het is dan echter nodig op de juiste wijze de datering van de kaarten te bepalen. Daarnaast kunnen wij de kaarten als cultuurhistorische monumenten zien. Zo is de kaart van Rotterdam van Jacob van Deventer één uit de grote reeks van ongeveer 300 op gelijke schaal en met gelijke oriëntatie getekende strategische kaarten, die aan het centraal gezag de overheersing van de steden van de 17 Nederlandse gewesten moest vergemakkelijken. Voor dit doel hebben zij geen dienst gedaan. Maar óns geven zij een uitstekend beeld van onze steden in de jaren vóór de opstand (vóór 1572!) De kaart van Jan Potter (1567) is een voorbeeld van een landmeterskaart, waar de waterstaatkundige problemen op de voorgrond staan. De afbeeldingen in de verschillende uitgaven van | |||||||||
[pagina *17]
| |||||||||
afb. 1. Centrum van Rotterdam kort vóór 1940
| |||||||||
[pagina 47]
| |||||||||
Guicciardini's beschrijving der Nederlanden (sinds 1582) en in het stedenboek van Braun en Hogenberg, die voor het grote publiek bestemd waren, trachtten een aantrekkelijk beeld van de stad te geven. Graag zouden wij weten, welke vroegere afbeeldingen, die wij nu niet kennen, voor het maken van die platen hebben dienst gedaan. De aanleiding tot het maken van de kaart van Henryck Haestens (1599) zal wel zoeken zijn in de stadsuitbreiding aan de Maaszijde. Het bijschrift, dat met welbehagen melding maakt van de opbloei van de stad, ‘die door Godes Gratie van een cleyn ende onbekent, een groote en vermaerde Coop stadt is geworden’, versterkt ons vermoeden, dat wij hier met een vroege vorm van stadspropaganda te doen hebben. De kaart van Huys en Versyden (1623) geeft voor het eerst een gedetailleerd portret van de stad met de later meest gevolgde oriëntatie, die overeenkomt met de prospecten van de stad gezien vanuit de Maas. Het hoogtepunt van de oude kartografie van Rotterdam vormt de prachtig uitgevoerde en nauwkeurige kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode (1626), die grondslag en uitgangspunt voor de meeste latere kaarten werd. Die latere kaarten stellen ons vaak voor bibliografische puzzles. Blaeu en andere samenstellers van atlassen gaven n.l. niet zelfstandig opdracht tot het maken van een nieuwe kaart, maar zij maakten van bestaande kaarten gebruik, die binnen de grenzen van het mogelijke werden aangevuld en verbeterd. Voor het critisch gebruik van deze kaarten moeten dus alle kaarten zelf nauwkeurig beschreven worden met opgaven van bestaande litteratuur en bereikbare reproducties. Het sluitstuk, tevens de apotheose van de kaarten van Rotterdam uit de 16de en 17de eeuw is de kaart van de Vou-Romyn de Hooge (1695), die men als wandkaart en in atlasvorm kan bewonderen. Treffend is de gelijkenis van de moderne luchtfoto's van het centrum van het moderne Rotterdam met de oude plattegrondenGa naar voetnoot1). Hoewel de meeste huizen, die in 1700 overeind stonden, in 1940 niet meer in wezen waren, was het stratenplan en de vorm van de oude havens hetzelfde gebleven. Aan ons, voor wie het Rotterdam van vóór 1940 nog levend voor de geest staat, de taak om het beeld van de stad vast te leggen voor onze | |||||||||
[pagina 48]
| |||||||||
nakomelingen, die het oude Rotterdam alleen uit boeken en verhalen zullen kennenGa naar voetnoot1). | |||||||||
I. Kaart van Jacob van Deventer, vóór 156341 × 51Ga naar voetnoot2) Noord boven. Gekleurde tekening, waarop de stad met de omgeving is weergegeven. In het bijzonder zijn de stad zelve met haar straten en kanalen en de belangrijkste gebouwen, alsmede de poorten en versterkingen, en buiten de stad de toegangswegen te land en te water duidelijk getekend. Het buitendijkse land is donkergroen, het overige weideland lichtgroen gekleurd. In de stad zijn de huizenrijen rood en de daken van de belangrijkste gebouwen blauw gekleurd. De schaal is ongeveer 1:7.500. Volgens Unger is de kaart getekend vóór de brand van 10 Juli 1563. Bijgevoegd is een op dezelfde schaal en gelijk-georiënteerde bijkaart (‘carton’), waarop alleen de stad zélf is weergegeven. De straten zijn als stippellijn getekend. Bij de kerken en kloosters is in het latijn de naam vermeld, bij de poorten staat: ‘porta’.
N.B. Jacob van Deventer, geograaf in dienst van keizer Karel V en koning Filips II, had in de jaren 1536-1547 kaarten van Brabant, Holland, Friesland, Gelderland en Zeeland vervaardigdGa naar voetnoot3). Later kreeg hij opdracht om alle steden van de zeventien Nederlandse gewesten in kaart te brengen. In 1572, toen zijn woonplaats Mechelen door de Spaanse troepen geplunderd werd, week hij met zijn kaartenmateriaal uit naar Keulen, waar hij in 1575 overleed. Het ‘net-exemplaar’ van zijn atlas, gebonden in drie delen, werd door de magistraat van Keulen toegezonden aan Viglius van Aytta, voorzitter van de Raad van State in Brussel, die de banden doorzond aan koning Filips in Madrid, waar in de 19de eeuw deel II en III in de Koninklijke Bibliotheek werden teruggevonden. Rotterdam komt voor in deel III als no. 25. Dit deel werd in 1891 in Nederland gedeponeerd. De toen gemaakte aftekening van de kaart van Rotterdam, nog aanwezig in het Gemeente-archief te Rotterdam, werd gebruikt voor de reproductie-uitgave van Unger (1895). Op een in 1859 bij Martinus Nijhoff te 's Gravenhage gehouden veiling werden 152 ‘minuutkaarten’ van van Deventer's plattegronden voor f 50. - verkocht. Deze ‘minuut-kaarten’ bleken gelijkwaardig met het ‘net-exemplaar’ te zijn. Aldus zijn in de beide series samen c. 200 van de c. 300 kaarten, die bestaan moeten hebben, teruggevonden. Rotterdam ontbreekt bij de ‘minuut-kaarten’, die wat Noord-Nederland betreft in de Rijksarchieven worden bewaard. Voor de reproductie-uitgave Fruin-Nijhoff zijn de kaarten, die in de reeks ‘minuut-kaarten’ ontbreken, in Madrid door de Heer Rotteveel afgetekend. | |||||||||
[pagina 49]
| |||||||||
Litteratuur:
| |||||||||
Reproducties
| |||||||||
2. Kaart van Jan Potter, 1567Kaart van de rivier de Rotte met een plattegrond van de stad Rotterdam, groot met de rand (van 1.5 cm.) 53 × 243. Oostzuid-oost (iets ten zuiden) boven. Deze getekende kaart bestaat uit vier aan elkaar geplakte vellen perkament. De hoofdkleuren zijn blauw, groen, geel en bruin. Op het tweede vel van rechts een fraaie 16-delige kompasroos. De plattegrond van Rotterdam komt voor op het meest rechtse blad perkament (c. 50 × 50, zonder rand). Vooral de waterwegen en de sluizen tussen de Rotte en de Oude Haven zijn duidelijk getekendGa naar voetnoot3). In de rivier-staat: ‘De Merwen die men oick noemt de Mase’. Rechts onder de stad staat: ‘Rotterdam’. | |||||||||
[pagina 50]
| |||||||||
In de stad en dicht bij de omwalling worden met name genoemd: ‘de oude Rotte, t oude verlaet, t nieu verlaet, den Uppert, de nieuwe Rotte, Lommerts brugge, de Lommert straet, de butter sloot, de hoech straet, de hooft straet, t mart velt, de waghen straet, de Ramen, de schiedamse poort, de Loeven, de hooft poort, Blauwe stene hooft, de Oost poort, de Ghoutse poort, de Rotte, de Hoff poort, de Delffsche poort’. De Grote Kerk, de kraan, de poorten, muren en muurtorens en de lakenramen zijn duidelijk getekend. Het slot Bulgerstein komt niet op de kaart voor. Het stratennet is minder nauwkeurig weergegeven dan bij van Deventer. Meer aandacht is geschonken aan de waterwegen, verklaarbaar, omdat de kaart werd getekend in opdracht van Filips II met het oog op de onenigheid, die deze met de familie van Zwieten had over het visrecht in de Rotte. De oorspronkelijke kaart berust in het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage. Inventaris der verzameling kaarten berustende in het Rijksarchief, II (samengesteld door J.H. Hingman) ('s Gravenhage 1871), p. 123, no. 1094. Een getekende copie op ware grootte van het origineel is aanwezig in het Gemeentearchief te Rotterdam. Jan Potter was een bekwame landmeter en tekenaar van kaarten. Sinds 1562 was hij landmeter van het Hoogheemraadschap Delfland, terwijl hij ook voor Schieland werkzaam was. Daarnaast was hij notaris. Zijn geboorte- en sterfjaar staan niet vast. Omstreeks 1587 moet hij overleden zijn. Wij hebben aan hem o.a. een fraai uitgevoerd wapenboek (1560), verder vele met zorg en nauwkeurigheid getekende kaarten en kaartboeken te danken. Dr. Wiersum heeft in een tweetal zeer lezenswaardige artikelen een overzicht van zijn werk gegeven met een lijst van de door hem vervaardigde kaartboeken en kaarten. | |||||||||
Litteratuur:
| |||||||||
Reproducties:
| |||||||||
[pagina 51]
| |||||||||
3. Kaart in twee uitgaven van Plantijn van Guicciardini's beschrijving van de Nederlanden (1582 en 1588)25 × 34. KopergravureGa naar voetnoot1). Noord boven. Midden boven: ROTTERDAM, naast wapen van Rotterdam. Rechts boven: vignet (blank). Vgl. Roterodamum illustratum I (1868), p. 68 no. 9. Volgens Unger (1895) is de stad afgebeeld betrekkelijk kort na de brand van 1563. Wat de juistheid der hoofdlijnen betreft staat deze kaart achter bij die van van Deventer. Zo wordt de Oostvest ten onrechte naar buiten uitgebogen, terwijl van Deventer terecht de bocht naar binnen ombuigt. Een nauwkeurige vergelijking geeft meer verschilpunten. Het is aannemelijk, dat de graveur (Frans Hogenberg, zie hieronder no. 5) de beschikking heeft gehad over van Deventer's kaart. Maar daarnaast moet hij gebruik hebben gemaakt van een andere afbeelding, waarschijnlijk een prospect van de stad gezien van de rivierzijde, waarvan tot heden geen exemplaar bekend is, maar dat misschien nog eens te voorschijn komt. Misschien gebruikte hij ook Jan Potters kaarten. De lakenramen en het slot Bulgerstein komen wél voor op Guicciardini's kaart en zijn niet door van Deventer afgebeeld, zodat de graveur zeker een of meer andere afbeeldingen moet hebben gebruiktGa naar voetnoot2). Ludovico Guicciardini geboren te Florence in 1521, overleden te Antwerpen in 1589, was een vermogend en zeer ontwikkelde koopman in Antwerpen. Aan hem danken wij de eerste beschrijving van de Nederlanden, die vele malen herdrukt werd. De eerste uitgaven van Guicciardini's ‘Descrittione’ verschenen in 1567 en 1568 bij Willem Sylvius te Antwerpen. In 1581, 1582 en 1588 zagen drie zeer verbeterde en uitgebreide folio-uitgaven, resp. met Italiaanse, Franse en Italiaanse tekst het licht bij Christoffel Plantijn in Antwerpen. Terwijl in de uitgave van 1581, waarin Rotterdam nog niet is opgenomen, een deel van de tekst op de achterzijde van de kaarten is afgedrukt, zijn in de uitgaven van 1582 en 1588 de platen op losse bladen gedrukt, die dus blank van achteren zijn en buiten de paginatuur vallen. De platen zijn in de uitgave van 1582, de eerste uitgave, waarin Rotterdam voorkomt, ongenummerd, in die van 1588 genummerd. Rotterdam heeft daar no. 36. | |||||||||
Litteratuur:
| |||||||||
Reproducties:Unger (1895), no. II. | |||||||||
[pagina 52]
| |||||||||
4. Kaart in de Noord-Nederlandse folio-uitgaven van Guicciardini's beschrijving der Nederlanden (1609-1648)Copie van no. 3, slechts in minieme details daarvan verschillend. Zo is het getal van huizen in elk vak der straten soms ongelijk. De laatste letter van het woord ROTTERDAM midden boven raakt nu het wapen van Rotterdam, terwijl bij no. 3 nog enige tussenruimte aanwezig is.
Roterodamum illustratum I (1868), p. 68, no. 9. In 1588 verscheen de laatste uitgave van Guicciardini's werk bij Plantijn in Antwerpen. De voor die uitgave gebruikte koperplaten bleven onder Plantijn berusten en maken nog deel uit van de verzamelingen van het Museum Plantijn-MoretusGa naar voetnoot1). Van 1609 tot 1648 verschenen een reeks folio-uitgaven van Guicciardini's beschrijving der Nederlanden in Amsterdam. Wat tekst en platen betreft werden vele wijzigingen en aanvullingen aangebracht. Een flink aantal platen werd echter in 1609 getrouwelijk naar de Plantijn-afbeeldingen gecopieerd en vele koperplaten werden sindsdien tot 1648 ongewijzigd afgedrukt ondanks de ondertussen plaats vindende stadsuitbreidingen en topografische veranderingen. Rotterdam met zijn havenaanleg en grote uitbreiding aan de Maaszijde is hiervan een treffend voorbeeld! De kaart van Rotterdam heeft in de uitgaven IX en X (beide van 1609) geen nummer, terwijl de stad in de uitgaven XI (1612), XII (1613), XVI (1625), XX (1646) en XXI (1648) het nummer 57 heeft. | |||||||||
Litteratuur:Als no. 3. | |||||||||
Reproductie:Unger (1895), no. III. | |||||||||
5. Kaart in het stedenboek van Braun en Hogenberg (1588) en in de stedenatlas van Janssonius (1657)29 × 39. Noord boven. Midden boven: ROTTERDAM, naast het wapen van Rotterdam. Rechts boven in vignet bijschrift in drie regels: ROTERODAMUM Hollandiae // in ostio Roteri flu. Opp. Magni il // lius Desiderii Erasmi Patria. Links onder: man en vrouw. Schepen op de rivier en in de havens.
Vgl. Roterodamum illustratum I (1868), p. 68-69, nos. 10-12. Het kaartbeeld is geheel overeenkomstig de sub 3 en 4 beschreven kaarten, alleen zijn de afmetingen groter. Het stedenboek van Braun en Hogenberg dankt zijn ontstaan aan de samenwerking van de geleerde Keulse kanunnik George Braun, de graveur Frans Hogenberg en anderen. De stedenboeken werden niet alleen in Keulen, maar ook in Antwerpen | |||||||||
[pagina *19]
| |||||||||
afb. 2. Kaart in het Stedenboek van Braun en Hogenberg (no. 5)
| |||||||||
[pagina 53]
| |||||||||
verkocht. Er was samenwerking met de geograaf Abraham Ortelius, de drukker Plantijn en anderen in Antwerpen. De toen in Keulen verblijfhoudende, zeer productieve graveur Frans Hogenberg (ook bekend door zijn historieplaten), was uit Mechelen afkomstig, terwijl in de jaren 1572-1575 Jacob van Deventer, die ook lange tijd in Mechelen gewoond had, eveneens in Keulen verblijf hield en er dus gelegenheid bestond voor het stedenboek gebruik te maken van zijn stadsplattegronden. Aldus is verklaarbaar, dat zowel in het 3de en 4de deel van het stedenboek van Braun en Hogenberg, alsook in de sinds 1581 verschenen Plantijn-uitgaven van Guicciardini een groot aantal Nederlandse steden voorkomen, die alleen door een ander formaat en andere versieringen afwijkingen vertonen, maar overigens volkomen gelijksoortig zijn. Een volledig exemplaar van het stedenboek bestaat uit zes delen (gebonden in twee, drie of zes banden), die resp. in 1572, 1575, 1581, 1588, 1597 en 1617 het licht zagen. Echter komen vaak latere jaartallen voor op exemplaren, die later verkocht werden. De tekst (met zeer veel varianten!) is meestal latijn, terwijl er ook exemplaren met Franse en Duitse tekst zijn gedrukt. De kaarten van elk der zes delen zijn opnieuw genummerd. De kaart van Rotterdam, die in het vierde deel (1588) voorkomt, heeft het nummer 13. Er komen ook kaarten blank aan de achterzijde voor. In het in 1581 verschenen derde deel van het stedenboek komt als no. 31 een zeer fantastische vogelvlucht-afbeelding van Rotterdam voor, waarop men de stad ziet liggen aan alle zijden door water omringd en slechts door een dam met de vaste wal verbonden, als Lindau aan de Bodensee! Verkleinde reproductie in C. te Lintum. Rotterdam in den loop der eeuwen. Deel I (Rotterdam 1909), p. 141. Midden boven staat in een vignet: ROTTERDAM, links en rechts boven de wapens resp. van Holland en Rotterdam. Onder deze afbeelding van Rotterdam komt op hetzelfde dubbel-folio-blad een soortgelijk prospect van Gouda, gezien van de rivierzijde voor. Deze platen doen eveneens vermoeden, dat er - nu verloren gegane - vroege afbeeldingen van deze steden hebben bestaanGa naar voetnoot1). De koperplaten van het stedenboek kwamen later in handen van de Amsterdamse drukker en uitgever Joannes Janssonius. Deze heeft in 1657 een - nu zeer zeldzameGa naar voetnoot2) - stedenatlas van niet minder dan zes delen uitgegeven, waarvan 2 banden de afbeeldingen van de Noord- en Zuid-Nederlandse steden bevatten. Men vindt hier naast elkaar late afdrukken van de koperplaten van Braun en Hogenberg en copieën (nieuwe koperplaten!) van de in 1649 verschenen twee-delige stedenatlas van de Nederlanden van Joan Blaeu (vgl. hieronder no. 15). In Janssonius' atlas is de tekst op de keerzijde van de kaarten in twee kolommen gedrukt. De kaart van Rotterdam heeft de signatuur P. | |||||||||
Litteratuur:
| |||||||||
Reproductie:Unger (1895), no. IV. | |||||||||
[pagina 54]
| |||||||||
6. Kaart in Valeggio's ‘Raccolta’ (c. 1600)8.5 × 13. Noord boven. Midden boven: ROTTERDAM. Rechts boven in vignet: Roterdam // holandie civitat. // opp.
N.B. In vele topografische collecties treft men plattegrondjes van steden aan, die, zeker wat de Noord-Nederlandse steden betreft, grove navolgingen op zeer klein formaat zijn van de afbeeldingen uit het stedenboek van Braun en Hogenberg. Op sommige kaartjes staat gegraveerd: F. Valegio. Deze kaartjes zijn omstreeks 1600 in Italië gegraveerd. Een lijst van de afgebeelde steden vindt men in het onder de litteratuur vermelde werk van Bachmann. Hoogst zeldzaam zijn de boekjes in klein oblong formaat, waarin men deze kaartjes verzameld vindt. Mij is slechts een exemplaar bekend in de Universiteits-Bibliotheek te Amsterdam (428 F 38). Het titelblad vermeldt: ‘Raccolta di le piu illustri et famose citta di tutto il mondo.’ Een tweetal exemplaren van dit zeldzame boekje werd verkocht te.... Rotterdam. Vente de beaux livres anciens, estampes et dessins, le 26, 27, 28 octobre 1926 dans la salle de M.H. Berkelouw, Pompenburgsingel 25; nos. 30 en 31 (met resp. 303 en 305 afbeeldingen) werden verkocht voor resp. f 85. - en f 51. -! Een kostbaar boekje voor verzamelaars van zeldzaamheden, maar voor de topografie zal men er geen enkel nieuw gegeven in vinden. Zoals de grote atlassen van Ortelius, Mercator enz. als door een schaduw door atlasjes van klein formaat werden gevolgd, zo is Valeggio's ‘Raccolta’ als het ware een exemplaar in zakformaat van het stedenboek van Braun en Hogenberg. Het jaartal 1572, dat op enkele kaartjes voorkomt, heeft Unger (1893) er toe verleid in zijn inleiding dit kaartje het oudst-gegraveerde kaartje van Rotterdam te noemen en op zijn voetspoor zegt Berkelouws catalogus, dat ‘la carte la plus ancienne de Rotterdam’ zich in dit zeldzame boekje bevindt. Fama crescit eundo! Juister is Ungers opmerking, dat het kaartje ‘ofschoon zeer onjuist van vorm en details’ een navolging schijnt te zijn van de kaart, die Guicciardini en Braun-Hogenberg ten dienste stonden (lees van de kaart van Braun en Hogenberg zélve)! | |||||||||
Litteratuur:Fr. Bachmann. Die alten Städtebilder. Ein Verzeichnis der graphischen Ortsansichten von Schedel bis Merian (Leipzig 1939), p. 12-13. | |||||||||
Reproductie:Unger (1895), no. XVI. | |||||||||
7. Kaart van Henryck Haestens (1599)42 × 51. Zuid-oost ten zuiden boven. Rechts onder in een vignet onder de wapens van Rotterdam en de Admiraliteit van de Maze: Opdracht in 13 regels aan het stadsbestuur van Rotterdam en de Heren van de Admiraliteit van de Maze aldaar ‘.... Door U.E. onderdanigenGa naar voetnoot1) dienaar // Henryck Haestens tot Leyden // A(nn)o 1599’. Links onder in vignet, geflankeerd | |||||||||
[pagina 55]
| |||||||||
door de wapens van Holland (links) en prins Maurits (rechts): ‘DE PRINCIPAELSTE PLAETSEN DESER // STADT,’ waaronder: aanwijzing 1-48 in 2 kolommen. Daaronder bijschrift in 5 regels: ‘Hier hebt ghij Leser het rechte affbeltsel (sic!) soo van boven in ende ter sijden // te sien, die Stadt ROTTERDAM, die door Godes Gratie van een cleyn ende // onbekent, een groote ende vermaerde Coop Stadt is geworden, ende nu in // diversche Landen ende Eylanden haren handel is drijvende ende dagelycx // meerder is florerende.’ Links boven: 32-delige kompasroos. Verder zijn in de rivier (‘MOSA // FLUVIUS’) een aantal schepen, ‘Oost ende West Indi vaerders’ getekend.
Roterodamum illustratum I (1868), p. 69-71, no. 13. Voor het eerst sinds Jacob van Deventer zijn de verhoudingen van de driehoek meer overeenkomstig de bestaande toestand getekend. De kaart, die wij als een prospectus voor het zich uitbreidende Rotterdam kunnen beschouwen, is vooral belangrijk, omdat de nieuwe uitbreidingen aan de stadszijde (zij het met vestingwerken, die nooit zijn uitgevoerd!) in kaart gebracht zijn. Bij deze plattegrond behoort een prospect van Rotterdam, gezien van de rivierzijde. Roterodamum illustratum (1868), p. 126, no. 101Ga naar voetnoot1). Hier volgt een beschrijving: 25 × 50. Midden boven: portret van Erasmus met ovaal omschrift; links boven: wapen van Holland, rechts boven: wapen van Rotterdam. Boven de stad: ROTTERODAMUM. Onder langs de rand: OLIM FOSSA MEROVEA NUNC MOSA FLUVIUS. Rechts onder (op het exemplaar in het Gemeente-archief te Rotterdam met inkt geschreven): Vicheri(?) excud. Op de rivier: ‘Oost ende West Indivaerders’. Onderaan: gedicht in het Duits, 4 × 17 regels, daaronder: ZU LEYDEN Amtag geben durch HENRJCHEN VON HAESIENS. Er is niets bekend over de aanleiding tot het maken van deze kaart en dit prospect. Henryck van Haesten was een boekverkoper en uitgever te Leiden. Uit het met inkt bijgeschreven monogram zou men kunnen opmaken, dat de afbeeldingen gegraveerd zijn door de bekende Amsterdamse graveur Claes Jansz. Visscher. De samensteller van Roterodamum illustratum leest echter: C. van Sichem. Kaart en prospect, beide aanwezig in het Gemeentearchief te Rotterdam, zijn zeer zeldzaam. | |||||||||
Litteratuur:
| |||||||||
Reproductie:Unger (1895), no. V. | |||||||||
8. Kaart van François Huys en Dirck Davidsz. Versyden (1623)40 × 52. Noord-west ten noorden boven. Links boven in ovaalvormig vignet: Latijnse opdracht aan het stadsbestuur van Rot- | |||||||||
[pagina 56]
| |||||||||
terdam, eindigende ‘.... hanc Urbis // Roterodami veram delineationem a se summa // qua fieri potuet deligentia accuratissime elaboratam // L.M.Q. Dat Dicat Dedicat // Theodorus Davidsonius. R. // Franciscus husen scul. // 1623’. Daaronder wapen van Rotterdam door twee leeuwen vastgehouden. Rechts boven in vignet: ‘Namen // Der Straten ende Edifitien der Stadt’, waaronder aanwijzing 1-134 in 3 kolommen. Rechts onder: gevleugelde engel met landmeterinstrumenten, daaronder schaal: 80 ‘Schijelansche Roeden’ = 69 m.m. Links onder: fragment van een 32-delige kompasroos.
Roterodamum illustratum I (1868), p. 72-76, no. 16 en 17. Blijkens de opdracht heeft Frans Huys de kaart gegraveerd. Huys was, behalve plaatsnijder, werkzaam te Leiden en later te Rotterdam, ook nog makelaar in tabak. Hij overleed in 1661 te Amsterdam. Deze kaart is zeer zeldzaam. In het Gemeente-archief te Rotterdam is een gekleurd en een ongekleurd exemplaar, terwijl ook in de verzameling Bodel Nijenhuis in de Universiteits-Bibliotheek te Leiden een exemplaar aanwezig is. Bij de kaart behoort een prospect van Rotterdam gezien van de Maaszijde, ook van 1623, waarvan de helft onder no. 104 in Roterodamum illustratum (1868) is beschreven. Verder behoort bij de kaart een beschrijving van de stad Rotterdam opgesteld door Dirck Davidsz. Versyden, welke beschrijving in Ungers reproductie-uitgave opnieuw is afgedrukt evenals een ‘verklaring der cijfers op den plattegrond van 1623 door F. Huys’. Voor bestudering van topografische details is aldus goed gezorgd. Het is duidelijk, dat plattegrond en prospect, onder elkaar geplakt met ernaast de kolommen van de ‘Beschryvinghe der Stadt Rotterdam’ en de lijsten van magistraatsleden en Gecommiteerde Raden en het ‘Lof-dicht Op de wijt-vermaerde Koop-stadt // Rotterdam’ samen een fraai geheel voor een wandversiering kunnen vormen. Zulk een volledig exemplaar van dit tafereel is, voor zover mij bekend, nergens bewaard gebleven. De fragmenten vindt men in het Gemeentearchief te Rotterdam. | |||||||||
Litteratuur:
| |||||||||
Reproductie:Unger (1895), nos. VI-VIII. | |||||||||
9. Kaart van Balthasar Florisz. van Berckenrode (1626)72 × 91. Noord-noord-west boven. Op vier koperplaten gedrukt. Rechts onder in vignet: latijnse opdracht aan het stadsbestuur van Rotterdam in 10 regels, eindigende ‘.... hanc.... // delineationem // offerunt et dedicant, // Balthazarus Florentii à Berckenrode, // et // Everhardus Simonides Hamersveldius’. | |||||||||
[pagina 57]
| |||||||||
Daaronder in ovaalvormig vignet: ‘T'AMSTERDAM // Gesneden ende Gedruckt bij // Balthasar Floris Berckenrode, // ende Evert Symonszoon Hamersveldt //op de Egelentiers Graft. // An[n]o 1626’. Boven het eerste inschrift schaal: ‘Veertich Rhijnlantsche Roeden’ = 59 m.m. Links van vignet aan benedenrand: 16-delige kompasroos. Links boven in rijkversierd vignet (figuren en voorwerpen betreffende de landbouw en visserij) onder het wapen van Schieland een bijkaart van Schieland, 13.5 × 21.5, noord-west boven; links onder 4-delige kompasroos en schaal: ‘Darthien-hondert Rhijnlantsche Roeden’ = 42 m.m. Links boven ‘Warachtige Afbeelding van 't Heem // -raetschap van Schielandt, gemeten // en op de maet gestelt, door Balthasar // Floris, gesworen Landt-meeter.’ Onder deze bijkaart: ‘Extract uyt de Previlegie’ (sic!), n.l. het privilege van de Staten-Generaal van 11 November 1626 voor: ‘Balthazar Florisz. Landmeter, ende Evert Sijmonsz. Hamersvelt Plaetsnyder,’ om voor 7 jaar alleen in de Verenigde Nederlanden te mogen drukken en uitgeven de ‘Caerte van Rotterdam’. Links daarvan aan linkerrand: wapen van Holland. Rechts boven in rijk-versierd vignet (figuren en voorwerpen betreffende landbouw en portret van Erasmus midden boven): ‘NAMEN DER STRATEN EN EDIFITIEN DER STADT ROTTERDAM’, waaronder aanwijzing 1-178 in 5 kolommen. Onder dit vignet langs rechterrand: wapen van Rotterdam.
Roterodamum illustratum I (1868), p. 77-83, no. 20. Terecht schrijft Unger (1895), dat de gravure zeer fraai en duidelijk van tekening is en dat de huizen er zó nauwkeurig op zijn aangegeven, als ware het een kadastrale kaart. Ook als topografisch monument staat deze kaart aan de spits van alle oude plattegronden van Rotterdam. De meeste volgende kaarten zijn op de grondslag van van Berckenrode's kaart gemaakt. Ungers reproductie-uitgave (plaat XIII) geeft een verklaring der cijfers op de plattegrond, n.l. een lijst met vermelding van de naam of bestemming der straten en gebouwen in 1626 en in 1895. Aldus is dit pronkstuk van de oud-nederlandse kartografie voor de topografische geschiedenis van Rotterdam gemakkelijk te gebruiken. Balthasar Florisz. van Berckenrode, geboren te Delft c. 1591 en overleden c. 1644, is een van de meest bekwame en vruchtbare kaartmakers van Holland in de bloeitijd geweest. Nog steeds geeft het hieronder genoemde en reeds in 1845 verschenen opstel van Bodel Nijenhuis het beste overzicht van 's mans leven en werken. Bodel Nijenhuis kende echter toen nog geen exemplaar van de kaart van Rotterdam, die ook nu nog hoogst zeldzaam is. Nu vindt men exemplaren in het Gemeente-archief te Rotterdam en in de collectie Bodel-Nijenhuis in de Universiteits-Bibliotheek te Leiden. In de jaren 1610-1615 had Balthasar Florisz. van Berckenrode, gedeeltelijk samen met zijn vader Floris Balthasarsz. de hoogheemraadschappen Schieland, Delfland en Rijnland in kaart gebracht. Deze | |||||||||
[pagina 58]
| |||||||||
voor die tijd zeer moderne, en bovendien bijzonder mooi uitgevoerde kaarten zijn in de vorm van wandkaarten en in kaartboeken bewaard gebleven. Later volgden verkleinde uitgaven in de atlassen en ook op onze kaart van Rotterdam vindt men een verkleining van de kaart van Schieland. Met gebruikmaking van de bewaard gebleven koperplaten heeft mr. S.J. Fockema Andreae een reproductie-uitgave van de kaart van Rijnland verzorgd ('s Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1929). Op deze kaarten zijn de steden op vrij grote schaal als kleine plattegrondjes getekendGa naar voetnoot1). Van Berckenrode heeft vervolgens een grote kaart van Holland (nu zeer zeldzaam!) vervaardigd, die tot laat in de 18de eeuw de grondslag voor andere kaarten van dat gewest bleef. Een jaar vroeger dan de kaart van Rotterdam zag zijn grote kaart van Amsterdam, gedrukt op 9 koperplaten (140 × 160)Ga naar voetnoot2), het licht. Dit nu eveneens hoogstzeldzame stuk, is het hoogtepunt van de kartografie van Amsterdam. De graveur Evert Simonsz. Hamersvelt, wiens naam naast die van van Berckenrode aan de kaart van Rotterdam is verbonden, was c. 1591 geboren en in de jaren 1616-1643 te Amsterdam werkzaam. Bodel Nijenhuis noemt hem een Utrechtenaar. | |||||||||
Litteratuur:
| |||||||||
Reproducties:
| |||||||||
[pagina 59]
| |||||||||
10. Kaartje van M.Z. Boxhorn (1632 en 1634)15 × 23. Noord-noord-west boven. Rechts boven: wapen van Rotterdam. Links boven in vignet: ROTTERDAM, waaronder aanwijzing 1-8 in 9 regels. Links midden: schaal 1: 1200 Pedes Geometrici (= 24 m.m.)Ga naar voetnoot1). In de rivier: ‘DE MERWE’.
Vgl. Roterodamum illustratum I (1868), p. 83 no. 22. Dit kaartje komt voor in het Theatrum sive Hollandiae comitatis et urbium nova descriptio, verschenen in 1632 te Amsterdam bij Hendrik Hondius (p. 282), en in 1634 door een Hollandse uitgave gevolgd (aldaar p. 264). De tekst (een compilatie uit oudere werken) werd geschreven door de twintigjarige Leidse professor Marcus Zuerus Boxhorn. Het kaartbeeld van de stadsplattegrond van Rotterdam zal zijn getekend naar de kaart van van Berckenrode. | |||||||||
Litteratuur:Bijdrage (1942), p. 110-112. Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel VI (1924), p. 178. | |||||||||
11. Kaartje in de 12o-uitgaven van Guicciardini (1634-1660)11 × 13. Noord-noord-west boven. Rechts onder: ROTTERDAM. Rechts boven: wapen van Rotterdam. Links boven: aanwijzing 1-8.
N.B. Dit kaartje komt voor in de sinds 1634 verschenen uitgaven in zakformaat verlucht met stadsplattegrondjes van Guicciardini's beschrijving der Nederlanden. Zelfstandig werk moet men hier niet verwachten. Soortgelijke kaartjes komen in andere boekwerken voor. Vgl. Roterodamum illustratum I (1868), p. 83-84, no. 23. | |||||||||
Litteratuur:Bijdrage (1942), p. 48 en 66-68. | |||||||||
12. Kaart van Gottfried (1646 en 1649)28 × 34. Noord-west boven. Links boven: ROTTERDAM. Rechts boven: wapen van Rotterdam. Links boven: aanwijzing 1-20. Boven in het water: DE ROTTE.
Roterodamum illustratum I (1868), p. 77 no. 19. Deze plattegrond komt voor (resp. met het nummer 78 en 173) in de uitgaven 1649 en 1694/1695, resp. met latijnse en Duitse tekst (en niet in de vroegere uitgaven!) van J.L. Gottfried's Archontologia Cosmica. | |||||||||
Litteratuur:
| |||||||||
[pagina 60]
| |||||||||
13. Kaart in de stedenatlas van Joan Blaeu (1649)41.5 × 52.5. Noord-noord-west boven. Links boven: ROTTERDAM. Daaronder wapens van Holland en Rotterdam. Rechts onder in eenvoudig vignet: latijnse opdracht van I. Blaeu aan het stadsbestuur. Langs de linkerrand midden boven en midden onder en rechts boven: aanwijzing 1-180 in resp. 2,1 en 3 kolommen.
Roterodamum illustratum I (1868), p. 84, no. 26. Deze kaart komt voor met de signatuur 11 G op de achterzijde in Blaeu's stedenatlas der Verenigde Nederlanden met Latijnse en Nederlandse tekst, beide verschenen in 1649. Kennelijk is de kaart van van Berckenrode de grondslag van Blaeu's plattegrond, die echter aangevuld en verbeterd is in overeenstemming met de wijzigingen in het stadsbeeld. | |||||||||
Litteratuur:
| |||||||||
Reproductie:Unger (1895), no. XIV. | |||||||||
14. Kaart in Merians Topographia Germaniae Inferioris (1655 en later)21 × 31. Noord-noord-west boven. Links boven: ROTTERDAM. Daaronder: aanwijzing 1-20 in 2 kolommen. Rechts boven: wapen van Rotterdam. In de rivier: Maas Flu. en ‘scala von 50 Ruhten’ = 27 m.m.
Roterodamum illustratum I (1868), p. 76, no. 24. Zelfstandige waarde heeft deze kaart, waarop de straten met stippellijnen zijn getekend, niet. De kaart komt voor in het in 1655 en later verspreide deel van Merians Topographia Germaniae, n.l. Topographia Germaniae Inferioris, waarbij M. Zeiller de tekst schreef. | |||||||||
Litteratuur:
| |||||||||
[pagina 61]
| |||||||||
15. Kaart in de stedenatlassen van Janssonius (1657) en Janssonius van Waesberge (1682)39.5 × 50. Noord-noord-west boven. Links boven en rechts boven wapens resp. van Holland en Rotterdam. Onder het wapen van Holland: ‘Namen der Straeten en Edifitie (sic!) der Stadt // Rotterdam’, waaronder aanwijzing 1-46 in 2 kolommen. In de rivieren en havens zijn de namen gegraveerd.
Vgl. Roterodamum illustratum I (1868), p. 83 no. 21, waar deze kaart ten onrechte op 1634 gesteld wordt. Terwijl Blaeu er niet in geslaagd is zijn voornemen om naast zijn wereldatlas van landkaarten een veel-delige stedenatlas van alle steden der wereld uit te geven, lukte dit wel aan Janssonius. Deze zeer zeldzame atlas - ik ken slechts exemplaren in de Leidse Universiteits-Bibliotheek en in de bibliotheek van de Vereniging van de boekhandel te Amsterdam - bestaat uit niet minder dan zes delen, waarvan twee delen elk twee banden vormen, dus samen 8 banden. De beide delen, waarin de steden der Nederlanden zijn afgebeeld, hebben de titel: ‘Theatrum urbium.... Belgii sive Germaniae Inferioris’ en het jaartal 1657. In deze atlassen vindt men naast elkaar late afdrukken van de koperplaten van het stedenboek van Braun en Hogenberg (zie hierboven no. 5) en meer contemporaine plattegronden, die wat Nederland betreft meestal getrouwe copieën zijn van de kaarten uit Blaeu's altas. Alleen opdracht, versieringen en ander bijwerk verschillen. Rotterdam is een van de weinige kaarten, waar de aandachtige beschouwer verschillen met Blaeu's kaart zal aantreffen. De kaart van Rotterdam heeft in Janssonius' atlas de signatuur Q en op de keerzijde tekst in 2 kolommen. Van dezelfde koperplaat is wederom gebruik gemaakt voor het tweedelige stedenboek in 1682 te Amsterdam verschenen bij ‘de Erfgenamen van Sal. Joannes Janssonius van Waesberge, Boekverkoopers’, waarvan de titel luidt: ‘Tooneel der Vermaarste Koop-Steden en Handel-plaatsen van de geheele Wereld’. De achterzijde van de kaarten in dit stedenboek is blank gelaten. Exemplaren zijn o.a. in de Koninklijke Bibliotheek te 's Gravenhage en in de Universiteits-Bibliotheek te Leiden aanwezig. | |||||||||
Litteratuur:
| |||||||||
15bis. Kaart in de stedenatlas van Fr. de Wit (c. 1700)39.5 × 50. Noord-noord-west boven. Geheel als Janssonius (hierboven no. 15), maar sterk gewijzigde koperplaat. De aanwijzing is uitgebreid tot 1-51, de nummers 47-51 zijn later bijgevoegd en meer in elkaar gedrukt. Het kaartbeeld is bijgewerkt in het westen (Zalmhaven etc.) en ook in het oosten, waar o.a. de ‘Nieuwe Haven’ op de kaart vòòrkomt. Bijgevoegd is | |||||||||
[pagina 62]
| |||||||||
rechts van de aanwijzing een 4 delige kompasroos. Boven het wapen van Rotterdam: Schaal 50 Schilantse Roede = 40 m.m. Nieuwe gravure van het stadsdeel tussen Blaak, Leuvehaven en Maas. Rechts onder: F. de Wit excudit cum privilegio.
Vgl. Roterodamum illustratum I (1868), p. 92, no. 38. De stedenatlas van Frederik de Wit is hoogst zeldzaam. De Heer Wouter Nijhoff heeft een exemplaar, dat toen onder zijn berusting was, bestudeerd, waarvan hij in zijn hieronder vermelde studie een overzicht heeft gegeven. De catalogus van de Library of Congress te Washington (vol. III Washington 1914), beschrijft onder no. 4045 een exemplaar met 124 platen. De Duitse antiquaar Fr. Bachmann, die zich tientallen jaren met de bestudering van oude stadsgezichten bezig hield, kreeg, ondanks aanvraag bij de ‘Auskunftstelle der deutschen Bibliotheken’ in Berlijn nooit een exemplaar onder ogen, wel een los titelblad met titel in het latijn, Nederlands en Frans: ‘Afbeeldinge van de voornaamste steden van Europa in plattegronden en in profil. t'Amsterdam, by Frederick de Wit, Konst en Kaart verkoper in de Kalverstraat in de witte Pascaart’. Zèlf ken ik de visu slechts het exemplaar in het Scheepvaart-Museum te Amsterdam, een enorm-zware foliant, waarin men door elkaar heen ongevouwen de afdrukken van koperplaten van Blaeu en Janssonius aantreft. De Wit was n.l. in het bezit gekomen van een groot aantal koperplaten van Blaeu en Janssonius afkomstig en drukte deze, soms met eigen naam voorzien, opnieuw af. | |||||||||
Litteratuur:
| |||||||||
16. Kaart van Schoonebeek, Allard en Covens-Mortier van 1689 en later47 × 56.5. Noord-noord-west boven. Midden onder in vignet: TABULA // ROTERODAMI // NOVISSIMA. Langs de onderrand en de Maas en links en rechts langs de aanwijzing welige randen van figuren in de trant van Romijn de Hooghe. Links boven: AANWYSINGE // Der Straten en Stegen // Der Stadt // ROTTERDAM. Daaronder en rechts boven: aanwijzing 1-185 in 4 kolommen, waaronder (a) Amstelodami // Adriaen Schoonebeek excudit, of (b): Editore Carolo Allard of (c): Jacobus Allard excudit of (d): Apud Covens et Mortier. Amstelo-Batavo, cum privilegio.
Vgl. Roterodamum Illustratum I (1868), p. 58-87, nos. 27, 32, 35 en 36. Voor zover mij bekend komt deze kaart niet in een atlas of plaatwerk voorGa naar voetnoot1), maar zijn de exemplaren slechts los verspreid. Volgens | |||||||||
[pagina *21]
| |||||||||
afb. 3. Kaart van Allard (no. 16)
| |||||||||
[pagina *22]
| |||||||||
afb. 4. Kaart van J. de Vou en Romeyn de Hoge (no. 17)
| |||||||||
[pagina 63]
| |||||||||
Roterodamum Illustratum (1868), nos. 31 en 34 behoren bij de plattegrond een zeer fraai gegraveerde bovenrand en een veertiental kleine gravures van ‘les principaux edifices et vues de la ville de Rotterdam’. Op een der exemplaren van het Gemeente-archief zijn op de achterzijde de stambomen van de koningen van Engeland, van de koningen van Schotland en van de prinsen van Oranje gedrukt. Dit is een aanwijzing, dat de kaart omstreeks het jaar 1689, toen stadhouder Willem III tot koning van Engeland werd gekroond, is gedrukt, hetgeen met de stijl van de versieringen overeenstemt. Blijkbaar is de kaart eerst door Adriaen Schoonebeek, daarna door Carel en Jacob Allard en tenslotte door Covens en Mortier verspreid. De koperplaat werd door Allard gewijzigd. In de beschrijvingen van Roterodamum Illustratum I (1868) vindt men de voor de topografie van Rotterdam belangrijke gegevens. Adriaen Schoonebeek, geboren te Rotterdam in 1661, plaatsnijder en boekverkoper te Amsterdam, trad aldaar in 1689 in het boekverkopersgilde, waar hij tot 1698 werkzaam was. In 1696 werd hij benoemd tot bibliothecaris van Peter de Groote. Hij overleed in 1705 te Moskou. Carel Allard, gedoopt in 1648 te Amsterdam, wordt reeds in 1673 boekverkoper genoemd. Hij overleed in 1709. De samenwerking van Joannes Covens junior en Cornelis Mortier dateert van 20 November 1721. | |||||||||
Litteratuur:
| |||||||||
17. Kaart van J. de Vou en Romeyn de Hooge (1695 en later)108 × 120 gegraveerd op 6 bladen. Noord-noord-west ten westen boven. Rechts boven in vignet: ROTTERDAM // MET AL SYN GEBOUWEN // NET OP HAER MAET GETEEKENT EN GESNEDEN // ALS BURGERMEESTEREN WAREN // DE HEEREN // MR ISAAC VETHUYSEN // IOHAN VAN HEEL // IOHAN STEENLACK // MR GROENINCX // A(nn)o 1694 // Door // IOANNES DE VOU //. Daaronder 16-delige kompasroos en ‘Mate van 50 roeden en Roeden van 12 voeten en Voeten van 12 Duymen’ = 105 m.m. Rechts onder met kleine letters: ‘Romanus De Hooghe I.U.D. Com. R. auctor 1694’. Links onder: ‘Aanwijsingen in de Platte Grond’, waaronder aanwijzing 1-46, A-Z, a-z in 5 kolommen. Langs de rand onder (in de Maas!) rijke groep van allegorische personen.
Roterodamum illustratum I (1868), p. 92 e.v. no. 39. Wij geven hier slechts de beschrijving van de plattegrond, die soms afzonderlijk voorkomt, maar eveneens als onderdeel van een groot wandtafereel, waarvan bijgaande afbeelding enige indruk geeft. Onder de plattegrond aanschouwt men onder het opschrift ROTTERODAMUM een prospect van de stad gezien van de Maaszijde. Links en rechts van | |||||||||
[pagina 64]
| |||||||||
de kaart zijn 12 stadsgezichten aangebracht en boven de kaart, alsmede in verschillende horizontale en verticale randen een groot aantal wapens n.l. van de stad, van de heerlijkheden, die aan Rotterdam toebehoorden, van de pensionaris en de secretaris van de stad, van de burgemeesters en van de leden van de vroedschap. Dit alles samen vormt een pronkstuk, dat wij gerust de apotheose van de kartografie van het oude Rotterdam uit de gouden eeuw mogen noemen. Voor een beschrijving in details zij verwezen naar Roterodamum illustratum I (1868), p. 92-107, nos. 39-40 en bijlage D, p. 20-26 en Ungers reproductie-uitgave, waar men ook de topografische details kan vinden, die te vergelijken zijn met de kaarten, hierboven onder nos. 13, 15 en 16 beschreven. Als no. 40 wordt in Roterodamum illustratum beschreven de z.g. ‘atlas de Vou’, te beschouwen als de tweede druk van bovenstaande wandkaart. De plattegrond is ongewijzigd gebleven, maar het prospect is veranderdGa naar voetnoot1) terwijl de wapens van de vroedschapsleden van 1573 tot 1780 zijn toegevoegd. Van de wandkaart werden in 1695 niet minder dan 600 exemplaren gedrukt, maar toch is dit stuk, dat vanwege de grote afmetingen (c. 2.25 × 7.75!) moeilijk goed te bewaren is, zeldzaam geworden. Het zou de moeite lonen eens een lijst samen te stellen van de nog overgebleven exemplaren. Ook de atlas is nu een kostbaar stuk geworden, waar men de details echter gemakkelijker kan beschouwen. Wij zien hier dus, dat evenals in het begin van de 17de eeuw de prachtkaarten van Delfland, Schieland en Rijnland door van Berckenrode in de vorm van grote wandkaarten en van kaartboeken waren gemaakt, terwijl later soortgelijke wandtaferelen van de steden Amsterdam, Haarlem, Leiden, 's Gravenhage en Delft werden vervaardigd, dat Rotterdam niet achter wilde blijven om van de trotse Maasstad op het hoogtepunt van haar roem een afbeelding te geven, die met die van die steden kon wedijveren. Mr. Romeyn de Hooge was een zeer begaafd en veelzijdig man, schrijver van een bekend boek, maar vooral zeer productief tekenaar en graveur in de welige barokstijl van het einde van de 17de eeuw. Hij was in 1645 te Amsterdam geboren en was een zeer rumoerig man, die met velen onenigheid had en daarom Amsterdam verliet en zich in Haarlem vestigde, waar hij in 1703 overleed. Over Johan de Vou is weinig bekend. | |||||||||
Litteratuur:
| |||||||||
Reproducties (alleen van de plattegrond en allen verkleind!):
B. van 't Hoff |
|