Het Boek. Serie 2. Jaargang 28
(1944-1946)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 81]
| |
De letterkundige werkzaamheid van Petrus Lievens Kersteman
| |
[pagina 82]
| |
licht. Petrus duidde zichzelf meer dan eens aan als ‘P.L.K.’ of als ‘De Schrijver van De Hollandsche Marianne’, welk feit echter aan vrijwel alle bewerkers van catalogi en bibliografieën onbekend is. Het behoeft wel geen betoog, dat een bibliografische groepeering zijner boeken juist hierdoor ernstig belemmerd, zoo niet verhinderd, wordt. Het geboorte- en sterfjaar van Petrus Lievens Kersteman is tot nog toe onbekend. Over zijn afstamming behoeft niet verder te worden uitgeweid na hetgeen over zijn broeder Franciscus door mij reeds geschreven isGa naar voetnoot1). Hier mogen slechts enkele aanvullingen een plaats vinden. Engeltje Bluzé werd den 29sten Augustus 1683 te Petten in Noord-Holland gedoopt. Zij ondertrouwde aldaar 6 Augustus 1707 met Joannes Kersteman van AmsterdamGa naar voetnoot2). Uit dit huwelijk werd o.a. geboren Margaretha Elisabeth Kersteman, die later met François Lievens trouwde, uit welk huwelijk vier kinderen sproten a. Engelina; b. Franciscus; c. Petrus, en d. Jan, van wien wij weinig vernemen en die wellicht jong gestorven isGa naar voetnoot3). Hieronder wordt dan een poging gedaan, de geschriften van Petrus zoo compleet mogelijk in één overzicht te vereenigen en daarbij de noodzakelijke bibliografische aanteekeningen te plaatsen. | |
I.In het Biografisch Woordenboek van Van der Aa lezen wij: ‘P.L. Kersteman zond, den 21sten November 1751, van het kasteel Haanwijk bij den Bosch eenige bijdragen ter plaatsing in het Aanhangzel der Cypressenbladen.’ Bedoeld worden de Dichtkundige Cypressenbladen, gestrooit bij het afsterven van... Willem Karel Hendrik Friso. Amsterdam, 1752. In het Aanhangzel hiervan treft men op p. 116-117 een Treurbazuin door Pieter Lievens Kersteman aan. Een ex. dezer Cypressenbladen in de Nat. Bibliotheek. | |
II.De vermakelijke avanturesse, of de dienstmaagd van fortuin. Vervattende hare zonderlinge levensgevallen... Op eene | |
[pagina 83]
| |
boertige wyze door haar zelve beschreven en in 't ligt gebragt door P.L.K. Amsterdam, S. van Esveldt, 1754. Op het verkeerde voorgaan van Van Doorninck worden de letters P.L.K. in den Cat. Bibl. Mij. Ned. Letterk., I, 668 verklaard als [P. de Clercq?] | |
III.De vrouwelyke Cartouche, of de doorsleepene land en zeeroofster, behelzende haare... leevensloop, mitsgaders haare ontmoetingen, huishouding op een onbewoond eyland... verlossinge van 't zelve en bekeering in 't cloosterleven. 's Hertogenbosch, J. Palier, 1756. Met een Opdragt aan Jac. Leon. van Breugel, onderteekend: Petrus Lievens Kersteman. | |
IV.De vrouwelyke lakei, of het leven van Clorimena... Beschreven door de heer P.L.K. Amsterdam, S. van Esveldt, 1756. Met een Opdragt aan Mart. Lod. Whyts, onderteekend: Petrus Lievens Kersteman. | |
V.De Hollandsche Marianne, of de worstelende deugd, behelzende het wispeltuurige leeven van een voornaame Mevrouw, wiens [sic!] moeder, op haare doortogt naar Engeland van haar kwam te verlossen... 's Gravenhage, H. Bakhuyzen, 1760. Dit steeds anoniem beschreven werkje is ongetwijfeld van Petrus Lievens Kersteman, zooals Haverkorn van Rijsewijk, p. 268 terecht aanneemt. Zie hieronder bij XI. | |
[pagina 84]
| |
VI.De geruchtmakende zaak van Onno Zwier van Haren bracht in haar tijd zeer vele pennen in beweging. Ook toen was het breede publiek belust op sensatie. Er kwam zelfs een verbodsbepaling tegen het uitgeven van boeken over deze cause célèbreGa naar voetnoot1). Natuurlijk werden niet alle geschriften door edele verontwaardiging voor of tegen Van Haren geïnspireerd. Ook speculatie op de ongezonde nieuwsgierigheid der massa speelde een rol, waarbij zucht naar gewin zich in de eerste plaats deed gelden. In het jaar 1761 verschenen bij den uitgever van De Hollandsche Marianne, dus bij H. Bakhuyzen te 's Gravenhage, twee pamfletten (Knuttel, nos. 18797 en 18814) rakende genoemde zaak Van Haren. Beide waren onderteekend: P. Lievens. Ik heb het stellige vermoeden, dat deze auteur niemand anders is dan onze vriend, die steeds kort bij kas was en zeer vele eigenschappen met zijn broeder Franciscus gemeen had. Contemporaine lijsten van de verschenen litteratuur (Knuttel, Pamfl., nos. 18819 en 18831) beoordeelen de beide uiterst slappe en nietszeggende gelegenheidsgeschriftjes slecht. | |
VII.De noodlottige burgers-dochter, of de onvoorbeeldelyke levensgevallen van een Amsterdamsche juffer... Door den Schryver van de Hollandsche Marianne. Rotterdam, D. Vis Jr., 1762. Vgl. Cat. Muller Populaire prozaschr., no. 226. - Cat. De Vries Populaire prozaschr., no. 61. | |
VIII.De advocaat van fortuin. Behelzende zyne galante bedryven in veele omstandigheden, zyne zeldzaeme voorvallen en koddige ontmoetingen... Door den Schryver van de Hollandsche Mariamne. Leiden, C. van Hoogeveen Junior, 1764. Een ex. in de Nat. Bibliotheek. De wonderbaarlyke en zeldzaame gevallen van Florisando, of de advocaat van fortuin... Leyden, F. de Does Pz., 1771. Cat. Waller, no. 545 (onder Florisando). | |
IX.Historie van de Markgraav van Roselle; vervat in eene reeks van gemeenzaame, aangenaame en nuttige brieven. Door Mevrouw van Beaumont. En om derzelver aanmerkelijkheid uit | |
[pagina 85]
| |
het Fransch vertaald door den Schryver van de Hollandsche Marianne. Amsteldam, P. Doorewaart en J. Kok. [Tusschen 1765 en 1770]. In het Bericht van den Vertaaler (bl. *3 vo) lezen wij o.a.: ‘Ik zal myne moeite dubbeld betaald rékenen, wanneer deez e doorwrochte Historie zoo veele aanhangeren als myne Hollandsche Marianne, zal mogen verwerven.’ Ook uit deze woorden blijkt wel, dat de Hollandsche Marianne grooten opgang had gemaakt. | |
X.Antonetta, of de beruchte levensgevallen van Mejufvrouw A. van Heynendaal, gebooren Bloemenhorst. Door haar zelve beschreeven, en zamengesteld door den Schryver van de Hollandsche Marianne. 's Gravenhage, J. Mensert, 1779. Een ex. hiervan heb ik niet onder oogen gehad. | |
XI.De verschoppeling, of schilderend tafereel der zegepralende kinder-liefde. Waarin voorkomen, de lofwaardige karakters, eener[sic!] noodlottig, deugdzaam, menschlievend, ongeveinsd en oprecht eerlyk man, die de speelpop van het los en wispelturig geval is geweest. Verrykt met een Sentimenteele Opdragt van een Vader aan zyne Kinderen. Door Petrus Lievens Kersteman, Schryver van de Hollandsche Marianne. Rotterdam, A. Vis en G. Manheer. [1781]. De aanduiding van den auteur op het titelblad is het afdoende bewijs, dat Kersteman de Hollandsche Marianne heeft geschreven. | |
XII.De in zijn dagen zeer bekende componist en schaakmeester François André Danican, genaamd Philidor publiceerde in | |
[pagina 86]
| |
1749 L'analyse des échecs. Ook in Holland, dat in 1745 door Philidor bezocht was, drong de faam van den meester door. Zijn boek werd vertaald onder dezen titel: Bekwaame handleiding tot het edele schaakspel... Gevolgt naar het Fransche, door Petrus Lievens Kersteman... 's Gravenhage, H.H. van Drecht, 1786. Deze vertaling werd herhaaldelijk, o.a. door de voorloopers van Brinkman, De Jong en Van Cleef, door Frederiks en Van den Branden, en door Van der Aa op naam van Franciscus Lievens Kersteman gesteld. | |
XIII.Elisabeth en Carolina, of de voldoening eener uitmuntende en deugdzaame opvoeding... Verhandelt in eene reeks van brieven, tusschen twee goede vriendinnen. Rotterdam, N. Cornel, 1787. Een ex. van dezen eersten druk, door De Jong en Van Cleef en door Van der Aa aan Franciscus toegekend, heb ik niet gezien. Volgens Haverkorn van Rijsewijk, p. 269-270, verscheen de eerste uitgave anoniem, doch werd bij den tweeden druk (uit 1791) de naam L. Kersteman op den titel geplaatst. Dit is niet juist, want een ex. van den tweeden druk (Rotterdam, N. Cornel, 1791) is eigendom van de Gem. Bibl. te Rotterdam en biedt dus de mogelijkheid, een en ander te controleeren. Op p. I vinden wij een opdracht ‘Aan Mevrouwe Engelina Lievens, Douairière van den Wel Edele Gestrengen Heer Kapitein Edward Nethercott; enz. enz.’ Deze opdracht is onderteekend: ‘UED. Toegenegen Dienaar en Broeder, Petrus Lievens Kersteman. Rotterdam, 1787.’ Hoewel dus op het titelblad de naam van den schrijver niet voorkomt, kan van een anoniem boek niet worden gesproken. Resumeerende kan dus worden vastgesteld, dat Petrus Lievens Kersteman omstreeks 1730 geboren moet zijn, dat wij, afgezien van herdrukken zijner werken, die zeer goed na zijn dood kunnen zijn uitgekomen, na circa 1792 niet meer van hem hooren. Het bovenstaande is te beschouwen als een eerste proeve van | |
[pagina 87]
| |
een overzicht zijner letterkundige werkzaamheid. Het is zeker niet uitgesloten, dat nog meer werken van ‘P.L.K.’ of van den ‘Schryver der Hollandsche Marianne’ te voorschijn worden gebracht: de bibliografie onzer 18e eeuw is nog lang niet voldoende bewerkt. Voortdurende waakzaamheid en steeds gespannen aandacht kunnen hier nog aardig wat bereiken. Haverkorn van Rijsewijk schreef op p. 270 van zijn meermaals aangehaald boek: ‘Ondanks alle moeite konden wij geen exemplaar van deze werken [van P.L. Kersteman] machtig worden: zij schijnen weer naar den papiermolen te zijn verhuisd’. Dit opstel is bedoeld als een weerlegging en een aansporing. D.J.H. ter Horst. |
|