geldleening een bedrag van ƒ 2300.20; maar de uitgaven overschreden de ontvangsten met ƒ 3666.12, zoodat er een achteruitgang is van ƒ 1365.92.
Den 10en Mei 1916 herdacht de zaalbediende J.B.A. Egelie zijn 25-jarige indiensttreding, en verkreeg daarbij het gebruikelijke geschenk, en verschillende blijken van belangstelling.
Van de boekerij is druk gebruik gemaakt; 5305 boeken werden uitgeleend, en 6368 geraadpleegd.
De financieele toestand was sedert het uitbrengen van dit verslag natuurlijk een aanhoudend voorwerp van zorg voor de Commissarissen. Zij zagen, over eene langere reeks van jaren bekeken, het aantal leden gestadig achteruitgaan - na de ingebruikneming van het nieuwe gebouw waren er nog 1284 leden -, moeten noodige reparaties en vernieuwingen nalaten of uitstellen, slaagden niet in eene poging tot reorganisatie die voorgoed de inkomsten gelijk met de uitgaven zou brengen, en zoo kwam eindelijk een voorstel tot liquidatie, waarover in de vergadering van 1 November a.s. eene beslissing zou worden genomen. Intusschen heeft de instandhouding der instelling nog vele voorstanders, en was er een tegenvoorstel gekomen tot benoeming van eene commissie om middelen te beramen ter voorkoming van de liquidatie.
Reeds in de ochtendbladen van 2 November las men: ‘Het Leesmuseum blijft in stand. Met honderden stemmen tegen en één stem vóór, is onder donderend gejuich en daverend handgeklap het voorstel van commissarissen om tot liquidatie van het Leesmuseum te besluiten, na een debat van twee uur, waarbij het vaak vrij 1 umoerig toeging, gisterenavond met klokslag 10 uur verworpen.’
Des avonds volgde een eenigszins kalmer gesteld bericht: ‘het ware misschien beter geweest te zeggen dat nog getracht zal worden het genootschap in stand te houden. Nog in den loop dezer maand wordt eene algemeene vergadering gehouden voor de verkiezing van een nieuw bestuur.’
De commissarissen hebben hun ontslag genomen, en met 1 December is een nieuw bestuur in functie getreden, dat nu eene reorganisatie zal ontwerpen.
Amsterdam. - Veiligheidsmuseum. - Aan het jaarverslag van het museum over 1915 is als Bijlage II een Catalogus van de Museumbibliotheek toegevoegd, met het plan daarop in de volgende verslagen vervolgen te geven. Èn de bibliotheek èn de catalogus verdienen zeer de aandacht; niet om den omvang, want het is slechts eene kleine boekerij, die hier op ruim 30 bladzijden beschreven is, maar om den inhoud en om de beschrijving zelve.
Wat den inhoud der verzameling betreft, hebben de bestuurders het juiste inzicht, die te beperken tot de onderwerpen die rechtstreeks met het doel van het museum te maken hebben; zij brengen die tot deze zes rubrieken: B = beveiligingstechniek, G = geneeskunde, K = hygiene, S = sociologie, T = techniek, W = wetgeving.
Door deze beperking zal men natuurlijk, als men op het dus omschreven gebied iets noodig heeft, veel eer dan anders in deze boekerij gaan zoeken, en ook veel meer kans hebben het gezochte te vinden, dan wanneer de directie hare aandacht over een ruimer gebied uitstrekte.
Over de inrichting van den catalogus is ook wel wat op te merken. De boektitels zijn alfabetisch gerangschikt, en achter elken titel is door toevoeging van een of meer der vermelde zes hoofdletters aangegeven in welke rubriek, of in welke rubrieken het boek gebracht kan worden. In het museum bevindt zich een kaart-catalogus volgens de rubrieken gerangschikt. Zoo behoeft men niet te vervallen in de zonderlinge consequentie van een geleerde - dien we hier niet behoeven te noemen - die van een boek dat in meer dan één rubriek te huis behoort, even zoo vele exemplaren aanschaft, en zoo natuurlijk èn zijn plaatsruimte èn zijn geldmiddelen verspilt.
De redactie van de titels en de alfabetische rangschikking leert ons een bibliothecaris kennen, die alle vereischte eigenschappen voor het werk heeft, zorg, liefde voor het vak, ijver en nauwgezetheid, maar die gebrek aan ervaring heeft, en niet het inzicht gehad heeft, bij iemand van de praktijk om raad te gaan. De hoofdregel, vooropstelling van den auteursnaam, heeft hij blijkbaar als beginsel aangenomen; maar den tweeden, zoo algemeen gebruikelijken en